Wat was het feest! De Tour de France in Utrecht. Het mooie
was dat de hele stad ermee bezig was en dat op een gegeven moment ook alle
mensen die niets met wielrennen of sport hebben toch gegrepen werden voor het
virus. Misschien niet het wielrenvirus, maar dan toch het virus van
saamhorigheid en betrokkenheid.
Hoe het een en ander tot stand is gekomen. In chronologische
volgorde.
Zondag 28 juni
Dit was de dag van de Toerversie Utrecht. Op die dag hebben
12.000 wielerliefhebbers een gedeelte van de tweede etappe van Utrecht naar de
Neeltje Jans gereden. Dat kon in afstanden van 75, 110 en 150 kilometer. Ik had
er nog over gedacht om me op te geven voor de 75 kilometer, maar dat was er
niet van gekomen. Op een gegeven moment was het maximum aantal deelnemers gehaald,
dus toen kon het ook niet meer. Wat ik echter zo fascinerend vond aan deze
toerversie dat het de mogelijkheid gaf om te fietsen over de Waterlinieweg.
Normaal alleen toegankelijk voor auto’s.
Op zondagochtend heb ik de stoute schoenen aangetrokken en
ben op de fiets gestapt. Bij ’t Goylaan zag ik ze in grote drommen voorbij
komen. Ik dacht dat het de 75 kilometer was, achteraf bleek het de 110
kilometer te zijn geweest. Ik ben een poosje parallel gereden op het fietspad
en vervolgens, hop, heb ik me tussen de fietsende menigte gemengd. Ik dacht,
een knappe controleur die me nu gaat stoppen. Even later door de stoplichten en
dan ’t Goyplein driekwart rond en dan omhoog de Waterlinieweg op. Wat een
heerlijk gevoel om daar nu zo over heen te fietsen.
Ik viel wel gelijk uit de toon, met mijn niet-racefiets en
dan ook nog met een fietstas aan de zijkant. En iedereen had een helm op, ik
niet. En ze haalden me allemaal in. Gelukkig waren ze met velen, dus ik was nog
lang niet achteraan. Maar ik had de indruk dat niemand me een vreemde
verschijning vond tussen al die flitsende wielerpakken, gelukkig maar. Onderweg
lag een dode egel en even verderop zag ik de eerste wielrenner aan de kant
staan om zijn fiets op te lappen. Zou het ene met het andere te maken hebben
gehad?
Het hoogtepunt op de Waterlinieweg was het moment dat ik
door de rode stoplichten fietste op het punt waar de A28 bij de Waterlinieweg
komt. Dat was een unieke ervaring.
Even verderop werden we en masse tegengehouden bij de
Berekuil. Het verkeer van rechts moest eerst nog worden doorgelaten. Dat duurde
een poosje, maar daarna mochten we snel verder, linksaf de Kardinaal de Jongweg
op. Daar stond best wat publiek en fietsen ging ook best lekker. Op een gegeven
moment kreeg ik wel de indruk dat er mensen extra voor mij stonden aan te
moedigen en applaudisseren, omdat ik qua verschijning toch wel een beetje
buiten boord viel. Dat was voor mij ook wel een teken om er mee op te houden.
Ik sorteerde linksvoor en waar de meute rechtsaf ging de Brailledreef op ging,
ging ik naar links de Talmalaan in. Als illegale deelnemer kon ik natuurlijk
niet alle eer gaan opstrijken!
Terug naar huis ben ik nog even langs de jaarbeurs gefietst.
Daar zag ik de enorme meute staan die nog aan de 75 kilometer moest beginnen.
Gauw ben ik maar verder gegaan. Nu fietste ik op de Croeselaan en de Jutfaseweg
samen met mensen van de 75 kilometer. Daar werd ik wel gesnapt door een
overijverige controleur, maar ik was natuurlijk veel te snel. Op ’t Goylaan
toch maar snel het fietspad op, een hele ervaring rijker. En de fietsstemming
begon er al goed in te komen.
Maandag 29 juni
De Muur on Tour. In TivoliVredenburg was er een avondvullend
programma over wielrennen met de volgende omschrijving: “Het belooft een avond te worden waarin de dramatiek
van de wielersport letterlijk wordt genomen en dramatisch zal worden verbeeld.
Een niet te kloppen kopgroep van artiesten met een groot wielerhart brengt
samen met wielerhelden een theatrale, muzikale en literaire ode aan de
wielersport.”
Muziek
van onder andere Blaudzun en Alex Roeka (prachtig lied met ‘De onbekende
renner’) en verhalen verzorgd door Mart Smeets, Joost Prinsen, Jeroen Wielaert,
Herman van der Zandt en Ronald Giphart. Het grootste applaus was er nog bij de
opkomst van de Belgische commentatoren Michel Wuyts en
José De Cauwer. De eerste
interviewde de tweede over hoe hij het als ploegleider voor elkaar heeft
gekregen dat Greg Lemond de Tour de France in 1989.
