donderdag 3 december 2015

Sinterklaas en Zwarte Piet als immaterieel cultureel erfgoed

Op zaterdag 14 november kwam Sinterklaas met zijn Zwarte Pieten aan in ons land. We zagen het op televisie. De dag erop kwam hij aan in Utrecht. Wij waren erbij! Op 21 november was het hele gezelschap al in onze wijk. Afgelopen zaterdag zag ik zelfs Sinterklaas in ons eigen winkelcentrum. Gelukkig met Zwarte Pieten! Fijn dat ze er zijn. Steeds dichterbij komen zij. Zullen ze op pakjesavond ons huisje stilletjes voorbij gaan? We hopen van niet. Vol verwachting klopt ons hart!


Maat ondertussen ……

De mooie traditie van Sinterklaas en Zwarte Piet staat onder druk. Het grootwinkelbedrijf heeft al afscheid genomen van Zwarte Piet. Zag je een paar jaar geleden nog op diverse plekken onze vrolijke vriend; nu is hij al bijna verdwenen uit het winkelbeeld. Helaas zwichten deze winkelketens voor de terreur van enkele mensen met nare en vervelende eigenschappen. Omdat men zogenaamd geen klanten wil kwetsen? Aan de ene kant is het ook wel fijn dat Sinterklaas en Zwarte Piet een beetje naar de achtergrond verdwijnen, het werd al te commercieel. Maar het nadeel daarvan is dat nu vanaf begin november de winkels al volstaan met kerstbomen en rendieren. En dat gaat steeds erger worden. Dank voor deze fijne ontwikkeling!

Er zijn dus mensen die er blijkbaar lol in hebben om het feestje van een ander te verstieren. Alleen om hun eigen gelijk te krijgen. Absurd dat sommige mensen zo’n mooie traditie om zeep willen helpen. Ik zou zeggen, als je het niet leuk vind, ga dan wat anders doen!


Jammer dat men een fijne folklore de das om wil doen. En waarom eigenlijk, omdat het racistisch zou zijn. Jammer voor de tegenstanders, maar dat is het helemaal niet. Er zit geen greintje racisme in Zwarte Piet. En wat denk je, als Zwarte Piet is afgeschaft, is er dan geen racisme meer in Nederland? Doe dan echt iets aan het tegengaan van discriminatie op het gebied van banen en werk, dan ben je nuttig bezig.

Ook ons slavernijverleden wordt erbij gehaald. Dat is niet al te best. Een discussie over dit verleden mag zeker plaatsvinden. Maar ook dit heeft niets met Zwarte Piet te maken. Zwarte Piet is geen slaaf. Hij speelt in rol in een toneelstuk. Dat toneelstuk is kunst, dat is niet goed of fout. Dat is zoals het is. Als ik aan slavernij denk, dan zie ik die mooie panden aan de Amsterdamse grachten. Wat mij betreft ben je pas een echte vent als je gaat pleiten voor de afbraak van deze panden. Deze zijn gebouwd met het geld dat verdiend is in de slavenhandel.

Nee, we pakken een gemakkelijk slachtoffer als Zwarte Piet. Daar kun je gemakkelijk mee scoren. Ik begrijp dat er tegenstanders zijn en dat mag ook. Maar zo heeft iedereen wel iets waar men een hekel heeft. Ik heb een hekel aan Gordon, ik zorg er dus voor dat ik de beste man niet ga opzoeken en als ik hem dan ergens tegenkom, dan negeer ik hem. Zo zou je het ook kunnen bekijken.

Waar gaat het mis in Nederland? Is Nederland zo'n karakterloos land dat het bij het minste of geringste zijn tradities overboord zet? De grootgrutters die geen ruggengraat tonen. Maar ook de bestuurders van scholen, musea en aanverwante instellingen. Deze zijn eigenlijk nog erger dan de tegenstanders. Zij willen over de ruggen van het publiek Zwarte Piet in de ban doen. Waarom? Om een minderheid hoegenaamd te ontzien. Bizar dat dat kan gebeuren en dat het ook nog wordt geaccepteerd. Dat een grote meerderheid daar anders over denkt is niet belangrijk. Men luistert naar die enkeling die meent het gelijk aan zijn zijde te hebben. Een schreeuwende minderheid daar wordt naar geluisterd. Zo wordt het gevaarlijk in Nederland, als er en mix ontstaat van misleide geesten en meewaaiende bestuurders.

Ik wordt gekwetst door dit hele gedoe om Zwarte Piet af te schaffen. Cultuurbarbaren zijn het die dit willen doen, zowel de tegenstanders als bestuurders. Mijn culturele identiteit dreigt van me te worden afgepakt. Alsof ik al jaren heel fout bezig ben geweest. Het is juist een waardevolle culturele traditie, die bewaard moet blijven. Sinterklaas en Zwarte Piet staan op de lijst van ons immaterieel cultureel erfgoed en mag dus nooit verloren gaan, net zoals carbidschieten. Ik zal dus blijven pleiten voor Sinterklaas en Zwarte Piet. Dat zij eeuwig mogen bestaan.

Maar als Zwarte Piet onverhoopt toch afgeschaft moet worden, dan gelijk Sinterklaas ook maar. Een oude katholieke man in een jurk die cadeautjes uitdeelt aan kinderen. Dat kan toch echt niet meer. Hoeveel door de katholieke kerk misbruikte kinderen worden er elk jaar niet gekwetst door de komst van deze bisschop naar Nederland. Om deze mensen te ontzien moeten we Sinterklaas toch nooit meer een voet op onze bodem laten zetten. En doe dan Kerst ook maar gelijk in de ban, met zijn zoetsappige sfeer om dit rond de kerstboom lekker samen met de familie te gaan vieren. Hoeveel eenzame, oudere mensen zonder familie zitten er gedurende deze dagen niet eenzaam thuis. Bespaar hun deze martelgang en schaf het kerstfeest zo snel mogelijk af.

Tot slot een laatste boodschap. Niet te hard van stapel lopen. Gewoon lekker feest vieren met Sinterklaas en Zwarte Piet en verder niet meer zeuren!


maandag 16 november 2015

Diaspora Conferentie

Plotseling verscheen het ergens op mijn netvlies. Op 5 en 6 november was er een bijeenkomst in Den Haag onder de titel ‘Diaspora Conferenceon the Great Lakes region: Root causes of conflict and opportunities for change’. Georganiseerd door The Hague Peace Projects. Toegang: gratis. Plaats: Institute for Social Studies in Den Haag. Op 5 november stond er niets op mijn agenda en een van de sprekers was Filip Reyntjes, een expert op het Grote Meren gebied. Het leek me wel eens interessant om hem te zien spreken.


Het zou om half tien beginnen met een introductie. Dat kon ik net niet halen. Maar net voordat de eerste spreker om tien uur zou beginnen ben ik de zaal binnengegaan en heb ik zitten luisteren. De eerste spreker was Jagoda Paukovic. Zij hield een heel betoog over allerlei oorzaken voor conflict. Haar praatje was wel erg algemeen. Ik had zo ook een hele riedel kunnen opnoemen. Natuurlijk komt dan ter sprake hoe een land omgaat met zijn natuurlijk hulpbronnen, hoe er omgegaan wordt met terugkerende vluchtelingen, hoe er omgegaan wordt met landrechten en nog veel meer.


De tweede spreker was Ben Rutabana. Hij werd aangekondigd als zanger, schrijver, activist. Hij hield een heel persoonlijk verhaal over zijn geschiedenis. Hij kwam uit Rwanda en was Tutsi. Zijn jongste herinneringen zijn die van angst. Dat hij als 3-jarige zich moest verbergen in de bossen om te voorkomen dat hij zou worden gedood. Hij heeft gezien dat de huizen van Tutsi’s in brand werden gestoken. Hij kon zich herinneren dat men blij was dat in 1973 er nieuw regiem aan de macht kwam met nieuwe hoop. Maar deze hoop was van korte duur. Niet lang daarna begonnen de Hutu’s de Tutsi’s te zien als kakkerlakken, als minderwaardig en dat ze eigenlijk niet thuis hoorden in Rwanda. En het ergste vond hij dat de Tutsi’s die ook gingen accepteren. Als 21-jarige heeft jij zes maanden in de gevangenis gezeten en is toen gemarteld, alleen omdat hij Tutsi was. Daarna heeft hij zich aangesloten bij de RPF. Daar heeft hij van alles meegemaakt. Hij was blij dat er in 1994 een einde is gekomen aan Hutu power en dat vanaf die tijd de Tutsi’s aan de macht zijn gekomen. Maar ook deze blijdschap was van korte duur. Hij zag dat het nieuw regiem hele slechte kanten had. Ook onder het huidige regiem heeft hij zes maanden gevangen gezeten. Wederom is hij gemarteld, deze keer gewoon ergens in een huis in Kigali. Ik heb niet goed meegekregen waarom hij is gearresteerd. Als slot van zijn betoog vraagt hij zich af of de huidige regering nu voor zichzelf bezig is of voor het volk. Ik denk dat dit voor hem een retorische vraag is. Het was in ieder geval een heel indrukwekkend verhaal.


