Dit zegt de website: “VSO is een internationale ontwikkelingsorganisatie die door duurzame kennisuitwisseling werkt aan een rechtvaardiger wereld zonder armoede. Op aanvraag van lokale organisaties in Afrika en Azië zenden wij vakdeskundigen uit die hun kennis en ervaring daar delen. Lokale organisaties kunnen daardoor hun werk effectiever doen.”
En dit ook: “Als vakdeskundige zorg je voor het delen van
kennis en ervaring met lokale organisaties in ontwikkelingslanden. Je krijgt
een: gedegen training en voorbereiding, tijdelijk dienstverband met de lokale
organisatie, een lokaal gebruikelijk salaris, onvergetelijke ervaring.”
Ik ben inmiddels al weer ruim een jaar terug, en dat geeft
reden om mijn ervaringen proberen te rangschikken voor een algehele evaluatie.
In 2009 heb ik ruim twee maanden in Cambodja gewerkt en dat
was mij zeer goed bevallen. Dat was dus een reden om eens om me heen te kijken
of ik nogmaals op zo’n dergelijk avontuur kon gaan. Al gauw kwam ik uit bij VSO
en heb me daar ingeschreven. Dan begint het met een zogeheten assessmentdag.
Dat is een dag waar je met allerlei andere kandidaten via spelvorm wordt getest
of je wel geschikt bent om uitgezonden te worden. Dat was 7 augustus 2009. Naar
aanleiding hiervan kreeg ik een mooi rapport in handen met als conclusie dat ik
door mocht gaan voor de volgende ronde.
De volgende ronde bestaat uit twee trainingsweekenden met de
prachtige afkortingen P2V en SKWID, die respectievelijk staan voor ‘Preparing
to volunteer’ en ‘Skills for working in development’. Een opmaat voor een
wereld vol afkortingen! Beide weekenden vonden plaats in De Kleine Aarde te
Boxtel, inmiddels ter zielen, maar toen nog in de laatste maanden voor haar
onverbiddelijke einde. De Kleine Aarde was een veelbelovend initiatief, maar in
de uitvoering miste er iets. Toch waren het hele leuke en
interessante weekenden, met veel informatie en meer rollenspel om je in te
leven in de situatie die eraan zat te komen.
In de tussentijd had VSO al twee voorstellen naar mij toegezonden
om te kijken of ik erin was geïnteresseerd. De eerste was in Zambia en de
tweede in Uganda. Die heb ik beiden afgewezen. De eerste omdat deze te vroeg
kwam en de tweede omdat het een werkplek betrof die ver weg was van de bewoonde
wereld. Ik wilde in ieder geval een plaatsing in een hoofdstad of tenminste een
grote stad, zodat het mogelijk zou zijn voor Wilma en Marte om mij gemakkelijk
te bezoeken en er ook nog een aangenaam verblijf te kunnen hebben. Beide waren
ook voor 24 maanden en dat leek mij ook aan de lange kant.
Maar toen kwam het aanbod om in Rwanda te gaan werken. Dat leek
ideaal. Het was in de hoofdstad, dus met genoeg faciliteiten, ook voor Wilma en
Marte. Verder was het ook maar voor een jaar, dat leek me ook beter, temeer
omdat het precies het jaar is dat Marte wel naar school zou gaan, maar nog niet
verplicht. Dat gaf dus alle ruimte voor haar om mij in Rwanda te gaan bezoeken.
En de baan leek ook interessant.
Dus heb ik gesolliciteerd voor de functie van ‘Finance and Accounting Advisor’ bij het RNDSC (Rwandan National Decade Steering Committee), maar dat niet alleen, ik zou ook nog adviseur worden bij zeven andere organisaties op het gebied van de behartiging van belangen voor gehandicapten. De helft van mijn tijd zou zijn bij RNDSC, de andere helft bij de andere organisaties. Dat leek dus een goed gevulde portefeuille. Volgens de omschrijving voor mijn werk was het doe om bij de verschillende organisaties een adequaat financieel systeem in werking te laten zijn met goede administratieve procedures. Tevens zouden ze in staat zouden moeten zijn om budgeten te maken en financiële rapportages van voldoende kwalitatief niveau.
