Via de sociale media heb ik regelmatig wel iets gelezen over
Rwanda Day. Dit evenement wordt jaarlijks gehouden voor Rwandezen die wonen in
de diaspora. De afgelopen jaren heeft dit onder andere plaatsgevonden in
Atlanta (2014), Toronto (2013), Londen (2013) en Boston (2012). Meestal zo rond
1 oktober, want dan wordt herdacht dat 1 oktober 1990 de RPF begonnen is met
het invallen van Rwanda vanuit Uganda. Deze inval heeft uiteindelijk in 1994
geleid tot de val van het oude regime en het aan de macht komen van het huidige
regime onder leiding van Paul Kagame.
Al die tijd heb ik gedacht dat als het evenement een keer
naar Nederland zou komen, dat het dan misschien wel leuk zou zijn om daar bij
te zijn. Gewoon om het mee te maken. Eind september zag ik ergens dat Rwanda
Day inderdaad naar Nederland zou komen en wel op 3 oktober. Ik ben op zoek
gegaan naar meer gegevens, vond een website en heb me ingeschreven. Via de mail
heb ik een bevestiging gekregen dat ik me op 28 september succesvol heb aangemeld
voor Rwanda Day 2015.
Op de website stond onder het hoofdstukje Programma dat dit
binnenkort zou worden gecommuniceerd. Ook de plek waar het alles zou
plaatsvinden zou nog worden verteld. In de week voorafgaande aan 3 oktober heb
ik regelmatig de website bezocht maar de informatie leek maar niet los te
komen. Op een gegeven moment kwam er wel een programma, maar dan zonder tijden.
De plek bleef nog steeds een raadsel.
Dit stond er op de website:
Registration and Security Check-in
Arrival of guests
Exhibition
Lunch
Entertainment
PANEL I:
Bridging generations
This panel discussion will be an opportunity for participants to reconnect with Rwanda’s history, learn about the Rwanda of today and hear about various ways to be an integral part of shaping Rwanda’s future.
PANEL II:
MEET THE LEADERS
Leaders from across key sectors in Rwanda will join this panel for an
interactive discussion with participants on Rwanda’s
progress and solutions to challenges ahead.
Entertainment
Igitaramo
DIRECTIONS
TO THE EVENT
Location to be announced...
Rwandan Embassy in The Hague, Netherlands
Johan Van Oldenbarneveltlaan 9 B
2582 NE The Hague
Netherlands
Op 2 oktober was nog steeds niet bekend waar het zou plaatsvinden.
Ook via de sociale media kon ik niet veel gewaar worden. Aal werd me op een
gegeven moment wel duidelijk dat het in Amsterdam zou plaatsvinden. Ergens werd
er ook een plaatje gedeeld en daar meende ik ook de RAI te herkennen. Als het
voor mij als Nederlander al zo moeilijk was om te weten komen waar het was, hoe
moesten Rwandezen afkomstig uit het buitenland de plek kunnen vinden? Of zou
dat in de Rwandese gemeenschap ter plekke gewoon allang bekend zijn?
Op 3 oktober nog maar eens de website geraadpleegd en mijn
vermoeden bleek juist. De locatie van het evenement was de RAI in Amsterdam. De
tijden van het programma waren nog steeds niet ingevuld, maar aangezien het
echte programma pas na de lunch zou beginnen, leek me de tijd van 12 uur in de middag
een mooi moment om me aldaar te gaan melden.
Na een voorspoedige reis en een ommelandse tocht om de RAI
heen kwam ik aan bij hal R. Dat bleek een enorme loods waar diverse bussen naar
binnen aan het rijden waren. Ik ben ook maar naar binnen gelopen en zag bussen
uit diverse landen staan, onder andere uit België, Frankrijk, Engeland en
Noorwegen. Uit al deze landen zijn dus Rwandezen gekomen om speciaal voor dit
evenement naar ons land te komen.