Een bijzonder detail waar hij zich druk over maakt is het laten zien van de lijken van de slachtoffers van de genocide. Die heb ik inderdaad ook in Rwanda wel gezien. Het meest indrukwekkend zijn de skeletten, in gebluste kalk bewaard, die in grote hoeveelheden zijn tentoongesteld in Murambi. Zijn moeder is één van de slachtoffers en hij wil haar eigenlijk graag begraven. Dat is Rwandese cultuur. Een persoon kan geen rust krijgen totdat deze wordt begraven. Hij vindt dat de regering de lijken gebruikt als propaganda voor haar standpunt om de genocide blijvend onder de aandacht te brengen. Om de schuldigen te blijven laten voelen wat ze hebben gedaan. Dit is in zijn eigen voorbeeld dat de regering niet handelt in het belang van de bewoners, want die willen de lijken begraven, maar in het belang van zichzelf. Om te blijven regeren.

Halverwege tijdens zijn betoog ben ik even iets naar voren gelopen om een foto te maken. Dat viel niet in goede aarde. Ik kreeg een bestraffende blik toegeworpen van een mevrouw aan de zijkant met de insteek dat dat echt niet de bedoeling was. Na de pauze werd hier nog even op teruggekomen. Het was niet toegestaan om foto’s te maken en om via sociale media tijdens de conferentie hier over iets te vertellen. De reden is dat het hier om vertrouwen ging en dat er vertrouwelijke informatie werd gedeeld en dat niet iedereen dan in staat zou zijn om te zeggen wat men werkelijk vond. Ik vond het allemaal wel wat overdreven, zeker ten aanzien van de sprekers. Deze hebben er toch voor gekozen om te gaan spreken en lijken me dan ook zeker niet bang om hun mening te geven. Het deed mij toch al wel weer een beetje denken aan de geheimzinnigheid die er heerste bij bijvoorbeeld een Rwanda Day.

In de koffiepauze kwam ik in gesprek met iemand die me herkende van Rwanda Day. Het leek wel een deja vu. Overal waar ik kom word ik herkend van een vorige bijeenkomst. Ik vond het wel grappig om hem hier zo te zien. Op Rwanda Day is de loftrompet gestoken over Rwanda. Op deze dag zal er heel wat kritischer over Rwanda worden gesproken. Is hij gewoon geïnteresseerd of is het een soort spion van het andere kamp om te weten te komen wat er gezegd wordt en vooral door wie? Misschien toch een reden om op te passen met foto’s en sociale media? Of krijg ik nu ook als last een gezonde hoeveelheid paranoia?


Na de koffiepauze was het woord aan Filip Reyntjes. Hij had een heel betoog over de oorzaken van de ellende in het Grote Meren gebied. De eerste en belangrijkste reden is de zwakte van de staat Zaïre en later Congo. Hij verduidelijkt dat met anekdotes. Hij sprak met een militair en vroeg aan hem waar de rebellen waren. Het antwoord was, iets verderop, op die heuvels. Vervolgens vroeg hij wanneer die zouden worden verjaagd. Het antwoord daarop was dat dat niet ging gebeuren. Nee, de rebellen bleven daar en de militairen bleven hier. Het is net of ze niet eens hun best deden om een staat te zijn. Al was hij uiteindelijk toch wel positief. Dat de staat nu niet meer zo zwak is als twintig jaar geleden. Er is dus vooruitgang.

De tweede oorzaak die hij opvoerde was territoriale expansie van de buurlanden Rwanda en Uganda. Die hebben hun oorlog tegen hun eigen rebellen uitgebreid tot in Congo. Ook de wisselende alliantie tussen de verschillende landen heeft het er niet beter op gemaakt. Rwanda en Uganda vochten eerst zij aan zij, maar later kwamen ze tegenover elkaar te staan.

De winstgevendheid van oorlog voeren is ook een factor. Normaal gesproken kost een oorlog geld. De oorlog in Congo bracht echter geld op, doordat er geprofiteerd is van de grondstoffen in het oosten van dat land. Tenslotte legde hij ook de nadruk op de straffeloosheid van met name de RPF in Rwanda. Dat in dat land alleen de verliezers zijn gestraft, maar dat de misdaden van de overwinnaars totaal niet worden vervolgd.

Aan het eind van het betoog werd het toch wel wat duidelijker. Ja, inderdaad Congo heeft het deels aan zichzelf te danken dat het daar zo’n puinhoop is, dus daar moet ook wat gebeuren. Maar de meest pijlen zijn uiteindelijk wel gericht op Rwanda. Dat is de grote pestkop op het schoolplein, die het arme Congo maar zit te pesten. Al vraagt slachtoffer Congo er ook wel een beetje om.

Aan het slot waagde hij zich ook nog een soort van voorspelling. Hij was zeer sceptisch over de toekomst van Rwanda. Het lijkt allemaal zo stabiel, maar onder de oppervlakte rommelt het. Verder zijn er heel veel vluchtelingen uit Burundi in Rwanda en dat zorgt voor veel onrust. Hij vreesde dat Rwanda een inval gaat doen in Burundi om orde op zaken te stellen, maar dat zal als gevolg hebben dat Tanzania Rwanda zal aanvallen, omdat de situatie tussen deze twee landen al heel lang verre van ideaal is.

Het was tijd voor vragen, vooral voor Ben een ook voor Filip. Voor Jagoda kwamen geen vragen. Geen wonder, dat was ook zo nietszeggend. De leider van de conferentie wilde nog wel even een dankwoord uitspreken aan de sprekers op de conferentie. Want ze hadden heel veel mensen gevraagd om te komen praten, maar heel veel mensen hebben nee gezegd. Hoe moest ik deze opmerking duiden? Hebben we hier nu te maken met derderangs sprekers, of betekend het inderdaad dat andere mensen niet durven komen?

De gelegenheid om vragen te stellen wordt vaak niet alleen benut door echte vragen te stellen. Dat geeft ook een podium aan mensen die iets kwijt willen. De eerste vragensteller viel dan ook in deze categorie. Hij stelde dat Rwanda een land van angst is. Dat er in Rwanda al meer dan 100 conflicten hebben plaatsgevonden, waarvan de genocide er één is. De genocide is dan ook niet de oorzaak van de huidige toestanden, het is een gevolg. De oorzaak van alle conflicten zit in de geschiedenis. Voordat hij verder kan gaan wordt hij afgebroken om andere vragenstellers ook de kans te geven om een vraag te stellen.

De volgende vragensteller vraagt aan Ben waarom hij zich introduceerde als Tutsi en niet als Rwandees. En of hij instemde met de officiële benaming van de genocide, namelijk dat het een ‘genocide against the Tutsi’ wordt genoemd. Ben kan instemmen met de officiële term en hij weet dat er door het huidige regiem ook misdaden zijn gepleegd, maar zo lang niet bewezen is dat dat een genocide is geweest, zal hij het niet als zodanig benoemen. Hij wil ook nog wel benadrukken dat hij, terwijl hij een Tutsi is, bedreigd wordt door Tutsi’s. De klassieke tegenstelling Tutsi’s tegen Hutu’s is in zijn ogen achterhaald. Op dit moment zijn de grootste tegenstanders van het regiem vaak Tutsi’s, die op een of andere manier niet meer kunnen instemmen met de huidige gang van zaken. Als gevolg daarvan worden er in het buitenland nu Rwandezen vermoord, ontvoerd of een andere wijze lastig gevallen.

Filip geeft hier nog een aanvulling op. Hij stemt ook in met de benaming ‘genocide against the Tutsi’ omdat bewezen is er doelgericht geprobeerd is een bepaalde groep te elimineren. Hij voegde er aan toe dat in zijn ogen in de jaren na 1994 door de RPF in Congo een genocide is gepleegd tegen de Hutu’s. In zijn ogen is daar genoeg bewijs voor. Ik kan me voorstellen dat hij door dit soort uitspraken niet heel erg geliefd is in Rwanda.

Als laatste zegt hij nog iets over de vergelijking tussen Rwanda en Burundi. In Rwanda heeft men ervoor gekozen om de etniciteit te gaan ontkennen. Iedereen is Rwandees en niemand is meer Hutu of Tutsi. Dat werkt niet, omdat iedereen onderhuids nog weet wat hij of zij is en nog belangrijker dat ook weet van ieder ander. In Burundi is men nog openlijk Hutu of Tutsi, met als gevolg dat het onderscheid op etniciteit daar veel minder een rol speelt. Daar is wel een hoop onrust en daar vallen ook veel doden bij, maar dat wordt niet veroorzaakt door etniciteit. Of je daar nu zo blij van moet worden, dat weet ik dan ook niet.

In ieder geval was het tijd voor de lunch. Dat was voortreffelijk verzorgd en ik liet me de broodjes dan ook goed smaken. Ondertussen nog wat luchtige conversatie met de diverse deelnemers.