Er was ook nog een speciale ‘Petje op, petje af’ competitie
met de hele zaal onder leiding van Wilfried de Jong. Er zaten enkele
gemakkelijke vragen bij, maar ook wel wat moeilijker. Ook een beetje kijkend
naar mijn omgeving, wie zag er uit als een echte wielerkenner, en dan maar
gokken. Zo bleef ik heel lang in de race, maar uiteindelijk sneuvelde ik in de
laatste vraag voor de finale. Als ik me het wel herinner, was het een vraag
over de naam van de sponsor van de ploeg van Bernard Hinault in een bepaald
jaar. Had ik die goed gehad, dan had ik daar ook op het podium gestaan met tien
andere mannen. Die moesten om de beurt een Nederlandse renner noemen die ooit
in het geel had gereden. De winnaar kreeg een levenslang abonnement op het
tijdschrift De Muur.
De hele avond werd afgesloten met de apotheose. Alle nog
levende wielrenners die ooit in het geel hebben gereden kwamen het podium op en
dan mochten ze op een daar neergezette fiets gaan zitten. Als laatsten kwamen
Jan Jansen en Joop Zoetemelk op het podium. Die mochten in het midden. Rick de
Leeuw zong een lied en de mannen zwaaiden naar het publiek, zittend op een
fiets. Op de een of andere manier zag het er ook wel een beetje ongemakkelijk
uit. Maar het was wel een leuke avond.
Dinsdag 30 juni
Tijd voor actie. Ik heb besloten om de eerste etappe te gaan
fietsen. De tweede had ik al gedeeltelijk gedaan op zondag. De eerste kon ik
natuurlijk wel in zijn geheel volbrengen. Het was al behoorlijk warm weer aan
het worden, dus lekker vroeg op pad. De start zou op de Overste Den Oudenlaan
zijn, dus daar op zoek naar een punt van waar de start zou kunnen zijn. Dat was
nog niet te vinden, dus ik ben maar gestart op het punt waar de Truus van
Lierlaan bij deze straat komt. Onderweg zag ik al diverse gebouwen staan die er
een paar dagen geleden nog niet stonden. Wat komt er toch veel kijken bij het
organiseren van dit evenement.
Ik heb de hele route best op tempo gereden, natuurlijk over
de fietspaden waar dit van toepassing zou zijn en ook rekening houdend met
verkeerlichten en het andere verkeer. Aan het eind was het natuurlijk ook nog
niet helemaal duidelijk waar de finish zou zijn. Ik ben maar gestopt bij de
Rabobank, achteraf gezien had ik natuurlijk een klein eindje verder moeten
fietsen.
Officieel was de etappe 13,8 kilometer lang. Ik klokte 13,44 kilometer
en die heb ik volbracht in 42 minuten en 8 seconden. Persoonlijk vond ik dat
best wel een aardige tijd! Ruim 19 kilometer per uur met stoplichten en andere
ongemakken.
Woensdag 1 juli
Museumdag. Heel veel musea in Utrecht hadden een
tentoonstelling georganiseerd in het kader van de Tour de France. Het was mijn
bedoeling om ze allemaal, met behulp van de Museumjaarkaart, op deze dag te
gaan bezoeken.
In Het Utrechts Archief was een tentoonstelling over de fietscultuur
in de stad Utrecht van het verre verleden tot nu toe. Vooral deprachtige hoge
bi fietsen spreken natuurlijk tot de verbeelding met dat hoge voorwiel en het
kleine achte wieltje. Vooral de filmpjes ervan zijn hilarisch en men kan er ook
best hard op fietsen.
In het Catharijneconvent waren diverse historische
wielertruien tentoongesteld. Veel gele truien, maar ook vele andere. Er waren
gele truien van glorieuze winnaars, maar ook gele truien waar achteraf een
klein smetje op is gekomen.
In het Aboriginal Art Museum was er een expositie van
beschilderde fietsen. Zagen er leuk uit, daar zou je wel mee door de stad heen
willen fietsen.
Het Spoorwegmuseum had een expositie gewijd aan alle
Nederlanders die ooit meegedaan hadden aan de Tour de France. Met onder andere
als hoogtepunten de fiets waarmee Wim van Est het ravijn inreed en de
allereerste wielerbus van Sauna Diana. Toentertijd een novum van een ploegje in
de marge, nu kan geen ploeg meer zonder.
In het oude postkantoor aan de Neude was een
fototentoonstelling onder de naam Hotel Héroique. Ook kon je zien hoe een
gemiddelde hotelkamer eruit zag, in het verleden en heden.
De dag was te kort om de tentoonstelling gewijd aan de enige
Utrechter die ooit de Tour de France reed nog te gaan bekijken. Dat heb ik dus
gemist en daarom bij deze mijn nederige excuses aan Michel Stolker.