Voorbij de bussen bevond zich een enorme mensenmassa. Allemaal
mensen die bezig waren om zich in aan te melden. Er stonden verschillende lange
rijen. Het was onduidelijk hoe een en ander functioneerde. Iemand vroeg mij uit
welk land ik kwam. Ik antwoorde dat ik uit Nederland kwam en werd vervolgens in
een relatief korte rij gezet, dus dat beviel me wel. Ik stond achter een andere
Nederlander, Kria, en raakte met hem aan de praat, gedurende het wachten. Kria
was nog nooit in Rwanda geweest. Hij is architect en gaat binnenkort naar
Rwanda om te onderzoeken of en hoe je er voor kunt zorgen dat er betere
bebouwing komt voor krottenwijken. Zijn doel is om dit niet te gaan bedenken in
Nederland, maar om te proberen vanuit de plaatselijke behoefte iets te gaan
creëren dat echt aansluit met de wensen van de mensen. Hij wilde Rwanda Day
2015 bezoeken om een eerste indruk van Rwanda op te doen.
De inschrijving leek niet heel vlotjes te gaan. Enorme
stapels badges lagen per tafeltje klaar. De voorste in een rij melde zich bij
het tafeltje en vervolgens moest dan voor de desbetreffende persoon uit de
enorme stapel de juiste badge worden gezocht. Dat ging tergend langzaam. Ik
kreeg ook door dat inschrijving per land werd georganiseerd. Elk tafeltje stond
voor een ander land. Wij stonden bijna vooraan en zagen dat wij bij het
tafeltje ‘Friends of Rwanda’ stonden. Inderdaad, even later bleek dat wij niet
in de juiste rij stonden. Wij moesten naar het Nederlandse tafeltje dat naast
ons stond. Na nog een beetje doorvragen bleek er echter ook nog een aparte rij
te zijn voor online inschrijvingen. Dus niet naar de Nederlandse tafel, maar
naar de tafel met online inschrijvingen. Al met al hadden we een half uur voor
niets in de rij gestaan. We begonnen een beetje te mopperen. Rwanda zegt zo’n
goed georganiseerd land te zijn, maar dat is hier niet te zien.
Dus gaan Kria in ik maar in de rij staan voor online
inschrijvingen. Deze was beduidend langer dan onze vorige rij, dus we hadden
goed tijd om alles eens even goed op te nemen. Wat dan opvalt, is dat het
ondanks de enorme rijen en de ogenschijnlijke chaos het publiek zo ontzettend
rustig en beheerst blijft. Vol geduld wacht men rustig tot men aan de beurt
komt. Als het een rij met Nederlanders zou zijn geweest dat was het ongeduld
wel op luidruchtiger manier naar buiten gekomen.
Vlak achter ons stonden nog een Nederlandse vrouw en man. Ik
meende haar te herkennen en dat klopte ook. Het was Anneke Verbraeken, een
freelance journalist die regelmatig (kritisch) over Rwanda schrijft. De man bij
haar was Jan, ook journalist. We raakten aan de praat. De rij was nog steeds
lang, dus een beetje afleiding is nooit weg. Toen ik in 2011 in Rwanda was
heeft Anneke eens een keer geciteerd uit mijn blog en sindsdien kennen wij
elkaar, maar we hadden elkaar nooit ontmoet. We vertelden over en weer over
waar me bezig waren. Dat ze bezig is met het schrijven van een boek en verder
wist ze nog wel wat meer informatie te vertellen over de organisatie van deze
dag.
Ze vertelde ons dat met opzet de locatie van het evenement
zo laat wordt aangekondigd. Dat is om demonstraties zo veel mogelijk te
voorkomen. Ik had inderdaad ook wel wat demonstranten verwacht, maar niet
gezien. Volgens Anneke zouden die wel komen, maar pas ’s middags. Dat ze ook
nog 3 andere locaties hadden afgehuurd of ieder geval besteld, om zo veel
mogelijk verwarring te stichten. Dat de gemeentes Leiden en Rotterdam
behoorlijk schrokken van een evenement waar 4.000 Rwandezen op af zouden komen
zonder dat ze het wisten. Dat de gemeente Amsterdam gewoonweg ontkende dat er
een dergelijk evenement zou plaatsvinden in hun stad.