Dus heb ik gesolliciteerd voor de functie van ‘Finance and Accounting Advisor’ bij het RNDSC (Rwandan National Decade Steering Committee), maar dat niet alleen, ik zou ook nog adviseur worden bij zeven andere organisaties op het gebied van de behartiging van belangen voor gehandicapten. De helft van mijn tijd zou zijn bij RNDSC, de andere helft bij de andere organisaties. Dat leek dus een goed gevulde portefeuille. Volgens de omschrijving voor mijn werk was het doe om bij de verschillende organisaties een adequaat financieel systeem in werking te laten zijn met goede administratieve procedures. Tevens zouden ze in staat zouden moeten zijn om budgeten te maken en financiële rapportages van voldoende kwalitatief niveau.
Met als resultaat dat ik op 15 januari 2011 in het vliegtuig ben
gestapt met eindbestemming Kigali, om daar een jaar te gaan leven en werken.
In de praktijk heb de meeste van mijn tijd doorgebracht op het
kantoor van RNDSC, veel meer dan de beoogde 50 %. Verder heb ik me in de
praktijk bij RNDSC zeker niet alleen bezig gehouden met financiële en administratieve
zaken, uiteindelijk ben ik aanraking gekomen met algemeen beleid op het gebied
van belangenbehartiging. Dit komt enerzijds doordat ik samen opgetrokken ben
met Nicole, die tegelijkertijd met mij bij RNDSC zat als ‘Management and
Advocacy Coach’. Samen met Bruno, onze baas bij RNDSC, zijn we bijvoorbeeld actief geweest bij de behandeling van het rapport dat de
regering van Rwanda zou moeten uitbrengen over de CRPD (Convention on the Rights of Persons
with Disabilities) aan de Verenigde Naties. Bij dit algehele beleid lag duidelijk
veel meer de belangstelling van Bruno.
Gedurende mijn plaatsing bij RNDSC werd me gaandeweg wel duidelijk
dat men niet zo veel belangstelling voor het onderwerp financiën had. Op een
gegeven moment krijg je het dan ook over de verwachtingen die men had omtrent
mijn komst. In de allereerste plaats had men verwacht dat ik met financiële
software zou komen, waarschijnlijk met het idee dat het dan allemaal vanzelf
zou gaan. Dat van de software kwam regelmatig terug, en het moge duidelijk zijn
dat nooit de bedoeling is geweest. Daarnaast is de organisatie nog zo klein,
dat financiële software echt onnodig is, het gaat net zo gemakkelijk in Excel.
Toen duidelijk werd dat ik niet met financiële software zou komen, kreeg ik de
indruk dat mijn plaatsing bij RNDSC er steeds minder begon toe te doen.
Als ik een beetje doorvroeg over aanvullende wensen, dan gaf men
als antwoord het bijbrengen van vaardigheden (‘skills’), zonder daarbij een
idee te hebben welke dit dan zouden moeten zijn. Bijkomend probleem daarbij was
dat ik dat wel geprobeerd heb, maar dat ik niet het gevoel heb gehad dat men
daar erg open voor heeft gestaan. Toen ik op een gegeven moment voorstellen heb
gedaan om een betere verantwoording richting donoren te doen, was Bruno daarvan
niet gecharmeerd. Mogelijk heb ik het ook niet op een juiste manier gebracht,
in ieder geval is het zeker niet in goede aarde gevallen.
Ik heb mijn vraagtekens bij een uitgangspunt van mijn plaatsing.
Dat zou zijn op aanvraag van een lokale organisatie. Is die er wel werkelijk geweest?