Na de pauze gingen we de verdieping in een kleinere groep. Je kon kiezen voor een Nederlandstalige, een Engelstalige en Franstalige groep. Ik koos voor de Engelstalig en dat deden nog zo’n 15 andere mensen. We begonnen met een voorstelrondje. Het gezelschap bleek voor de ongeveer de helft uit Rwandezen te bestaan en de andere helft betrof Nederlanders die op de een of andere manier een link met Rwanda hadden. Het was dus eigenlijk een heel Rwandees gezelschap. De discussie spitste zich dan ook meteen toe op Rwanda.

Een deelnemer ging van start en somde op waar het volgens hem om ging: Afkomst, macht, etniciteit en land. En dat laatste schakelde hij gelijk met rijkdom. Hij suggereerde dan ook dat het voor sommige mensen nooit genoeg is. Die willen altijd meer land en rijkdom, waaronder de president, die heeft onlangs iemand laten vermoorden omdat hij uit was op zijn rijkdom.

De discussie spitste zich op de een of andere manier toe op land. Door informatie van verschillende deelnemers kregen we in ieder geval steeds een beter overzicht. Met behulp van het kadaster uit Nederland is ook al het land in Rwanda in kaart gebracht. Het gaat om 12 miljoen stukjes land die verdeeld zijn over 11 miljoen inwoners. Dit land blijft eigendom van de overheid, maar is nu voor 90 jaar verpacht aan inwoners van het land. Hierbij zijn wel kanttekeningen te maken.

Als je het land niet gebruikt, dan vervalt je recht op pacht. Probleem daarbij is dat sommige mensen gewoon niet genoeg geld hebben om het land te gaan verbouwen. Als de overheid het land nodig heeft voor een andere bestemming, dan kan je pacht ook vervallen. Je krijgt dan wel een compensatie, maar die zal altijd natuurlijk veel te weinig zijn. Voor sommige gebieden geeft de overheid aan welk gewas je er moet verbouwen. In het noorden moet je bijvoorbeeld verplicht pyrethrum te verbouwen dat je vervolgens alleen kan verkopen aan het bedrijf Horizon, dat dan weer gelieerd is aan de overheid. Als gevolg daarvan is de opbrengst van dit land veel minder dan de pachter had verwacht.

De schaarste van het land in combinatie met de groeiende bevolking kwam ter plaatse. Is er nog genoeg land voor iedereen in de toekomst? Idealiter zouden jongeren gaan verhuizen naar de stad om daar in appartementen te gaan wonen. Maar daar is nog een hele omslag in cultuur nodig. Een stuk land en een koe geeft hen identiteit. Iemand die in een flat in de stad woont, heeft geen identiteit.

Het land is dan wel in kaart gebracht door het kadaster, maar dat wil niet zeggen dat alle problemen daardoor zijn opgelost. Weeskinderen als gevolg van de genocide worden nu meerderjarig en ontdekken dat een oom het land van hun ouders in gebruik heeft. Hoe wordt dit afgehandeld als dit wordt behandeld in een rechtzaak?

Door iemand werd als probleem ervaren dat er regelmatig in opdracht van de overheid land werd verkocht aan buitenlandse investeerders. En laat er nu juist zo’n investeerder in onze groep zitten. Zijn bedrijf had 10.000 hectare land gekocht in Rwanda. Hij zat er ook met hele goede bedoelingen. Hij herkende alle problemen die ter sprake kwamen. Hij vond dat het in Rwanda goed was geregeld in tegenstelling tot andere landen. Zijn organisatie moest in Rwanda betalen voor een stuk land, in Uganda kregen ze het vaak zo maar voor niets. In zijn ogen wordt er in Rwanda eerlijker zaken gedaan. Hij hoopte ook dat de verkoper van het land zo genoeg geld kreeg voor zijn land, dat ze op deze manier naar de stad zouden vertrekken. Ze hadden goed overleg gevoerd met Executive Secretary van de Sector over de verkoop van het land aan hun organisatie. Niet helemaal duidelijk werd wat er nu precies gebeurde op dat stuk land. Ze gingen het voor 20 jaar exploiteren en boden tegelijkertijd ook banen aan via coöperaties, waarschijnlijk om het land te bewerken. Na 20 jaar was het de bedoeling om het land te schenken aan deze coöperaties. Ik denk dat deze investering met de allerbeste bedoelingen is opgezet en misschien gaat het ook wel werken. Toch kon je ook bij de rest van de groep wel bedenkingen merken of het in werkelijkheid gaat uitwerken zoals het bedoeld was.
De tijd vorderde al aardig en over de problematiek van het land hebben we dan ook zeer uitgebreid van gedachten gewisseld. Op het laatst was er nog een beetje aandacht voor wat andere kwesties. En dan ging het met name om opvoeding in het gezin en op school. Dat mensen opgroeien in een systeem van angst en geweld. Dat dit al generaties aan de gang is en dat dit een oorzaak is waarom mensen elkaar niet vertrouwen. Een heel interessant thema, maar de tijd was om en er was dus helaas geen gelegenheid meer om dat verder uit te diepen.

Na een kleine pauze zou er nog een plenaire sessie komen waarin alle groepen de resultaten uit hun groep zouden presenteren. Ik was niet meer in de gelegenheid om dat onderdeel mee te maken en ook dag twee van deze conferentie paste niet in mijn tijdschema. Al me al was het wel een heel interessante dag met veel verdieping en toch ook nog wat nieuwe inzichten. Ik vraag me af of het deze conferentie echt gelukt is om een bijdrage te leveren aan het vredesproces in het Grote Meren gebied, maar we zijn wel een stuk wijzer geworden. Er zal echter nog heel wat moeten gebeuren voordat er echt vrede in dat gebied zal zijn.

maandag 19 oktober 2015

Wat gebeurde er nog meer rondom Rwanda Day 2015?

Ik heb een enerverende dag beleefd bij Rwanda Day 2015, maar er is nog zo veel meer gebeurd rondom deze gebeurtenis. Terwijl ik binnen was, of in ieder geval pogingen deed om binnen te komen, was er ook heel wat gaande buiten.

Zoals verwacht zijn de tegenstanders van Paul Kagame op die bewuste dag naar de RAI gekomen om te protesteren. Ondanks de late aankondiging van waar het evenement zou plaatsvinden hebben ze het toch kunnen vinden. Het enige nadeel voor hen was dat ze op deze wijze niet in de gelegenheid zijn gesteld om hun protestactie officieel aan te melden bij de gemeente Amsterdam. De protestactie is in feite dus illegaal. Dat is wel een mooie tactiek van de organisatoren, zo zet je je tegenstanders al een beetje op achterstand.


De organisatoren van Rwanda Day 2015 hebben intussen ook niet stil gezeten en hebben een tegendemonstratie op touw gezet. Mannen met blauwe petjes op hun hoofd zijn opgetrommeld om luidkeels de loftrompet te steken over hun president. Ik heb die mannen met petjes wel zien rondlopen. Ik had op dat moment geen idee dat dat de ingehuurde troepen waren om een tegengeluid te laten horen. Daar had ik toen geen oog voor, ik had genoeg aan mijn eigen zorgen.

Voor de argeloze toeschouwer zal dat wel een bizar schouwspel hebben opgeleverd.  Aan de noordkant van de Diepenbrockstraat de tegenstanders met hun borden en leuzen. Aan de zuidkant de aanhangers van de president. De Amsterdamse politie bij beide kanten aanwezig om de gemoederen in toom en de groepen uit elkaar te houden.

Dit zou toch een mooie rapportage kunnen opleveren in het nieuws. Maar de Nederlandse en zelfs Amsterdamse televisie schitterden door afwezigheid. Onze zuiderburen waren daarentegen wel aanwezig. In het VRT-journaal van 3 oktober was een prominent deel ingeruimd door de gebeurtenissen rondom Rwanda Day in Amsterdam. 

In dat filmpje ben ik ook nog te aanschouwen. De reporter Peter Verlinden was net als ik ook de toegang ontzegd. Terwijl we vol vertwijfeling buiten stonden om te kijken wat onze volgende stappen zouden zijn is hij aan het filmen geslagen. Kijk maar zo rond 0.48 van de rapportage. Op dat moment was er nog geen sprake van demonstraties, noch van de tegenstanders, noch van de voorstanders.

De Nederlandse journalist Anneke Verbraecken had in tussentijd ook niet stil gezeten. Doordat ik in de rij met haar in gesprek raakte was ik in eerste instantie de toegang ontzegd. In een tweede poging ben ik alsnog binnengekomen. Zij heeft dat niet meer geprobeerd, maar is geen kijken en filmen bij de demonstraties buiten bij de RAI. Dat is niet goed afgelopen. De aanhangers van Paul Kagame kregen haar in de gaten en hebben haar belaagd en in deze consternatie is haar IPhone afgepakt.

In de geschreven pers was er wel wat aandacht voor de gebeurtenissen in Amsterdam, maar ook niet overdreven veel. Dit was een evenement voor een door Rwandezen dat toevallig in Nederland plaatsvond. Er was een artikel in Vrij Nederland en verder wat korte stukjes in de online editie van een paar kranten.

Maar toch is er meer geschreven over deze dag. Ik heb nog twee verslagen ontdekt van mensen die ook naar deze bijeenkomst zijn geweest. Zowel Paul als Babah hebben net als ik geschreven over wat ze hebben beleefd. Frappant om te kijken naar de diverse overeenkomsten.

