vrijdag 10 juli 2015

De Tour de France in Utrecht

Wat was het feest! De Tour de France in Utrecht. Het mooie was dat de hele stad ermee bezig was en dat op een gegeven moment ook alle mensen die niets met wielrennen of sport hebben toch gegrepen werden voor het virus. Misschien niet het wielrenvirus, maar dan toch het virus van saamhorigheid en betrokkenheid.

Hoe het een en ander tot stand is gekomen. In chronologische volgorde.

Zondag 28 juni

Dit was de dag van de Toerversie Utrecht. Op die dag hebben 12.000 wielerliefhebbers een gedeelte van de tweede etappe van Utrecht naar de Neeltje Jans gereden. Dat kon in afstanden van 75, 110 en 150 kilometer. Ik had er nog over gedacht om me op te geven voor de 75 kilometer, maar dat was er niet van gekomen. Op een gegeven moment was het maximum aantal deelnemers gehaald, dus toen kon het ook niet meer. Wat ik echter zo fascinerend vond aan deze toerversie dat het de mogelijkheid gaf om te fietsen over de Waterlinieweg. Normaal alleen toegankelijk voor auto’s.


Op zondagochtend heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben op de fiets gestapt. Bij ’t Goylaan zag ik ze in grote drommen voorbij komen. Ik dacht dat het de 75 kilometer was, achteraf bleek het de 110 kilometer te zijn geweest. Ik ben een poosje parallel gereden op het fietspad en vervolgens, hop, heb ik me tussen de fietsende menigte gemengd. Ik dacht, een knappe controleur die me nu gaat stoppen. Even later door de stoplichten en dan ’t Goyplein driekwart rond en dan omhoog de Waterlinieweg op. Wat een heerlijk gevoel om daar nu zo over heen te fietsen.



Ik viel wel gelijk uit de toon, met mijn niet-racefiets en dan ook nog met een fietstas aan de zijkant. En iedereen had een helm op, ik niet. En ze haalden me allemaal in. Gelukkig waren ze met velen, dus ik was nog lang niet achteraan. Maar ik had de indruk dat niemand me een vreemde verschijning vond tussen al die flitsende wielerpakken, gelukkig maar. Onderweg lag een dode egel en even verderop zag ik de eerste wielrenner aan de kant staan om zijn fiets op te lappen. Zou het ene met het andere te maken hebben gehad?


Het hoogtepunt op de Waterlinieweg was het moment dat ik door de rode stoplichten fietste op het punt waar de A28 bij de Waterlinieweg komt. Dat was een unieke ervaring.




Even verderop werden we en masse tegengehouden bij de Berekuil. Het verkeer van rechts moest eerst nog worden doorgelaten. Dat duurde een poosje, maar daarna mochten we snel verder, linksaf de Kardinaal de Jongweg op. Daar stond best wat publiek en fietsen ging ook best lekker. Op een gegeven moment kreeg ik wel de indruk dat er mensen extra voor mij stonden aan te moedigen en applaudisseren, omdat ik qua verschijning toch wel een beetje buiten boord viel. Dat was voor mij ook wel een teken om er mee op te houden. Ik sorteerde linksvoor en waar de meute rechtsaf ging de Brailledreef op ging, ging ik naar links de Talmalaan in. Als illegale deelnemer kon ik natuurlijk niet alle eer gaan opstrijken!


Terug naar huis ben ik nog even langs de jaarbeurs gefietst. Daar zag ik de enorme meute staan die nog aan de 75 kilometer moest beginnen. Gauw ben ik maar verder gegaan. Nu fietste ik op de Croeselaan en de Jutfaseweg samen met mensen van de 75 kilometer. Daar werd ik wel gesnapt door een overijverige controleur, maar ik was natuurlijk veel te snel. Op ’t Goylaan toch maar snel het fietspad op, een hele ervaring rijker. En de fietsstemming begon er al goed in te komen.

Maandag 29 juni

De Muur on Tour. In TivoliVredenburg was er een avondvullend programma over wielrennen met de volgende omschrijving: “Het belooft een avond te worden waarin de dramatiek van de wielersport letterlijk wordt genomen en dramatisch zal worden verbeeld. Een niet te kloppen kopgroep van artiesten met een groot wielerhart brengt samen met wielerhelden een theatrale, muzikale en literaire ode aan de wielersport.”

Muziek van onder andere Blaudzun en Alex Roeka (prachtig lied met ‘De onbekende renner’) en verhalen verzorgd door Mart Smeets, Joost Prinsen, Jeroen Wielaert, Herman van der Zandt en Ronald Giphart. Het grootste applaus was er nog bij de opkomst van de Belgische commentatoren Michel Wuyts en José De Cauwer. De eerste interviewde de tweede over hoe hij het als ploegleider voor elkaar heeft gekregen dat Greg Lemond de Tour de France in 1989.