Na anderhalf uur wachten in onze nieuwe rij waren we
eindelijk aan de buurt. Ik overhandigde mijn ticket dat ik geprint had. Voor de
online aanmeldingen zat men een laptop te raadplegen om deze aanmelding definitief
te maken. De man achter het scherm zat maar te turen en te turen en zat verder
lekker te scrollen achter zijn beeldscherm, maar verder gebeurde er niet zo
veel. Na enig gedraal kreeg ik mijn formulier weer terug met de mededeling dat
ik niet op de lijst sta. Verbouwereerd bleef ik zo een beetje staan om te zien
wat er verder gebeurde. Ook bij Kria gebeurde precies hetzelfde en even later
moesten Anneke en Jan hetzelfde lot ondergaan. Dat was een behoorlijk vreemde
gang van zaken. We vroegen aan de dienstdoende mensen hoe we alsnog binnen
zouden kunnen komen. Hij zei dat wij op dat moment als ongeregistreerd bekend
staan en dat hij eerst alle geregistreerde mensen wilde afwerken en dan zou hij
naar ons probleem gaan kijken. De rij was inmiddels flink aangegroeid, dat zou
zeker nog een uur gaan duren. De volgende in de rij werd inmiddels opgezocht in
de laptop. Daar stonden we dan. Wat nu!
We keken nog even bij het tafeltje voor Nederland of we daar
nog zouden liggen, maar dat was niet het geval. We keken vragend naar de alle
functionarissen achter de tafeltjes, maar die gaven niet thuis. Er werd wel wat
gesmoesd, maar er gebeurde niets. Plotseling voegde een grote man zich bij ons.
Hij hoorde ons aan en wekte de indruk dat hij ons wilde helpen. Of we even mee
wilden komen. Voor de grap zei ik nog dat hij ons vast wel wilde helpen om de
uitgang te vinden. De grap bleek werkelijkheid te worden. Hij had inmiddels
twee van onze geprinte online inschrijvingen te pakken en leek niet zins om ze
terug te geven. Al lopend naar de uitgang, tussen de rij van bussen, stortte
Anneke zich op de twee formulieren en griste ze weg uit zijn handen en gaf vervolgens
de mijne weer terug aan mij. Eigenlijk was het wel zinloos geworden, en dan
bedoel ik dat voor beide kanten, om je druk te maken om zo’n papiertje. Doordat
we niet in de lijst op de laptop stonden, waren ze waardeloos geworden.
Daar stonden we dan weer buiten met zijn vieren. Daar kregen
we gezelschap van twee Vlaamse journalisten. Inmiddels begon het mij ook wel
een beetje duidelijker te worden. Waarschijnlijk stonden we wel gewoon op de
lijst. We zijn gewoon de toegang ontzegt. De beide journalisten zijn niet
welkom en omdat Kria in ik zo langdurig met hen hebben aangepapt tijdens het
lange wachten in de rij heeft men geconcludeerd dat wij bij hen hoorden.
Daardoor waren wij ook niet welkom. De sfeer werd er ook niet aangenamer op.
Door verschillende mensen werd ons duidelijk gemaakt dat wij niet welkom waren.
Kria en ik wilden nog steeds naar binnen. Wij moesten ons dus gaan distantiëren
van de journalisten om nog een kans te maken. We besloten een ommetje te maken.