Natuurlijk is die er formeel wel geweest, maar in hoeverre is dat niet
voorgebakken door VSO Rwanda. Daar had men misschien zoiets van dat wel eens
handig zou zijn en vervolgens heeft men RNDSC gevraagd of zij er behoefte aan
had. Dan zegt men natuurlijk geen nee, zeker niet in Afrika. In mijn gedachten
speelt ook nog mee dat VSO Rwanda ook gewoon
een bedrijf is. Hoe meer plaatsingen, hoe succesvoller! Pas op het eind van
mijn plaatsing heb ik uitgevonden dat mijn plaatsing (geheel of gedeeltelijk) gefinancierd
is door SHIA (Solidarity, Human Rights, Inclusion and Accessibility), de Zweedse
organisatie voor belangenbehartiging. Misschien is de vraag wel van deze
organisatie gekomen?
Bij een tweede uitgangspunt van uitzending heb ik ook mijn
twijfels. Heb ik wel echt een tijdelijk dienstverband gehad bij RNDSC? Ik heb
wel een lokaal salaris ontvangen, maar dat is gedurende het gehele jaar
uitbetaald door VSO. Dus voor mijn gevoel ben ik in dienst geweest bij VSO en
vervolgens gestationeerd bij RNDSC. In mijn beleving had ik een lokaal salaris
van de organisatie waar ik kwam te werken moeten ontvangen. Doordat dit niet
het geval was, was er ook onvoldoende toewijding van de kant van RNDSC voor
mijn aanwezigheid. Ik was er wel, maar hoorde ik er wel bij? Werd ik zonder die toewijding niet meer dan een passant? Het probleem was
dat RNDSC geen geld had om mij te betalen, zelfs niet gedeeltelijk. Alle
lopende zaken werden gewoon gefinancierd door VSO. Eigenlijk kon de organisatie
niet voortbestaan zonder de steun van VSO.
Wat betreft de andere organisaties. Bij twee ervan, NUDOR en RNUD,
ben ik regelmatig over de vloer geweest en heb daar onder ander op het gebied
van financiën een bijdrage kunnen leveren. Bij een paar anderen ben ik wel eens
binnen geweest en heb er ook wel iets gedaan, maar dat was wel mondjesmaat. Bij
een tweetal organisaties ben ik nooit contact geweest gedurende het jaar. Ik
heb wel pogingen ondernomen, weliswaar niet tot het uiterste, maar dat heeft
tot niets geleid. Waarschijnlijk was er geen behoefte aan advies op het gebied
van financiën. Misschien was acht te bedienen organisaties ook wel een beetje
te veel van het goede geweest, dus dat twee er helemaal geen behoefte aan
hadden ook helemaal niet erg. Maar ook hier heb ik vraagtekens of deze acht
lokale organisaties wel gevraagd is naar een vakdeskundige zoals ik.
Door het ontbreken van de vraag van de lokale organisaties en het
ontbreken van de toewijding, ook in financiële zin, was mijn plaatsing niet zo
succesvol als deze had kunnen zijn. Mijn doelstellingen zijn bij lange niet
gehaald bij de acht organisaties waarvoor ik aan de slag ben geweest.
Daarentegen ben ik veel actiever geweest op beleidsmatig niveau, wat in het
geheel niet vermeld stond bij mijn te bereiken doelen.
Sommige plaatsingen door VSO hebben heel veel succes, dat is denk
ik dus niet van toepassing. Er zijn ook veel plaatsingen die op een totale
mislukking zijn uitgelopen. Dat gevoel heb ik ook zeker niet. Bijna alle
plaatsingen zijn anders dan dat ze op voorhad op papier zijn gezet. Dat is ook
zeker op mij van toepassing, ik sluit me hierbij dan ook aan bij de
meerderheid.
Bereikt VSO haar doelstellingen? Soms wel, soms niet en soms
gedeeltelijk. En vaak wordt er iets heel anders bereikt dan oorspronkelijk de
bedoeling is. Het is wel zaak om heel duidelijk vast te stellen dat er
inderdaad een vraag is van een lokale organisatie. Misschien kan er op dat punt
nog winst worden gemaakt.
Wat in ieder geval wel is uitgekomen is dat het een
onvergetelijker ervaring is geweest. Dat kan ik van harte onderschrijven!