Over het verdere bezoek van Paul Kagame, dat maar liefst vier dagen duurde, is ook mondjesmaat bericht in de Nederlandse media. Dan hebben we het over de ontmoetingen met de koning en de koningin en met de ministers Ploumen en Koenders. Daarvan is niet meer naar buiten gekomen dan dat ze hebben plaatsgevonden. De ontmoeting met ons koningspaar heeft in ieder geval nog wat foto’s opgeleverd. De bijeenkomst met minister Ploumen heeft nog wel een bijzondere uitkomst gekregen. Paul Kagame heeft tegen haar gezegd dat hij denkt dat Rwanda vanaf 2020 geen ontwikkelingshulp meer nodig heeft.

Dat jaar is niet helemaal toevallig gekozen, want dat heeft alles te maken met het programma Vision 2020. Dat is in 2000 door Paul Kagame gelanceerd met als doel om Rwanda in 2020 een ‘middle income country’ te laten zijn. Hij denkt dat Rwanda dus klaar zal zijn in dat jaar en dat vanaf dan men de hand niet meer zal ophouden voor hulp uit het buitenland. Hij zal dat natuurlijk ook graag nog als president willen meemaken. Die verandering van de grondwet om hem voor een derde termijn in aanmerking te laten komen zal er dus wel komen.

Volgens The New Times was het natuurlijk een fantastische dag, zonder enige wanklank!

zaterdag 10 oktober 2015

Rwanda Day 2015: Wat een belevenis!

Via de sociale media heb ik regelmatig wel iets gelezen over Rwanda Day. Dit evenement wordt jaarlijks gehouden voor Rwandezen die wonen in de diaspora. De afgelopen jaren heeft dit onder andere plaatsgevonden in Atlanta (2014), Toronto (2013), Londen (2013) en Boston (2012). Meestal zo rond 1 oktober, want dan wordt herdacht dat 1 oktober 1990 de RPF begonnen is met het invallen van Rwanda vanuit Uganda. Deze inval heeft uiteindelijk in 1994 geleid tot de val van het oude regime en het aan de macht komen van het huidige regime onder leiding van Paul Kagame.


Al die tijd heb ik gedacht dat als het evenement een keer naar Nederland zou komen, dat het dan misschien wel leuk zou zijn om daar bij te zijn. Gewoon om het mee te maken. Eind september zag ik ergens dat Rwanda Day inderdaad naar Nederland zou komen en wel op 3 oktober. Ik ben op zoek gegaan naar meer gegevens, vond een website en heb me ingeschreven. Via de mail heb ik een bevestiging gekregen dat ik me op 28 september succesvol heb aangemeld voor Rwanda Day 2015.

Op de website stond onder het hoofdstukje Programma dat dit binnenkort zou worden gecommuniceerd. Ook de plek waar het alles zou plaatsvinden zou nog worden verteld. In de week voorafgaande aan 3 oktober heb ik regelmatig de website bezocht maar de informatie leek maar niet los te komen. Op een gegeven moment kwam er wel een programma, maar dan zonder tijden. De plek bleef nog steeds een raadsel.

Dit stond er op de website:

Registration and Security Check-in
Arrival of guests
Exhibition

Lunch

Entertainment

PANEL I:
Bridging generations
This panel discussion will be an opportunity for participants to reconnect with Rwanda’s history, learn about the Rwanda of today and hear about various ways to be an integral part of shaping Rwanda’s future.

PANEL II: MEET THE LEADERS
Leaders from across key sectors in Rwanda will join this panel for an interactive discussion 
with participants on Rwanda’s progress and solutions to challenges ahead.

Entertainment

Igitaramo

DIRECTIONS TO THE EVENT
Location to be announced...
Rwandan Embassy in The Hague, Netherlands
Johan Van Oldenbarneveltlaan 9 B
2582 NE The Hague
Netherlands

Op 2 oktober was nog steeds niet bekend waar het zou plaatsvinden. Ook via de sociale media kon ik niet veel gewaar worden. Aal werd me op een gegeven moment wel duidelijk dat het in Amsterdam zou plaatsvinden. Ergens werd er ook een plaatje gedeeld en daar meende ik ook de RAI te herkennen. Als het voor mij als Nederlander al zo moeilijk was om te weten komen waar het was, hoe moesten Rwandezen afkomstig uit het buitenland de plek kunnen vinden? Of zou dat in de Rwandese gemeenschap ter plekke gewoon allang bekend zijn?

Op 3 oktober nog maar eens de website geraadpleegd en mijn vermoeden bleek juist. De locatie van het evenement was de RAI in Amsterdam. De tijden van het programma waren nog steeds niet ingevuld, maar aangezien het echte programma pas na de lunch zou beginnen, leek me de tijd van 12 uur in de middag een mooi moment om me aldaar te gaan melden.


Na een voorspoedige reis en een ommelandse tocht om de RAI heen kwam ik aan bij hal R. Dat bleek een enorme loods waar diverse bussen naar binnen aan het rijden waren. Ik ben ook maar naar binnen gelopen en zag bussen uit diverse landen staan, onder andere uit België, Frankrijk, Engeland en Noorwegen. Uit al deze landen zijn dus Rwandezen gekomen om speciaal voor dit evenement naar ons land te komen.


Voorbij de bussen bevond zich een enorme mensenmassa. Allemaal mensen die bezig waren om zich in aan te melden. Er stonden verschillende lange rijen. Het was onduidelijk hoe een en ander functioneerde. Iemand vroeg mij uit welk land ik kwam. Ik antwoorde dat ik uit Nederland kwam en werd vervolgens in een relatief korte rij gezet, dus dat beviel me wel. Ik stond achter een andere Nederlander, Kria, en raakte met hem aan de praat, gedurende het wachten. Kria was nog nooit in Rwanda geweest. Hij is architect en gaat binnenkort naar Rwanda om te onderzoeken of en hoe je er voor kunt zorgen dat er betere bebouwing komt voor krottenwijken. Zijn doel is om dit niet te gaan bedenken in Nederland, maar om te proberen vanuit de plaatselijke behoefte iets te gaan creëren dat echt aansluit met de wensen van de mensen. Hij wilde Rwanda Day 2015 bezoeken om een eerste indruk van Rwanda op te doen.


De inschrijving leek niet heel vlotjes te gaan. Enorme stapels badges lagen per tafeltje klaar. De voorste in een rij melde zich bij het tafeltje en vervolgens moest dan voor de desbetreffende persoon uit de enorme stapel de juiste badge worden gezocht. Dat ging tergend langzaam. Ik kreeg ook door dat inschrijving per land werd georganiseerd. Elk tafeltje stond voor een ander land. Wij stonden bijna vooraan en zagen dat wij bij het tafeltje ‘Friends of Rwanda’ stonden. Inderdaad, even later bleek dat wij niet in de juiste rij stonden. Wij moesten naar het Nederlandse tafeltje dat naast ons stond. Na nog een beetje doorvragen bleek er echter ook nog een aparte rij te zijn voor online inschrijvingen. Dus niet naar de Nederlandse tafel, maar naar de tafel met online inschrijvingen. Al met al hadden we een half uur voor niets in de rij gestaan. We begonnen een beetje te mopperen. Rwanda zegt zo’n goed georganiseerd land te zijn, maar dat is hier niet te zien.


Dus gaan Kria in ik maar in de rij staan voor online inschrijvingen. Deze was beduidend langer dan onze vorige rij, dus we hadden goed tijd om alles eens even goed op te nemen. Wat dan opvalt, is dat het ondanks de enorme rijen en de ogenschijnlijke chaos het publiek zo ontzettend rustig en beheerst blijft. Vol geduld wacht men rustig tot men aan de beurt komt. Als het een rij met Nederlanders zou zijn geweest dat was het ongeduld wel op luidruchtiger manier naar buiten gekomen.


Vlak achter ons stonden nog een Nederlandse vrouw en man. Ik meende haar te herkennen en dat klopte ook. Het was Anneke Verbraeken, een freelance journalist die regelmatig (kritisch) over Rwanda schrijft. De man bij haar was Jan, ook journalist. We raakten aan de praat. De rij was nog steeds lang, dus een beetje afleiding is nooit weg. Toen ik in 2011 in Rwanda was heeft Anneke eens een keer geciteerd uit mijn blog en sindsdien kennen wij elkaar, maar we hadden elkaar nooit ontmoet. We vertelden over en weer over waar me bezig waren. Dat ze bezig is met het schrijven van een boek en verder wist ze nog wel wat meer informatie te vertellen over de organisatie van deze dag.


Ze vertelde ons dat met opzet de locatie van het evenement zo laat wordt aangekondigd. Dat is om demonstraties zo veel mogelijk te voorkomen. Ik had inderdaad ook wel wat demonstranten verwacht, maar niet gezien. Volgens Anneke zouden die wel komen, maar pas ’s middags. Dat ze ook nog 3 andere locaties hadden afgehuurd of ieder geval besteld, om zo veel mogelijk verwarring te stichten. Dat de gemeentes Leiden en Rotterdam behoorlijk schrokken van een evenement waar 4.000 Rwandezen op af zouden komen zonder dat ze het wisten. Dat de gemeente Amsterdam gewoonweg ontkende dat er een dergelijk evenement zou plaatsvinden in hun stad.