Na een korte wandeling van een half uur zijn we weer naar
binnen gegaan en sloten aan bij de inmiddels flink geslonken rij voor de online
inschrijvingen. Wat wij vreesden gebeurde ook. Nog steeds stonden wij niet op
de lijst in de laptop. Daardoor konden wij niet naar binnen. De dienstdoende
functionaris beriep zich op zijn protocol. Volgens zijn protocol kon hij
niemand binnenlaten die niet in het bestand op de laptop stond.
Wij schoten iemand aan van de Rwandese ambassade. Die ging
weer in overleg met dienstdoende mensen die er stonden te staan. Er werd weer
veel overlegd en gesmoesd, maar er gebeurde niets. We voelden ons behoorlijk
machteloos. De mensen achter de tafeltjes gaven niet thuis. Er werd geen poging
gedaan om ons op de een of andere manier te gaan helpen. Wij waren ook niet
plan om zo maar weg te gaan. Rustig blijven staan tussen de paar mensen die er
nog stonden om geholpen te worden. Laat ze zich maar ongemakkelijk voelen! Wij
hebben de hele dag nog.
Het protocol voor de rest van de mensen leek ook al
overboord gezet. Zo af en toe kwam er nog een bus binnen en blijkbaar was er
geen badge voor deze mensen. Zij hoefden alleen maar een naam op te schrijven
en konden vervolgens gewoon doorlopen.
De grote Rwandese man die ons een uur eerder uit het gebouw
had gezet kwam weer bij ons staan. Dit was een heel vervelende, arrogante man.
Hij begon nog maar eens te zeggen: “You’re not welcome! We don’t want you
here!”. Hij begon een parabel over het feit dat je in je eigen huis ook
bepaalde wie er wel of niet binnenkwam. En dat was hun huis en het mocht mij nu
toch wel duidelijk zijn dat zij niet wilden dat ik op hun feestje kwam.
Ondertussen raakte zijn vinger mijn schouder aan om dit nog eens te
verduidelijken. Op een gegeven moment versprak hij zich tegenover Kria toen hij
zei dat journalisten niet welkom waren. Wij probeerden nog duidelijk te maken
dat wij geen journalisten waren, maar dat had geen succes.
Al met al was het wel een heel vervelende situatie. De
mensen achter de tafeltjes probeerden ons zo goed als mogelijk is te negeren.
De irritante vingerwijzer zocht ons steeds meer op met zijn priemende ogen, die
niets liever wilden dan dat wij weggingen. Over deze kant van Rwanda had ik wel
gehoord, maar nooit meegemaakt. Een enorme teleurstelling. Hier kwam de lelijke
kant van Rwanda duidelijk naar buiten. Dit was dus de lange arm van Paul Kagame.
Maar plotseling gebeurde er iets. Een man in een lichtbruin
kostuum kwam naar mij toe. Hij vroeg of ik bij Kwibuka21 was geweest. Begin
april ben ik inderdaad in Den Haag geweest om te herdenken dat de genocide 21
jaar geleden heeft plaatsgevonden. Dat is Kwibuka21. Dus ik bevestigde dat. Hij
zei dat hij mij herkende. Ik herkende hem niet, maar veiligheidshalve heb ik
maar gezegd dat ik hem ook herkende. Vervolgens legde ik hem mijn probleem uit
en vroeg hem vervolgens of hij mij kon helpen. Hij ging in overleg met allerlei
mannen in blauwe pakken die bezig waren achter de tafeltjes. Zou het dan toch
nog goed komen?
Er gebeurde nog iets. Ik zag een bekende die ik nog ken toen
ik in Rwanda woonde. Het was Frank en die werkte toentertijd op de ambassade in
Kigali. Nu werkt bij gewoon op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook hem
legden we het probleem uit met de vraag of hij ons kon helpen. Hij kon ons in
ieder geval vertellen dat de man achter de laptop onze namen niet kon vinden de
tweede man op de ambassade is.
De man in het lichtbruine pak kwam weer naar ons toe en zei
dat het in orde zou komen. We moesten alleen ons nog even laten registreren.