Donderdag 2 juli
Ploegenpresentatie. In Park Lepelenburg zou de
ploegenpresentatie gaan plaatsvinden. Ik was niet goed voorbereid aan wat ik
kon verwachten, maar vanaf het centrum kon ik er maar moeilijk komen en zodoende
kwam ik terecht op de Maliesingel, op de plek tegenover Sonnenborgh. Daar was
een afzetting, maar je kon er nog wel langs. Het bleek dat hier de renners al
lopend vanaf het Spoorwegmuseum vanuit de Zonstraat de Maliesingel zouden
oversteken. Om dan vervolgens in een bootje te stappen dat aan zou leggen
tegenover Sonnenborgh, zodat ze verder al varend richting Park Lepelenburg
zouden gaan. Het was er helemaal niet druk, dus dat leek mij het beste om hier
maar gewoon te blijven. Hier zouden alle renners vlak onder mijn neus langs
gaan lopen.
Het duurde nog wel een half uurtje, maar toen werd mijn
geduld beloond. Eerst kwamen er verschillende belangrijke mensen langs, zoals
onze burgemeester en Jan Jansen. Natuurlijk was Christian Prudhomme er ook bij.
Spontaan stak ik mijn hand uit, en zowaar dat werd geaccepteerd en zo heb ik
dan toch maar even de hand van de tourdirecteur gedrukt. Niet veel later stapte
het gehele gezelschap in een klaarliggend bootje en vertrok onder een luid
applaus.
Niet veel later kwam het eerste wielerteam langs. De een liep
wat sneller voorbij, de volgende renner nam uitgebreid de tijd om op de foto te
gaan met een fan of om een handtekening uit te delen. Ik herkende een paar
renners, maar van het merendeel wist ik niet wie het waren. Het was leuk om ze
zo van dichtbij te zien. De meeste zagen er ontspannen uit.
Ik herkende in ieder geval Alberto Contador, Peter Sagan en
Thomas (Titi) Voekler. Van de Nederlanders herkende ik in ieder geval Bauke
Mollema en Pieter Weening. Chris Froome heb ik ook duidelijk gezien, al dacht
ik eerst bij een ploegmaat van hem dat ik hem al had herkend.
Ik vond het ook vooral leuk om het team van MTN Qhubeka te
zien. Voor het eerst doet een Afrikaans team mee en het meest bijzondere dat ze
twee donkere Afrikanen hebben meegenomen. Er hebben wel eens eerder renners
meegedaan uit Zuid-Afrika, dat is dus niet zo bijzonder, maar dat er nu twee
meedoen uit Eritrea, dat spreekt wel tot de verbeelding.
Na ruim de helft van de teams zo voorbij hebben zien gaan,
ben ik eens verderop gegaan. Eens kijken of ik toch nog bij het park zou kunnen
komen. Maar onderweg natuurlijk wel even goed kijken hoe wielrenners zich
houden in een bootje op het water. Dat zag er best wel goed uit, het leek er
wel op dat de meesten het leuk vonden.
Bij het park aangekomen was het al snel duidelijk dat het
gewoon onmogelijk was om er nog te komen. De toegangswegen waren helemaal vol.
Van de overkant kon ik over het water nog een vage glimp van het podium zien.
De geluidsinstallatie stond wel luid genoeg, de kleine interviews kon ik goed
horen.
Dan nog maar even verder gelopen richting Maliebaan. Daar zag
ik de bussen van verschillende teams staan opgesteld. Vanaf het podium kwamen
ze wederom door een dikke haag mensen aangefietst over de Maliesingel richting
Maliebaan.
Sommigen namen echt de tijd om van het publiek te genieten.
Anderen gingen wat snelle voorbij aan de mensenmassa, die wilden zo snel
mogelijk bij de bus aankomen.
Ook een van de renners uit Eritrea kwam daar weer
aangefietst. Aan de overkant stond een hele familie met de vlag van Eritrea.
Uiteraard werd daar even gestopt om flink wat knuffels uit te delen. Zou het
familie van de renner zijn geweest? Of gewoon maar iemand van Eritrese
achtergrond.
Hoe verder ik kwam op de Maliebaan, hoe leger het werd. Hier
bleven de echte fans nog over. Ik zag een man met een groot boekwerk met
plaatjes van renners verwoed alle renners van FDJ aanklampen voor een handtekening.
Blijkbaar wist hij wel wie hij voor zich had, verschillende renners zetten gauw
even een krabbel en gingen de bus in. Of zou er nu zo maar een handtekening van
de ene renner bij de andere kunnen staan?
Als laatste kwam Vicente Nibali voorbij. Ik had verwacht hem
in de gele trui voorbij te zien fietsen, maar dat was helaas niet het geval. Zijn
voorbijgaan was in ieder geval het teken dat de ploegenpresentatie ten einde
was gekomen.