Na anderhalf uur wachten in onze nieuwe rij waren we eindelijk aan de buurt. Ik overhandigde mijn ticket dat ik geprint had. Voor de online aanmeldingen zat men een laptop te raadplegen om deze aanmelding definitief te maken. De man achter het scherm zat maar te turen en te turen en zat verder lekker te scrollen achter zijn beeldscherm, maar verder gebeurde er niet zo veel. Na enig gedraal kreeg ik mijn formulier weer terug met de mededeling dat ik niet op de lijst sta. Verbouwereerd bleef ik zo een beetje staan om te zien wat er verder gebeurde. Ook bij Kria gebeurde precies hetzelfde en even later moesten Anneke en Jan hetzelfde lot ondergaan. Dat was een behoorlijk vreemde gang van zaken. We vroegen aan de dienstdoende mensen hoe we alsnog binnen zouden kunnen komen. Hij zei dat wij op dat moment als ongeregistreerd bekend staan en dat hij eerst alle geregistreerde mensen wilde afwerken en dan zou hij naar ons probleem gaan kijken. De rij was inmiddels flink aangegroeid, dat zou zeker nog een uur gaan duren. De volgende in de rij werd inmiddels opgezocht in de laptop. Daar stonden we dan. Wat nu!

We keken nog even bij het tafeltje voor Nederland of we daar nog zouden liggen, maar dat was niet het geval. We keken vragend naar de alle functionarissen achter de tafeltjes, maar die gaven niet thuis. Er werd wel wat gesmoesd, maar er gebeurde niets. Plotseling voegde een grote man zich bij ons. Hij hoorde ons aan en wekte de indruk dat hij ons wilde helpen. Of we even mee wilden komen. Voor de grap zei ik nog dat hij ons vast wel wilde helpen om de uitgang te vinden. De grap bleek werkelijkheid te worden. Hij had inmiddels twee van onze geprinte online inschrijvingen te pakken en leek niet zins om ze terug te geven. Al lopend naar de uitgang, tussen de rij van bussen, stortte Anneke zich op de twee formulieren en griste ze weg uit zijn handen en gaf vervolgens de mijne weer terug aan mij. Eigenlijk was het wel zinloos geworden, en dan bedoel ik dat voor beide kanten, om je druk te maken om zo’n papiertje. Doordat we niet in de lijst op de laptop stonden, waren ze waardeloos geworden.


Daar stonden we dan weer buiten met zijn vieren. Daar kregen we gezelschap van twee Vlaamse journalisten. Inmiddels begon het mij ook wel een beetje duidelijker te worden. Waarschijnlijk stonden we wel gewoon op de lijst. We zijn gewoon de toegang ontzegt. De beide journalisten zijn niet welkom en omdat Kria in ik zo langdurig met hen hebben aangepapt tijdens het lange wachten in de rij heeft men geconcludeerd dat wij bij hen hoorden. Daardoor waren wij ook niet welkom. De sfeer werd er ook niet aangenamer op. Door verschillende mensen werd ons duidelijk gemaakt dat wij niet welkom waren. Kria en ik wilden nog steeds naar binnen. Wij moesten ons dus gaan distantiëren van de journalisten om nog een kans te maken. We besloten een ommetje te maken.

Na een korte wandeling van een half uur zijn we weer naar binnen gegaan en sloten aan bij de inmiddels flink geslonken rij voor de online inschrijvingen. Wat wij vreesden gebeurde ook. Nog steeds stonden wij niet op de lijst in de laptop. Daardoor konden wij niet naar binnen. De dienstdoende functionaris beriep zich op zijn protocol. Volgens zijn protocol kon hij niemand binnenlaten die niet in het bestand op de laptop stond.

Wij schoten iemand aan van de Rwandese ambassade. Die ging weer in overleg met dienstdoende mensen die er stonden te staan. Er werd weer veel overlegd en gesmoesd, maar er gebeurde niets. We voelden ons behoorlijk machteloos. De mensen achter de tafeltjes gaven niet thuis. Er werd geen poging gedaan om ons op de een of andere manier te gaan helpen. Wij waren ook niet plan om zo maar weg te gaan. Rustig blijven staan tussen de paar mensen die er nog stonden om geholpen te worden. Laat ze zich maar ongemakkelijk voelen! Wij hebben de hele dag nog.

Het protocol voor de rest van de mensen leek ook al overboord gezet. Zo af en toe kwam er nog een bus binnen en blijkbaar was er geen badge voor deze mensen. Zij hoefden alleen maar een naam op te schrijven en konden vervolgens gewoon doorlopen.

De grote Rwandese man die ons een uur eerder uit het gebouw had gezet kwam weer bij ons staan. Dit was een heel vervelende, arrogante man. Hij begon nog maar eens te zeggen: “You’re not welcome! We don’t want you here!”. Hij begon een parabel over het feit dat je in je eigen huis ook bepaalde wie er wel of niet binnenkwam. En dat was hun huis en het mocht mij nu toch wel duidelijk zijn dat zij niet wilden dat ik op hun feestje kwam. Ondertussen raakte zijn vinger mijn schouder aan om dit nog eens te verduidelijken. Op een gegeven moment versprak hij zich tegenover Kria toen hij zei dat journalisten niet welkom waren. Wij probeerden nog duidelijk te maken dat wij geen journalisten waren, maar dat had geen succes.

Al met al was het wel een heel vervelende situatie. De mensen achter de tafeltjes probeerden ons zo goed als mogelijk is te negeren. De irritante vingerwijzer zocht ons steeds meer op met zijn priemende ogen, die niets liever wilden dan dat wij weggingen. Over deze kant van Rwanda had ik wel gehoord, maar nooit meegemaakt. Een enorme teleurstelling. Hier kwam de lelijke kant van Rwanda duidelijk naar buiten. Dit was dus de lange arm van Paul Kagame.

Maar plotseling gebeurde er iets. Een man in een lichtbruin kostuum kwam naar mij toe. Hij vroeg of ik bij Kwibuka21 was geweest. Begin april ben ik inderdaad in Den Haag geweest om te herdenken dat de genocide 21 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Dat is Kwibuka21. Dus ik bevestigde dat. Hij zei dat hij mij herkende. Ik herkende hem niet, maar veiligheidshalve heb ik maar gezegd dat ik hem ook herkende. Vervolgens legde ik hem mijn probleem uit en vroeg hem vervolgens of hij mij kon helpen. Hij ging in overleg met allerlei mannen in blauwe pakken die bezig waren achter de tafeltjes. Zou het dan toch nog goed komen?

Er gebeurde nog iets. Ik zag een bekende die ik nog ken toen ik in Rwanda woonde. Het was Frank en die werkte toentertijd op de ambassade in Kigali. Nu werkt bij gewoon op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook hem legden we het probleem uit met de vraag of hij ons kon helpen. Hij kon ons in ieder geval vertellen dat de man achter de laptop onze namen niet kon vinden de tweede man op de ambassade is.
De man in het lichtbruine pak kwam weer naar ons toe en zei dat het in orde zou komen. We moesten alleen ons nog even laten registreren. Dat hield in dat onze namen opgeschreven werden in een schrift. De badges waren allang op, dus dat hoefde ook niet meer. Nog steeds kwamen er mensen aan uit nieuw gearriveerde bussen en ook die gingen gewoon zonder badge naar binnen.

Uren zijn we inmiddels aan het wachten. Het was ook wel duidelijk geworden dat je je mobiele telefoon niet naar binnen mocht nemen. Ik had het kunnen weten. Als president Kagame ergens komt, dan mag dat niet. Ik heb het een keer meegemaakt dat ik een voetbalwedstrijd niet kon bijwonen als ik mijn telefoon niet achterliet. Dat was mij toen te riskant. Nu was er gelukkig nog een bewaakte garderobe, onder het parkeergedeelte van de bussen, waar wij onze spullen konden achterlaten. Wat is dat toch met het verbod op mobieltjes? Waar is men bang voor? De zaal zit voor 99% vol met aanhangers die niet anders dan positief zullen berichten over deze bijeenkomst. Daarbij kan een dergelijk mobieltje zorgen voor nog meer ondersteuning.

Snel holden we terug naar de tafeltjes, hopende dat de toegestane toezegging om naar binnen te mogen nog steeds stand hield. We moesten nog wel even wachten, want er moest nog een telefoontje gepleegd worden om er zeker van te zijn dat we erdoor mochten. Die vijf minuten wachten kon er ook nog wel bij. Twee buschauffeurs gingen ondertussen gewoon mee met de late aankomers.  Waar was het protocol gebleven?

Eindelijk kregen we het groene licht. Nog even in de rij voor de controle op mobieltjes of nog iets ergers. Daar liepen wij dan over een lange gang naar het evenement waar we voor gekomen waren: Rwanda Day 2015. Het heeft meer dan vier uur geduurd om binnen te komen, maar dan heb je ook wat!