Dat hield in dat onze namen opgeschreven werden in een schrift. De badges waren
allang op, dus dat hoefde ook niet meer. Nog steeds kwamen er mensen aan uit
nieuw gearriveerde bussen en ook die gingen gewoon zonder badge naar binnen.
Uren zijn we inmiddels aan het wachten. Het was ook wel
duidelijk geworden dat je je mobiele telefoon niet naar binnen mocht nemen. Ik
had het kunnen weten. Als president Kagame ergens komt, dan mag dat niet. Ik
heb het een keer meegemaakt dat ik een voetbalwedstrijd niet kon bijwonen als
ik mijn telefoon niet achterliet. Dat was mij toen te riskant. Nu was er
gelukkig nog een bewaakte garderobe, onder het parkeergedeelte van de bussen,
waar wij onze spullen konden achterlaten. Wat is dat toch met het verbod op
mobieltjes? Waar is men bang voor? De zaal zit voor 99% vol met aanhangers die
niet anders dan positief zullen berichten over deze bijeenkomst. Daarbij kan een
dergelijk mobieltje zorgen voor nog meer ondersteuning.
Snel holden we terug naar de tafeltjes, hopende dat de
toegestane toezegging om naar binnen te mogen nog steeds stand hield. We moesten
nog wel even wachten, want er moest nog een telefoontje gepleegd worden om er
zeker van te zijn dat we erdoor mochten. Die vijf minuten wachten kon er ook
nog wel bij. Twee buschauffeurs gingen ondertussen gewoon mee met de late
aankomers. Waar was het protocol
gebleven?
Eindelijk kregen we het groene licht. Nog even in de rij
voor de controle op mobieltjes of nog iets ergers. Daar liepen wij dan over een
lange gang naar het evenement waar we voor gekomen waren: Rwanda Day 2015. Het
heeft meer dan vier uur geduurd om binnen te komen, maar dan heb je ook wat!
De grote hal was door middel van een gordijn in twee
gedeeltes verdeeld. Rechts een podium met enorm veel zitplaatsen. Links het
meer informele gedeelte met verschillende statafels en gelegenheid om drinken
en eten te kopen. In het rechtergedeelte was het programma in volle gang met
ongetwijfeld heel interessante sprekers. Dat konden we helaas niet volgen omdat
de voertaal Kinyarwanda was.
Al snel liepen we Frank weer tegen het lijf en we raakten
aan de praat. Eerst moesten we allemaal even ons hart luchten over de wijze hoe
we naar binnen zijn gekomen. Frank had geen goed woord over voor de tweede
medewerker van de ambassade. Die had hem wel doorgelaten, maar vergeten erbij
te vermelden dat mobiele telefoons niet werden toegelaten. Daarom moest hij
weer helemaal terug naar de garderobe om vervolgens weer te worden toegelaten.
Vergelijken met onze problemen stelde dit nauwelijks iets voor, zeker gezien
het feit dat ik gezien had dat hij via de rij voor belangrijke personen veel
sneller door de fysieke controle was heengegaan.
We raakten nog meer aan de klets. We hadden net ruim vier
uur wachten doorstaan. Zonder eten en zonder drinken. Dus dat vroeg om wat
mentale ondersteuning in de vorm van een glas bier. We kwamen zo ook heel wat
meer te weten over het bezoek. Over de verdere invulling van het programma van
Paul Kagame. Frank had een en ander begeleid vanuit Buitenlandse Zaken. Kagame
is zaterdagochtend ontvangen door Ploumen. Vervolgens door naar een hotel in
Amsterdam om van daaruit naar dit evenement te komen. Op zondag een bedrijvenbezoek.
Op maandag op bezoek bij Koning Willem Alexander en Koningin Maxima (drie
kwartier) en aansluitend nog drie kwartier alleen met Maxima over microkrediet.
Daarna een diner waar ook een delegatie van Nederlandse en Rwandese bedrijven
zullen aanschuiven. Op dinsdag nog een gesprek met minister Koenders en dan door
huis. Er staat geen ontmoeting met premier Rutte gepland.