Er was ook nog een speciale ‘Petje op, petje af’ competitie met de hele zaal onder leiding van Wilfried de Jong. Er zaten enkele gemakkelijke vragen bij, maar ook wel wat moeilijker. Ook een beetje kijkend naar mijn omgeving, wie zag er uit als een echte wielerkenner, en dan maar gokken. Zo bleef ik heel lang in de race, maar uiteindelijk sneuvelde ik in de laatste vraag voor de finale. Als ik me het wel herinner, was het een vraag over de naam van de sponsor van de ploeg van Bernard Hinault in een bepaald jaar. Had ik die goed gehad, dan had ik daar ook op het podium gestaan met tien andere mannen. Die moesten om de beurt een Nederlandse renner noemen die ooit in het geel had gereden. De winnaar kreeg een levenslang abonnement op het tijdschrift De Muur.


De hele avond werd afgesloten met de apotheose. Alle nog levende wielrenners die ooit in het geel hebben gereden kwamen het podium op en dan mochten ze op een daar neergezette fiets gaan zitten. Als laatsten kwamen Jan Jansen en Joop Zoetemelk op het podium. Die mochten in het midden. Rick de Leeuw zong een lied en de mannen zwaaiden naar het publiek, zittend op een fiets. Op de een of andere manier zag het er ook wel een beetje ongemakkelijk uit. Maar het was wel een leuke avond.

Dinsdag 30 juni

Tijd voor actie. Ik heb besloten om de eerste etappe te gaan fietsen. De tweede had ik al gedeeltelijk gedaan op zondag. De eerste kon ik natuurlijk wel in zijn geheel volbrengen. Het was al behoorlijk warm weer aan het worden, dus lekker vroeg op pad. De start zou op de Overste Den Oudenlaan zijn, dus daar op zoek naar een punt van waar de start zou kunnen zijn. Dat was nog niet te vinden, dus ik ben maar gestart op het punt waar de Truus van Lierlaan bij deze straat komt. Onderweg zag ik al diverse gebouwen staan die er een paar dagen geleden nog niet stonden. Wat komt er toch veel kijken bij het organiseren van dit evenement.





Ik heb de hele route best op tempo gereden, natuurlijk over de fietspaden waar dit van toepassing zou zijn en ook rekening houdend met verkeerlichten en het andere verkeer. Aan het eind was het natuurlijk ook nog niet helemaal duidelijk waar de finish zou zijn. Ik ben maar gestopt bij de Rabobank, achteraf gezien had ik natuurlijk een klein eindje verder moeten fietsen. 



Officieel was de etappe 13,8 kilometer lang. Ik klokte 13,44 kilometer en die heb ik volbracht in 42 minuten en 8 seconden. Persoonlijk vond ik dat best wel een aardige tijd! Ruim 19 kilometer per uur met stoplichten en andere ongemakken.

Woensdag 1 juli

Museumdag. Heel veel musea in Utrecht hadden een tentoonstelling georganiseerd in het kader van de Tour de France. Het was mijn bedoeling om ze allemaal, met behulp van de Museumjaarkaart, op deze dag te gaan bezoeken.


In Het Utrechts Archief was een tentoonstelling over de fietscultuur in de stad Utrecht van het verre verleden tot nu toe. Vooral deprachtige hoge bi fietsen spreken natuurlijk tot de verbeelding met dat hoge voorwiel en het kleine achte wieltje. Vooral de filmpjes ervan zijn hilarisch en men kan er ook best hard op fietsen.



In het Catharijneconvent waren diverse historische wielertruien tentoongesteld. Veel gele truien, maar ook vele andere. Er waren gele truien van glorieuze winnaars, maar ook gele truien waar achteraf een klein smetje op is gekomen.


In het Aboriginal Art Museum was er een expositie van beschilderde fietsen. Zagen er leuk uit, daar zou je wel mee door de stad heen willen fietsen.




Het Spoorwegmuseum had een expositie gewijd aan alle Nederlanders die ooit meegedaan hadden aan de Tour de France. Met onder andere als hoogtepunten de fiets waarmee Wim van Est het ravijn inreed en de allereerste wielerbus van Sauna Diana. Toentertijd een novum van een ploegje in de marge, nu kan geen ploeg meer zonder.



In het oude postkantoor aan de Neude was een fototentoonstelling onder de naam Hotel Héroique. Ook kon je zien hoe een gemiddelde hotelkamer eruit zag, in het verleden en heden.

De dag was te kort om de tentoonstelling gewijd aan de enige Utrechter die ooit de Tour de France reed nog te gaan bekijken. Dat heb ik dus gemist en daarom bij deze mijn nederige excuses aan Michel Stolker.