De grote hal was door middel van een gordijn in twee gedeeltes verdeeld. Rechts een podium met enorm veel zitplaatsen. Links het meer informele gedeelte met verschillende statafels en gelegenheid om drinken en eten te kopen. In het rechtergedeelte was het programma in volle gang met ongetwijfeld heel interessante sprekers. Dat konden we helaas niet volgen omdat de voertaal Kinyarwanda was.

Al snel liepen we Frank weer tegen het lijf en we raakten aan de praat. Eerst moesten we allemaal even ons hart luchten over de wijze hoe we naar binnen zijn gekomen. Frank had geen goed woord over voor de tweede medewerker van de ambassade. Die had hem wel doorgelaten, maar vergeten erbij te vermelden dat mobiele telefoons niet werden toegelaten. Daarom moest hij weer helemaal terug naar de garderobe om vervolgens weer te worden toegelaten. Vergelijken met onze problemen stelde dit nauwelijks iets voor, zeker gezien het feit dat ik gezien had dat hij via de rij voor belangrijke personen veel sneller door de fysieke controle was heengegaan.

We raakten nog meer aan de klets. We hadden net ruim vier uur wachten doorstaan. Zonder eten en zonder drinken. Dus dat vroeg om wat mentale ondersteuning in de vorm van een glas bier. We kwamen zo ook heel wat meer te weten over het bezoek. Over de verdere invulling van het programma van Paul Kagame. Frank had een en ander begeleid vanuit Buitenlandse Zaken. Kagame is zaterdagochtend ontvangen door Ploumen. Vervolgens door naar een hotel in Amsterdam om van daaruit naar dit evenement te komen. Op zondag een bedrijvenbezoek. Op maandag op bezoek bij Koning Willem Alexander en Koningin Maxima (drie kwartier) en aansluitend nog drie kwartier alleen met Maxima over microkrediet. Daarna een diner waar ook een delegatie van Nederlandse en Rwandese bedrijven zullen aanschuiven. Op dinsdag nog een gesprek met minister Koenders en dan door huis. Er staat geen ontmoeting met premier Rutte gepland.

Het werd vijf uur en er kwamen dames aan om iedereen in de informele zaal te verwittigen dat Paul Kagame er aan stond te komen. Of we naar het officiële gedeelte wilden gaan. Dat wilden we wel, maar niet zonder een nieuw biertje. Wat we zagen was een keur aan Rwandese artiesten, maar nog geen Kagame. Ach ja, maakt niet uit, de muziek, het bier en de verhalen waren goed, dus we vermaakten ons prima. We stonden lekker achterin de zaal en konden alles goed overzien.

Frank heeft wel een zwak voor Rwanda maar ook kritiek. Het grootste kritiekpunt hield toch wel het nakomen van afspraken in. Niet op tijd komen bij gemaakte afspraken. Niet leveren wat is afgesproken. Voor het diner op maandagavond was de Rwandese delegatie gevraagd om de namen van tien bedrijven aan te leveren, zodat ze gematcht konden worden met Nederlandse counterparts. Die lijst kwam dus niet. Dat klonk wel heel bekend. Het lijkt erop dat Rwanda zo heel erg goed bezig is, maar ondertussen valt dat ook wel een beetje tegen.

Na zessen hield de muziek op. Niet lang daarna werden we gevraagd om te gaan zitten. Dit was het moment van de waarheid. Paul Kagame zou nu toch echt komen. En ja, hoor daar was hij. Als een popster werd hij onthaald. Luid en massaal toegejuicht door menigte. Ik had ook niet anders verwacht.

Paul Kagame ging op het podium zitten, geflankeerd door een man en een vrouw. Eerst de vrouw met een heel verhaal en vervolgens kwam de man aan het woord. Dit was de Rwandese ambassadeur in Nederland en hij kondigde al snel de president aan.

Paul Kagame nam het woord en heeft dat vervolgens drie kwartier volgehouden. De gehele toespraak was in het Kinyarwanda. Dat was dus voor ons niet goed te volgen. Het begin was een beetje lauwtjes. Wat beschaafd applaus als het publiek het er mee eens was. Maar gaandeweg werd het wel veel levendiger, met klaarblijkelijk ook grapjes, gezien de lachsalvo’s. De man die naast mij zat was ook zeer enthousiast met zijn instemmend klappen en lachen op zijn tijd. Ik keek een paar keer naar hem en dat was waarschijnlijk het teken voor hem om een en ander te gaan vertalen. Zijn naam was Fred en hij was uit Engeland gekomen.

De redevoering zat natuurlijk vol met algemeenheden. Het begint er natuurlijk mee dat Kagame verwacht dat Rwandezen hard gaan werken en dat ze alleen succes kunnen hebben door hard te werken. Men moet niet de hand ophouden met de verwachting dat men dan wel betaald zal krijgen. Dit staat wel een schril contrast wat we van Frank te horen hadden gekregen. Heel vaak hadden mensen met niet meer dan een idee aangeklopt bij de Nederlandse ambassade in de verwachting, dat dat meteen gehonoreerd zou worden met een financiële bijdrage. Net of ze geen idee hadden hoe de wereld in elkaar zat. En hoe vaak hij geen bijeenkomst heeft bijgewoond waarbij de deelnemers eigenlijk alleen maar interesse hebben in het incasseren van hun ‘transportation fee’. Dat laatste heb ik ook vaak genoeg meegemaakt. Tussen woord en daad zit hier dus nog een heel groot verschil.

Verder werden de mensen in de diaspora aangemoedigd om terug te keren naar Rwanda om te kijken naar de vorderingen van het land en waar mogelijk daaraan bij te dragen. En ze moesten vooral het goede voorbeeld geven om aan de rest van de wereld te laten zien dat ze trots mogen zijn op Rwanda.

Inmiddels was het ruim na zeven uur geworden en was de tijd voor Q&A (Vragen en antwoorden). Frank werd al ongeduldig, want het protocol werd gruwelijk overschreden. Volgens het draaiboek zou Kagame op dit evenement zijn van 17.00 tot 19.00. Om acht uur werd hij al weer verwacht in zijn hotel in Den Haag. Protocol is er natuurlijk om aan te houden als het uitkomt, als het niet uitkomt, hoeft het natuurlijk niet.

Er kwamen niet zo veel vragen bij Q&A, eerder mededelingen en statements. Het begon met een Fransman die uitgebreid het woord nam voor zijn project met als gevolg dat hij op een gegeven moment maar hardhandig de mond is gesnoerd. Hij werd gevolg door andere niet-vragenstellers die of een loftuiting richting president en Rwanda uiten of hun eigen project gingen toelichten.

Het werd pas concreet bij een vraag van studenten uit Denemarken die vroegen waarom zijn hun studietoelage niet hadden ontvangen. Kagame haalde gelijk de Minister van Onderwijs erbij met de vraag waarom dat niet was gebeurd. Deze stamelde wat en dat lokte een opmerking van de president uit met de volgende strekking: “Wat is er zo moeilijk aan om voor de betaling te zorgen? Gewoon een cheque uitschrijven.” De minister bleef met zijn mond vol tanden staan. Het publiek vond het prachtig. Even later kwamen er ook nog studenten uit Kaiserslautern aan het woord die met een hele bus waren afgereisd. Zij waren vol lof en zeiden dat ze wel hun studietoelage hadden ontvangen. Klaarblijkelijk zijn er heel wat Rwandese studenten die met hulp van de Rwandese overheid studeren aan Europese universiteiten. Ik ben wel benieuwd aan wat voor criteria je moet voldoen om hiervoor in aanmerking te komen.

Een andere vraag ging over het feit dat de internetverbindingen in Rwanda zo duur zijn. In Zuid-Afrika was het tien keer zo goedkoop en in de Verenigde Staten zelfs honderd keer zo goedkoop. De Minister van ICT werd ter verantwoording geroepen. Hij had het over een plan om subsidie te verstrekken voor goedkoper internet. Hierop reageerde Kagame als volgt: “Waarom is dat plan nog niet uitgevoerd?.” Wederom een stamelende minister en wederom smulde het publiek. Ik vroeg aan Fred of alle ministers hier nu aanwezig waren. Dat bevestigde hij.

Er kwamen ook vragen in het Frans. Die vielen niet in goede aarde en werden vaak heel snel afgekapt. Een keer werd het in het Kinyarwanda afgedaan met de opmerking van Kagame dat zijn Frans niet zo goed was en dat hij het alleen in de ochtend sprak. Met een kwinkslag was deze vraag dus afgehandeld onder luid gelach.

Een vragensteller begon met het prijzen van de resultaten die bereikt zijn door Rwanda. Hij vroeg zich af of Rwanda bereid was om hun model te exporteren naar andere landen, zoals Burundi, Sudan en Ivoorkust. Daar stond de president wel open voor, maar toch had hij ook een kanttekening: “You can send a message, but if the receiver is not open for this message, it has no use.” Daar heeft Kagame natuurlijk een mooi punt. Je kunt nog zo mooi je (ontwikkelings-) hulp aanbieden, als er geen behoefte aan is, dan is het zinloos.