Het werd vijf uur en er kwamen dames aan om iedereen in de
informele zaal te verwittigen dat Paul Kagame er aan stond te komen. Of we naar
het officiële gedeelte wilden gaan. Dat wilden we wel, maar niet zonder een
nieuw biertje. Wat we zagen was een keur aan Rwandese artiesten, maar nog geen
Kagame. Ach ja, maakt niet uit, de muziek, het bier en de verhalen waren goed,
dus we vermaakten ons prima. We stonden lekker achterin de zaal en konden alles
goed overzien.
Frank heeft wel een zwak voor Rwanda maar ook kritiek. Het
grootste kritiekpunt hield toch wel het nakomen van afspraken in. Niet op tijd
komen bij gemaakte afspraken. Niet leveren wat is afgesproken. Voor het diner op
maandagavond was de Rwandese delegatie gevraagd om de namen van tien bedrijven
aan te leveren, zodat ze gematcht konden worden met Nederlandse counterparts.
Die lijst kwam dus niet. Dat klonk wel heel bekend. Het lijkt erop dat Rwanda
zo heel erg goed bezig is, maar ondertussen valt dat ook wel een beetje tegen.
Na zessen hield de muziek op. Niet lang daarna werden we
gevraagd om te gaan zitten. Dit was het moment van de waarheid. Paul Kagame zou
nu toch echt komen. En ja, hoor daar was hij. Als een popster werd hij
onthaald. Luid en massaal toegejuicht door menigte. Ik had ook niet anders
verwacht.
Paul Kagame ging op het podium zitten, geflankeerd door een
man en een vrouw. Eerst de vrouw met een heel verhaal en vervolgens kwam de man
aan het woord. Dit was de Rwandese ambassadeur in Nederland en hij kondigde al
snel de president aan.
Paul Kagame nam het woord en heeft dat vervolgens drie
kwartier volgehouden. De gehele toespraak was in het Kinyarwanda. Dat was dus
voor ons niet goed te volgen. Het begin was een beetje lauwtjes. Wat beschaafd
applaus als het publiek het er mee eens was. Maar gaandeweg werd het wel veel
levendiger, met klaarblijkelijk ook grapjes, gezien de lachsalvo’s. De man die
naast mij zat was ook zeer enthousiast met zijn instemmend klappen en lachen op
zijn tijd. Ik keek een paar keer naar hem en dat was waarschijnlijk het teken voor
hem om een en ander te gaan vertalen. Zijn naam was Fred en hij was uit
Engeland gekomen.
De redevoering zat natuurlijk vol met algemeenheden. Het
begint er natuurlijk mee dat Kagame verwacht dat Rwandezen hard gaan werken en
dat ze alleen succes kunnen hebben door hard te werken. Men moet niet de hand
ophouden met de verwachting dat men dan wel betaald zal krijgen. Dit staat wel
een schril contrast wat we van Frank te horen hadden gekregen. Heel vaak hadden
mensen met niet meer dan een idee aangeklopt bij de Nederlandse ambassade in de
verwachting, dat dat meteen gehonoreerd zou worden met een financiële bijdrage.
Net of ze geen idee hadden hoe de wereld in elkaar zat. En hoe vaak hij geen
bijeenkomst heeft bijgewoond waarbij de deelnemers eigenlijk alleen maar
interesse hebben in het incasseren van hun ‘transportation fee’. Dat laatste
heb ik ook vaak genoeg meegemaakt. Tussen woord en daad zit hier dus nog een
heel groot verschil.
Verder werden de mensen in de diaspora aangemoedigd om terug
te keren naar Rwanda om te kijken naar de vorderingen van het land en waar
mogelijk daaraan bij te dragen. En ze moesten vooral het goede voorbeeld geven
om aan de rest van de wereld te laten zien dat ze trots mogen zijn op Rwanda.