Donderdag 2 juli

Ploegenpresentatie. In Park Lepelenburg zou de ploegenpresentatie gaan plaatsvinden. Ik was niet goed voorbereid aan wat ik kon verwachten, maar vanaf het centrum kon ik er maar moeilijk komen en zodoende kwam ik terecht op de Maliesingel, op de plek tegenover Sonnenborgh. Daar was een afzetting, maar je kon er nog wel langs. Het bleek dat hier de renners al lopend vanaf het Spoorwegmuseum vanuit de Zonstraat de Maliesingel zouden oversteken. Om dan vervolgens in een bootje te stappen dat aan zou leggen tegenover Sonnenborgh, zodat ze verder al varend richting Park Lepelenburg zouden gaan. Het was er helemaal niet druk, dus dat leek mij het beste om hier maar gewoon te blijven. Hier zouden alle renners vlak onder mijn neus langs gaan lopen.


Het duurde nog wel een half uurtje, maar toen werd mijn geduld beloond. Eerst kwamen er verschillende belangrijke mensen langs, zoals onze burgemeester en Jan Jansen. Natuurlijk was Christian Prudhomme er ook bij. Spontaan stak ik mijn hand uit, en zowaar dat werd geaccepteerd en zo heb ik dan toch maar even de hand van de tourdirecteur gedrukt. Niet veel later stapte het gehele gezelschap in een klaarliggend bootje en vertrok onder een luid applaus.


Niet veel later kwam het eerste wielerteam langs. De een liep wat sneller voorbij, de volgende renner nam uitgebreid de tijd om op de foto te gaan met een fan of om een handtekening uit te delen. Ik herkende een paar renners, maar van het merendeel wist ik niet wie het waren. Het was leuk om ze zo van dichtbij te zien. De meeste zagen er ontspannen uit.










Ik herkende in ieder geval Alberto Contador, Peter Sagan en Thomas (Titi) Voekler. Van de Nederlanders herkende ik in ieder geval Bauke Mollema en Pieter Weening. Chris Froome heb ik ook duidelijk gezien, al dacht ik eerst bij een ploegmaat van hem dat ik hem al had herkend.




Ik vond het ook vooral leuk om het team van MTN Qhubeka te zien. Voor het eerst doet een Afrikaans team mee en het meest bijzondere dat ze twee donkere Afrikanen hebben meegenomen. Er hebben wel eens eerder renners meegedaan uit Zuid-Afrika, dat is dus niet zo bijzonder, maar dat er nu twee meedoen uit Eritrea, dat spreekt wel tot de verbeelding.




Na ruim de helft van de teams zo voorbij hebben zien gaan, ben ik eens verderop gegaan. Eens kijken of ik toch nog bij het park zou kunnen komen. Maar onderweg natuurlijk wel even goed kijken hoe wielrenners zich houden in een bootje op het water. Dat zag er best wel goed uit, het leek er wel op dat de meesten het leuk vonden.


Bij het park aangekomen was het al snel duidelijk dat het gewoon onmogelijk was om er nog te komen. De toegangswegen waren helemaal vol. Van de overkant kon ik over het water nog een vage glimp van het podium zien. De geluidsinstallatie stond wel luid genoeg, de kleine interviews kon ik goed horen.

Dan nog maar even verder gelopen richting Maliebaan. Daar zag ik de bussen van verschillende teams staan opgesteld. Vanaf het podium kwamen ze wederom door een dikke haag mensen aangefietst over de Maliesingel richting Maliebaan.


Sommigen namen echt de tijd om van het publiek te genieten. Anderen gingen wat snelle voorbij aan de mensenmassa, die wilden zo snel mogelijk bij de bus aankomen.



Ook een van de renners uit Eritrea kwam daar weer aangefietst. Aan de overkant stond een hele familie met de vlag van Eritrea. Uiteraard werd daar even gestopt om flink wat knuffels uit te delen. Zou het familie van de renner zijn geweest? Of gewoon maar iemand van Eritrese achtergrond.


Hoe verder ik kwam op de Maliebaan, hoe leger het werd. Hier bleven de echte fans nog over. Ik zag een man met een groot boekwerk met plaatjes van renners verwoed alle renners van FDJ aanklampen voor een handtekening. Blijkbaar wist hij wel wie hij voor zich had, verschillende renners zetten gauw even een krabbel en gingen de bus in. Of zou er nu zo maar een handtekening van de ene renner bij de andere kunnen staan?



Als laatste kwam Vicente Nibali voorbij. Ik had verwacht hem in de gele trui voorbij te zien fietsen, maar dat was helaas niet het geval. Zijn voorbijgaan was in ieder geval het teken dat de ploegenpresentatie ten einde was gekomen.