Het moet haast al negen uur zijn geweest als Paul Kagame zegt dat mooi is geweest. Er stonden nog zo veel mensen in de zaal die een vraag wilden stellen, dat we nog wel tot middernacht hadden kunnen doorgaan. Dus het was ook wel mooi geweest.

Door het middenpad liep hij weer naar buiten, omringd voor beveiligers. Kria en ik stonden vooraan. Toen hij voorbij kwam stak ik mijn hand uit, maar deze werd hardhandig door een beveiliger aan de kant geduwd. Kria zag zijn kans schoon en kon nog net een weliswaar slap handje van de president krijgen.

Het programma was afgelopen. Nog een laatste biertje en nog even een blik op de Exhibition in een aanpalende ruimte. Daar presenteerden verschillende Rwandese bedrijven zich met mooie folders. De aanwezige doelgroep in de diaspora is natuurlijk best wel bemiddeld, dus die zijn misschien wel te verleiden om een mooi nieuw appartement in Kigali te gaan kopen of anderszins geneigd zullen zijn om iets te gaan investeren in dat land.

Tijdens het gehele verblijf in de beide zalen was de sfeer uitstekend. Het was ontspannen en ik absoluut niet het gevoel dat wij als buitenstaanders werden bekeken. De sfeer was goed. Men liet zich het bier en de sterke drank, vooral de mannen dan, goed smaken. Wij spraken nog diverse mensen afkomstig uit verschillende landen. Hier was het veel beter dan een paar uur geleden toen we niet echt vriendelijk werden behandeld in de ontvangsthal.

Om tien uur vonden we het mooi geweest. Nog een paar laatste gesprekken en toen was het tijd om met de trein weer huiswaarts te gaan. Het was een bijzondere dag geweest. En met welke gevoelens worden deze dag nu afgesloten.

Het programma was afgelopen. Nog een laatste biertje en nog even een blik op de Exhibition in een aanpalende ruimte. Daar presenteerden verschillende Rwandese bedrijven zich met mooie folders. De aanwezige doelgroep in de diaspora is natuurlijk best wel bemiddeld, dus die zijn misschien wel te verleiden om een mooi nieuw appartement in Kigali te gaan kopen of anderszins geneigd zullen zijn om iets te gaan investeren in dat land.


Tijdens het gehele verblijf in de beide zalen was de sfeer uitstekend. Het was ontspannen en ik absoluut niet het gevoel dat wij als buitenstaanders werden bekeken. De sfeer was goed. Men liet zich het bier en de sterke drank, vooral de mannen dan, goed smaken. Wij spraken nog diverse mensen afkomstig uit verschillende landen. Hier was het veel beter dan een paar uur geleden toen we niet echt vriendelijk werden behandeld in de ontvangsthal.

Om tien uur vonden we het mooi geweest. Nog een paar laatste gesprekken en toen was het tijd om met de trein weer huiswaarts te gaan. Het was een bijzondere dag geweest. En met welke gevoelens worden deze dag nu afgesloten?

In de eerste plaats is het heel onplezierig geweest om nu eens echt in aanraking te zijn gekomen met de lelijke kant van Rwanda. Op grond van een onterechte aanname wordt je in de hoek gezet. Het zou Rwanda sieren als het hier zich wat volwassener zou gedragen. Het is zo zonde dat de eerste indruk voor Kria zo negatief is geweest. Hij is bereid om te investeren in Rwanda en in het eerste contact wordt hardhandig de deur voor hem dichtgesmeten. Gelukkig is het daarna nog goed gekomen, maar het had ook anders kunnen aflopen.

Maar ik ben ook blij dat er een ander Rwanda is. Dat er een man in een lichtbruin pak opstaat en voor je opkomt en ervoor zorgt dat je toch kunt binnenkomen. Dat is er gelukkig ook. En dat laat ook maar weer het belang van connecties zien. Met de goede connecties kun je nog een heel eind komen. Maar ook dat er spontaan iemand voor je gaat vertalen. En het is fijn dat er gelegenheid is voor ontmoetingen met interessante en geïnteresseerde bezoekers. Maar vooral de man in het lichtbruine pak. Dat is mijn held!

vrijdag 10 juli 2015

De Tour de France in Utrecht

Wat was het feest! De Tour de France in Utrecht. Het mooie was dat de hele stad ermee bezig was en dat op een gegeven moment ook alle mensen die niets met wielrennen of sport hebben toch gegrepen werden voor het virus. Misschien niet het wielrenvirus, maar dan toch het virus van saamhorigheid en betrokkenheid.

Hoe het een en ander tot stand is gekomen. In chronologische volgorde.

Zondag 28 juni

Dit was de dag van de Toerversie Utrecht. Op die dag hebben 12.000 wielerliefhebbers een gedeelte van de tweede etappe van Utrecht naar de Neeltje Jans gereden. Dat kon in afstanden van 75, 110 en 150 kilometer. Ik had er nog over gedacht om me op te geven voor de 75 kilometer, maar dat was er niet van gekomen. Op een gegeven moment was het maximum aantal deelnemers gehaald, dus toen kon het ook niet meer. Wat ik echter zo fascinerend vond aan deze toerversie dat het de mogelijkheid gaf om te fietsen over de Waterlinieweg. Normaal alleen toegankelijk voor auto’s.


Op zondagochtend heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben op de fiets gestapt. Bij ’t Goylaan zag ik ze in grote drommen voorbij komen. Ik dacht dat het de 75 kilometer was, achteraf bleek het de 110 kilometer te zijn geweest. Ik ben een poosje parallel gereden op het fietspad en vervolgens, hop, heb ik me tussen de fietsende menigte gemengd. Ik dacht, een knappe controleur die me nu gaat stoppen. Even later door de stoplichten en dan ’t Goyplein driekwart rond en dan omhoog de Waterlinieweg op. Wat een heerlijk gevoel om daar nu zo over heen te fietsen.



Ik viel wel gelijk uit de toon, met mijn niet-racefiets en dan ook nog met een fietstas aan de zijkant. En iedereen had een helm op, ik niet. En ze haalden me allemaal in. Gelukkig waren ze met velen, dus ik was nog lang niet achteraan. Maar ik had de indruk dat niemand me een vreemde verschijning vond tussen al die flitsende wielerpakken, gelukkig maar. Onderweg lag een dode egel en even verderop zag ik de eerste wielrenner aan de kant staan om zijn fiets op te lappen. Zou het ene met het andere te maken hebben gehad?


Het hoogtepunt op de Waterlinieweg was het moment dat ik door de rode stoplichten fietste op het punt waar de A28 bij de Waterlinieweg komt. Dat was een unieke ervaring.




Even verderop werden we en masse tegengehouden bij de Berekuil. Het verkeer van rechts moest eerst nog worden doorgelaten. Dat duurde een poosje, maar daarna mochten we snel verder, linksaf de Kardinaal de Jongweg op. Daar stond best wat publiek en fietsen ging ook best lekker. Op een gegeven moment kreeg ik wel de indruk dat er mensen extra voor mij stonden aan te moedigen en applaudisseren, omdat ik qua verschijning toch wel een beetje buiten boord viel. Dat was voor mij ook wel een teken om er mee op te houden. Ik sorteerde linksvoor en waar de meute rechtsaf ging de Brailledreef op ging, ging ik naar links de Talmalaan in. Als illegale deelnemer kon ik natuurlijk niet alle eer gaan opstrijken!


Terug naar huis ben ik nog even langs de jaarbeurs gefietst. Daar zag ik de enorme meute staan die nog aan de 75 kilometer moest beginnen. Gauw ben ik maar verder gegaan. Nu fietste ik op de Croeselaan en de Jutfaseweg samen met mensen van de 75 kilometer. Daar werd ik wel gesnapt door een overijverige controleur, maar ik was natuurlijk veel te snel. Op ’t Goylaan toch maar snel het fietspad op, een hele ervaring rijker. En de fietsstemming begon er al goed in te komen.

Maandag 29 juni

De Muur on Tour. In TivoliVredenburg was er een avondvullend programma over wielrennen met de volgende omschrijving: “Het belooft een avond te worden waarin de dramatiek van de wielersport letterlijk wordt genomen en dramatisch zal worden verbeeld. Een niet te kloppen kopgroep van artiesten met een groot wielerhart brengt samen met wielerhelden een theatrale, muzikale en literaire ode aan de wielersport.”

Muziek van onder andere Blaudzun en Alex Roeka (prachtig lied met ‘De onbekende renner’) en verhalen verzorgd door Mart Smeets, Joost Prinsen, Jeroen Wielaert, Herman van der Zandt en Ronald Giphart. Het grootste applaus was er nog bij de opkomst van de Belgische commentatoren Michel Wuyts en José De Cauwer. De eerste interviewde de tweede over hoe hij het als ploegleider voor elkaar heeft gekregen dat Greg Lemond de Tour de France in 1989.