Inmiddels was het ruim na zeven uur geworden en was de tijd
voor Q&A (Vragen en antwoorden). Frank werd al ongeduldig, want het
protocol werd gruwelijk overschreden. Volgens het draaiboek zou Kagame op dit
evenement zijn van 17.00 tot 19.00. Om acht uur werd hij al weer verwacht in
zijn hotel in Den Haag. Protocol is er natuurlijk om aan te houden als het
uitkomt, als het niet uitkomt, hoeft het natuurlijk niet.
Er kwamen niet zo veel vragen bij Q&A, eerder
mededelingen en statements. Het begon met een Fransman die uitgebreid het woord
nam voor zijn project met als gevolg dat hij op een gegeven moment maar
hardhandig de mond is gesnoerd. Hij werd gevolg door andere niet-vragenstellers
die of een loftuiting richting president en Rwanda uiten of hun eigen project
gingen toelichten.
Het werd pas concreet bij een vraag van studenten uit
Denemarken die vroegen waarom zijn hun studietoelage niet hadden ontvangen.
Kagame haalde gelijk de Minister van Onderwijs erbij met de vraag waarom dat
niet was gebeurd. Deze stamelde wat en dat lokte een opmerking van de president
uit met de volgende strekking: “Wat is er zo moeilijk aan om voor de betaling
te zorgen? Gewoon een cheque uitschrijven.” De minister bleef met zijn mond vol
tanden staan. Het publiek vond het prachtig. Even later kwamen er ook nog
studenten uit Kaiserslautern aan het woord die met een hele bus waren
afgereisd. Zij waren vol lof en zeiden dat ze wel hun studietoelage hadden
ontvangen. Klaarblijkelijk zijn er heel wat Rwandese studenten die met hulp van
de Rwandese overheid studeren aan Europese universiteiten. Ik ben wel benieuwd
aan wat voor criteria je moet voldoen om hiervoor in aanmerking te komen.
Een andere vraag ging over het feit dat de internetverbindingen
in Rwanda zo duur zijn. In Zuid-Afrika was het tien keer zo goedkoop en in de
Verenigde Staten zelfs honderd keer zo goedkoop. De Minister van ICT werd ter
verantwoording geroepen. Hij had het over een plan om subsidie te verstrekken voor
goedkoper internet. Hierop reageerde Kagame als volgt: “Waarom is dat plan nog
niet uitgevoerd?.” Wederom een stamelende minister en wederom smulde het
publiek. Ik vroeg aan Fred of alle ministers hier nu aanwezig waren. Dat
bevestigde hij.
Er kwamen ook vragen in het Frans. Die vielen niet in goede
aarde en werden vaak heel snel afgekapt. Een keer werd het in het Kinyarwanda
afgedaan met de opmerking van Kagame dat zijn Frans niet zo goed was en dat hij
het alleen in de ochtend sprak. Met een kwinkslag was deze vraag dus
afgehandeld onder luid gelach.
Een vragensteller begon met het prijzen van de resultaten
die bereikt zijn door Rwanda. Hij vroeg zich af of Rwanda bereid was om hun
model te exporteren naar andere landen, zoals Burundi, Sudan en Ivoorkust. Daar
stond de president wel open voor, maar toch had hij ook een kanttekening: “You
can send a message, but if the receiver is not open for this message, it has no
use.” Daar heeft Kagame natuurlijk een mooi punt. Je kunt nog zo mooi je
(ontwikkelings-) hulp aanbieden, als er geen behoefte aan is, dan is het
zinloos.
Het moet haast al negen uur zijn geweest als Paul Kagame
zegt dat mooi is geweest. Er stonden nog zo veel mensen in de zaal die een
vraag wilden stellen, dat we nog wel tot middernacht hadden kunnen doorgaan.
Dus het was ook wel mooi geweest.
Door het middenpad liep hij weer naar buiten, omringd voor
beveiligers. Kria en ik stonden vooraan. Toen hij voorbij kwam stak ik mijn
hand uit, maar deze werd hardhandig door een beveiliger aan de kant geduwd.
Kria zag zijn kans schoon en kon nog net een weliswaar slap handje van de
president krijgen.
Het programma was afgelopen. Nog een laatste biertje en nog
even een blik op de Exhibition in een aanpalende ruimte. Daar presenteerden
verschillende Rwandese bedrijven zich met mooie folders. De aanwezige doelgroep
in de diaspora is natuurlijk best wel bemiddeld, dus die zijn misschien wel te
verleiden om een mooi nieuw appartement in Kigali te gaan kopen of anderszins
geneigd zullen zijn om iets te gaan investeren in dat land.
Tijdens het gehele verblijf in de beide zalen was de sfeer
uitstekend. Het was ontspannen en ik absoluut niet het gevoel dat wij als
buitenstaanders werden bekeken. De sfeer was goed. Men liet zich het bier en de
sterke drank, vooral de mannen dan, goed smaken. Wij spraken nog diverse mensen
afkomstig uit verschillende landen. Hier was het veel beter dan een paar uur
geleden toen we niet echt vriendelijk werden behandeld in de ontvangsthal.
Om tien uur vonden we het mooi geweest. Nog een paar laatste
gesprekken en toen was het tijd om met de trein weer huiswaarts te gaan. Het
was een bijzondere dag geweest. En met welke gevoelens worden deze dag nu
afgesloten.
Het programma was afgelopen. Nog een laatste biertje en nog
even een blik op de Exhibition in een aanpalende ruimte. Daar presenteerden
verschillende Rwandese bedrijven zich met mooie folders. De aanwezige doelgroep
in de diaspora is natuurlijk best wel bemiddeld, dus die zijn misschien wel te
verleiden om een mooi nieuw appartement in Kigali te gaan kopen of anderszins
geneigd zullen zijn om iets te gaan investeren in dat land.
Tijdens het gehele verblijf in de beide zalen was de sfeer
uitstekend. Het was ontspannen en ik absoluut niet het gevoel dat wij als
buitenstaanders werden bekeken. De sfeer was goed. Men liet zich het bier en de
sterke drank, vooral de mannen dan, goed smaken. Wij spraken nog diverse mensen
afkomstig uit verschillende landen. Hier was het veel beter dan een paar uur
geleden toen we niet echt vriendelijk werden behandeld in de ontvangsthal.
Om tien uur vonden we het mooi geweest. Nog een paar laatste
gesprekken en toen was het tijd om met de trein weer huiswaarts te gaan. Het
was een bijzondere dag geweest. En met welke gevoelens worden deze dag nu
afgesloten?
In de eerste plaats is het heel onplezierig geweest om nu eens echt in aanraking te zijn gekomen met de lelijke kant van Rwanda. Op grond van een onterechte aanname wordt je in de hoek gezet. Het zou Rwanda sieren als het hier zich wat volwassener zou gedragen. Het is zo zonde dat de eerste indruk voor Kria zo negatief is geweest. Hij is bereid om te investeren in Rwanda en in het eerste contact wordt hardhandig de deur voor hem dichtgesmeten. Gelukkig is het daarna nog goed gekomen, maar het had ook anders kunnen aflopen.
Maar ik ben ook blij dat er een ander Rwanda is. Dat er een man in een lichtbruin pak opstaat en voor je opkomt en ervoor zorgt dat je toch kunt binnenkomen. Dat is er gelukkig ook. En dat laat ook maar weer het belang van connecties zien. Met de goede connecties kun je nog een heel eind komen. Maar ook dat er spontaan iemand voor je gaat vertalen. En
het is fijn dat er gelegenheid is voor ontmoetingen met interessante en geïnteresseerde
bezoekers. Maar vooral de man in het lichtbruine pak. Dat is mijn held!