Er was ook nog een speciale ‘Petje op, petje af’ competitie met de hele zaal onder leiding van Wilfried de Jong. Er zaten enkele gemakkelijke vragen bij, maar ook wel wat moeilijker. Ook een beetje kijkend naar mijn omgeving, wie zag er uit als een echte wielerkenner, en dan maar gokken. Zo bleef ik heel lang in de race, maar uiteindelijk sneuvelde ik in de laatste vraag voor de finale. Als ik me het wel herinner, was het een vraag over de naam van de sponsor van de ploeg van Bernard Hinault in een bepaald jaar. Had ik die goed gehad, dan had ik daar ook op het podium gestaan met tien andere mannen. Die moesten om de beurt een Nederlandse renner noemen die ooit in het geel had gereden. De winnaar kreeg een levenslang abonnement op het tijdschrift De Muur.


De hele avond werd afgesloten met de apotheose. Alle nog levende wielrenners die ooit in het geel hebben gereden kwamen het podium op en dan mochten ze op een daar neergezette fiets gaan zitten. Als laatsten kwamen Jan Jansen en Joop Zoetemelk op het podium. Die mochten in het midden. Rick de Leeuw zong een lied en de mannen zwaaiden naar het publiek, zittend op een fiets. Op de een of andere manier zag het er ook wel een beetje ongemakkelijk uit. Maar het was wel een leuke avond.

Dinsdag 30 juni

Tijd voor actie. Ik heb besloten om de eerste etappe te gaan fietsen. De tweede had ik al gedeeltelijk gedaan op zondag. De eerste kon ik natuurlijk wel in zijn geheel volbrengen. Het was al behoorlijk warm weer aan het worden, dus lekker vroeg op pad. De start zou op de Overste Den Oudenlaan zijn, dus daar op zoek naar een punt van waar de start zou kunnen zijn. Dat was nog niet te vinden, dus ik ben maar gestart op het punt waar de Truus van Lierlaan bij deze straat komt. Onderweg zag ik al diverse gebouwen staan die er een paar dagen geleden nog niet stonden. Wat komt er toch veel kijken bij het organiseren van dit evenement.





Ik heb de hele route best op tempo gereden, natuurlijk over de fietspaden waar dit van toepassing zou zijn en ook rekening houdend met verkeerlichten en het andere verkeer. Aan het eind was het natuurlijk ook nog niet helemaal duidelijk waar de finish zou zijn. Ik ben maar gestopt bij de Rabobank, achteraf gezien had ik natuurlijk een klein eindje verder moeten fietsen. 



Officieel was de etappe 13,8 kilometer lang. Ik klokte 13,44 kilometer en die heb ik volbracht in 42 minuten en 8 seconden. Persoonlijk vond ik dat best wel een aardige tijd! Ruim 19 kilometer per uur met stoplichten en andere ongemakken.

Woensdag 1 juli

Museumdag. Heel veel musea in Utrecht hadden een tentoonstelling georganiseerd in het kader van de Tour de France. Het was mijn bedoeling om ze allemaal, met behulp van de Museumjaarkaart, op deze dag te gaan bezoeken.


In Het Utrechts Archief was een tentoonstelling over de fietscultuur in de stad Utrecht van het verre verleden tot nu toe. Vooral deprachtige hoge bi fietsen spreken natuurlijk tot de verbeelding met dat hoge voorwiel en het kleine achte wieltje. Vooral de filmpjes ervan zijn hilarisch en men kan er ook best hard op fietsen.



In het Catharijneconvent waren diverse historische wielertruien tentoongesteld. Veel gele truien, maar ook vele andere. Er waren gele truien van glorieuze winnaars, maar ook gele truien waar achteraf een klein smetje op is gekomen.


In het Aboriginal Art Museum was er een expositie van beschilderde fietsen. Zagen er leuk uit, daar zou je wel mee door de stad heen willen fietsen.




Het Spoorwegmuseum had een expositie gewijd aan alle Nederlanders die ooit meegedaan hadden aan de Tour de France. Met onder andere als hoogtepunten de fiets waarmee Wim van Est het ravijn inreed en de allereerste wielerbus van Sauna Diana. Toentertijd een novum van een ploegje in de marge, nu kan geen ploeg meer zonder.



In het oude postkantoor aan de Neude was een fototentoonstelling onder de naam Hotel Héroique. Ook kon je zien hoe een gemiddelde hotelkamer eruit zag, in het verleden en heden.

De dag was te kort om de tentoonstelling gewijd aan de enige Utrechter die ooit de Tour de France reed nog te gaan bekijken. Dat heb ik dus gemist en daarom bij deze mijn nederige excuses aan Michel Stolker.

Donderdag 2 juli

Ploegenpresentatie. In Park Lepelenburg zou de ploegenpresentatie gaan plaatsvinden. Ik was niet goed voorbereid aan wat ik kon verwachten, maar vanaf het centrum kon ik er maar moeilijk komen en zodoende kwam ik terecht op de Maliesingel, op de plek tegenover Sonnenborgh. Daar was een afzetting, maar je kon er nog wel langs. Het bleek dat hier de renners al lopend vanaf het Spoorwegmuseum vanuit de Zonstraat de Maliesingel zouden oversteken. Om dan vervolgens in een bootje te stappen dat aan zou leggen tegenover Sonnenborgh, zodat ze verder al varend richting Park Lepelenburg zouden gaan. Het was er helemaal niet druk, dus dat leek mij het beste om hier maar gewoon te blijven. Hier zouden alle renners vlak onder mijn neus langs gaan lopen.


Het duurde nog wel een half uurtje, maar toen werd mijn geduld beloond. Eerst kwamen er verschillende belangrijke mensen langs, zoals onze burgemeester en Jan Jansen. Natuurlijk was Christian Prudhomme er ook bij. Spontaan stak ik mijn hand uit, en zowaar dat werd geaccepteerd en zo heb ik dan toch maar even de hand van de tourdirecteur gedrukt. Niet veel later stapte het gehele gezelschap in een klaarliggend bootje en vertrok onder een luid applaus.


Niet veel later kwam het eerste wielerteam langs. De een liep wat sneller voorbij, de volgende renner nam uitgebreid de tijd om op de foto te gaan met een fan of om een handtekening uit te delen. Ik herkende een paar renners, maar van het merendeel wist ik niet wie het waren. Het was leuk om ze zo van dichtbij te zien. De meeste zagen er ontspannen uit.










Ik herkende in ieder geval Alberto Contador, Peter Sagan en Thomas (Titi) Voekler. Van de Nederlanders herkende ik in ieder geval Bauke Mollema en Pieter Weening. Chris Froome heb ik ook duidelijk gezien, al dacht ik eerst bij een ploegmaat van hem dat ik hem al had herkend.




Ik vond het ook vooral leuk om het team van MTN Qhubeka te zien. Voor het eerst doet een Afrikaans team mee en het meest bijzondere dat ze twee donkere Afrikanen hebben meegenomen. Er hebben wel eens eerder renners meegedaan uit Zuid-Afrika, dat is dus niet zo bijzonder, maar dat er nu twee meedoen uit Eritrea, dat spreekt wel tot de verbeelding.




Na ruim de helft van de teams zo voorbij hebben zien gaan, ben ik eens verderop gegaan. Eens kijken of ik toch nog bij het park zou kunnen komen. Maar onderweg natuurlijk wel even goed kijken hoe wielrenners zich houden in een bootje op het water. Dat zag er best wel goed uit, het leek er wel op dat de meesten het leuk vonden.


Bij het park aangekomen was het al snel duidelijk dat het gewoon onmogelijk was om er nog te komen. De toegangswegen waren helemaal vol. Van de overkant kon ik over het water nog een vage glimp van het podium zien. De geluidsinstallatie stond wel luid genoeg, de kleine interviews kon ik goed horen.

Dan nog maar even verder gelopen richting Maliebaan. Daar zag ik de bussen van verschillende teams staan opgesteld. Vanaf het podium kwamen ze wederom door een dikke haag mensen aangefietst over de Maliesingel richting Maliebaan.


Sommigen namen echt de tijd om van het publiek te genieten. Anderen gingen wat snelle voorbij aan de mensenmassa, die wilden zo snel mogelijk bij de bus aankomen.



Ook een van de renners uit Eritrea kwam daar weer aangefietst. Aan de overkant stond een hele familie met de vlag van Eritrea. Uiteraard werd daar even gestopt om flink wat knuffels uit te delen. Zou het familie van de renner zijn geweest? Of gewoon maar iemand van Eritrese achtergrond.


Hoe verder ik kwam op de Maliebaan, hoe leger het werd. Hier bleven de echte fans nog over. Ik zag een man met een groot boekwerk met plaatjes van renners verwoed alle renners van FDJ aanklampen voor een handtekening. Blijkbaar wist hij wel wie hij voor zich had, verschillende renners zetten gauw even een krabbel en gingen de bus in. Of zou er nu zo maar een handtekening van de ene renner bij de andere kunnen staan?



Als laatste kwam Vicente Nibali voorbij. Ik had verwacht hem in de gele trui voorbij te zien fietsen, maar dat was helaas niet het geval. Zijn voorbijgaan was in ieder geval het teken dat de ploegenpresentatie ten einde was gekomen.