Een poosje geleden heb ik verdiept in de beschuldigingen die
er zijn aan het adres van Rwanda in verband met hun steun aan rebellengroep
M23. In eerste instantie dacht ik dat Rwanda helemaal niet de moeite heeft
genomen om te reageren. Dat is niet juist. Ik heb documenten gevonden waarin de
beschuldigingen worden ontkend.
Ik heb helemaal niet goed gezocht, want de reactie is te
vinden op maar liefst drie plekken. Op de algemene site van de regering van Rwanda (Government of Rwanda) en op de sites van het Ministerie van Defensie en
het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Alleen die van het Ministerie van
Defensie is gedateerd op 7 augustus 2012, de andere twee versies zijn
ongedateerd.
De reactie van Rwanda heeft een ietwat vreemde indeling. In
eerste instantie heeft men het over tien stellingen die niet waar zijn. Het
gaat hierbij om feiten zoals deze beweerd zouden zijn door de ‘Group of Experts
on the Democratic Republic of the Congo’. Maar vervolgens is er dan als een
soort bijlage nog een officieel rapport waarin men meer inhoudelijk ingaat op
de beschuldigingen. Deze bijlage zit zowel bij de reactie van de regering als
die van het Ministerie van Defensie. Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken
wordt wel de suggestie gewekt dat er een uitgebreid rapport is, maar die is
niet te openen. Mijns inziens zou het beter zijn om dat laatste als officiële
reactie te presenteren, in plaats van de pamfletachtige reactie door middel van
het kapittelen van tien zogeheten feiten.
Het vreemde hierbij is dat de versies ook niet allemaal
identiek zijn. Die van de regering van Rwanda is wel gelijk aan die van het
Ministerie van Defensie, die van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wijkt echter
af. Hier lijkt mij ook duidelijk dat er sprake is van het ontbreken van regie
om dit toch heikele punt voor Rwanda op adequate wijze te tackelen.
Ik wil hierbij wat nader ingaan op een aantal van deze
stellingen.
Stelling 1
De eerste stelling gaat over de bewering in het addendum van
27 juni 2012 dat RDF soldaten training hebben gehad in Rwanda om zich daarna
aan te sluiten bij M23.
Dit staat in het addendum bij paragraaf 31:
31. (a) An
RDF soldier, who surrendered on 14 June 2012 from Ntaganda’s position in
Runyoni, stated that his unit had been trained for two weeks in Kanombe
military camp in Kigali, before being deployed in Runyoni already during the
first week of March. Having previously fought as a CNDP soldier under Laurent
Nkunda and as part of joint RDF FARDC Amani Leo operations, the soldier in
question was recruited alongside several other Rwandan ex-CNDP soldiers by an
RDF Captain at the beginning of February. The mission of his 80-men unit was to
prepare the arrival of Ntaganda in Runyoni. On its way to Runyoni via Kinigi
the unit was joined by an estimated 150 more RDF soldiers
Dat staat in de reactie van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken:
1. Claims of
training at Kanombe absurd
In paragraph 31(a) of the addendum, the GoE cites allegations of a
two-week training provided to a RDF unit in Kanombe barracks located near
Kigali International Airport, before deploying it to Runyoni as Gen. Ntaganda’s
advance party. Regardless of the irrational suggestion that General Ntaganda,
one of the most senior FARDC Commander in the region, would require RDF support
in order to establish his advance party to Runyoni, it is common (and
verifiable) knowledge that Kanombe is a garrison-type barracks that comprises
living quarters; a referral military hospital also open to civilian patients; a
cemetery; and five service support units’ headquarters and related facilities.
It wouldn’t require any form of expertise to find out that this barracks cannot
host the training of recruits or any other force preparation activity. A simple
tour of Kanombe barracks would have led the GoE to easily discard this
allegation wherever they got it from.
Dat staat in de reactie van het Ministerie van Defensie:
Allegation 1. RDF unit trained in Kanombe Barracks to
go and fight for M23
Rebuttal:
It is common (and verifiable) knowledge that Kanombe Barracks is a
garrison-type barracks that comprises living quarters; a referral military
hospital also open to civilian patients; a cemetery; and five service support
units’ headquarters and related facilities. This Barracks therefore cannot host
the training of recruits or any other force preparation activity.Evidence: During their visit to Kigali, the GoE toured Kanombe Barracks and were able to see that the allegation is farfetched
Dat
staat in het officiële document van Rwanda bij paragraaf 38 en 49:
38. d. In
paragraph 31(a) of the addendum, the GoE cites allegations of a twoweek training
provided to a RDF unit in Kanombe barracks located near Kigali International
Airport, before deploying it to Runyoni as Gen. Ntaganda’s advance party.
Regardless of the illogical suggestion that General Ntaganda, one of the most
senior FARDC Commander in the region, would require RDF support in order to
establish his advance party to Runyoni, it is common (and verifiable) knowledge
that Kanombe is a garrison-type barracks that comprises living quarters; a
referral military hospital also open to civilian patients; a cemetery; and five
service support units’ headquarters and related facilities. It wouldn’t require
any form of expertise to find out that this barracks cannot host the training
of recruits or any other force preparation activity. A tour of Kanombe barracks
carried out by members of the GoE on the 25th June 2012made it clear that no
military instruction could be held in such a busy neighbourhood. Much less so a
‘secret training’ operation on behalf of a foreign armed group. It is
regrettable that such verifications on the ground were not held before the
submission of the addendum as they would have led the GoE to easily discard
this allegation wherever it originated from.
49.
Paragraph 31 (a) describes information from an alleged RDF soldier who surrendered
on 14 June 2012 from Ntaganda’s position in Runyoni. The RDF has never engaged
in any operations in support of M23. All RDF personnel are accounted for. In
this particular case, the onus to prove the identity of the alleged surrendered
RDF soldier is on the GoE and/or its sources.
Vervolgens
heb ik gekeken wat er nu van deze eerste beschuldiging terecht is gekomen in
het definitieve rapport van de expertgroep van 15 november 2012. Dit staat er
in de paragrafen 43 en 44 van Annex 3:
43. As cited
above, in support of its conclusion that the GoR had deployed RDF forces in the
DRC to sporadically reinforce M23, the
Group gathered twelve detailed accounts of this particular category of arms
embargo violation. One of the accounts mentioned “training” at the Kanombe
military barracks. The GoR claims in its rebuttal that training in Kanombe is
impossible because “it is common (and verifiable) knowledge that Kanombe is a
garrison-type barracks that comprises living quarters; a referral military
hospital also open to civilian patients; a cemetery; and five service support
units’ headquarters and related facilities.”50
44. However,
the Group did visit Kanombe barracks on 25 July 2012, alongside RDF officers,
and found that there were indeed several parade fields for marching and
military drills as well as wooded areas where training could be conducted.
Furthermore, for covert operations in DRC territory, “training” for experienced
RDF soldiers usually consists of briefings and preparations of small groups, to
be carried out in any military facility. The Kanombe military barracks provides
more than sufficient facilities for such activities. The Group communicated
these observations to the GoR while at Kanombe, but nevertheless the GoR
rebuttal inaccurately states that “a tour of Kanombe barracks carried out by
members of the GoE on the 25th of June 2012 made it clear that no military
instruction could be held in such a busy neighborhood.”
Wat
kunnen wij hieruit concluderen? Allereerst valt op dat de reactie van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken niet helemaal up-to-date is. Daarin wordt
gezegd dat de expertgroep eenvoudig had kunnen concluderen dat het niet waar
kon zijn als men was komen kijken. De reactie van het Ministerie van Defensie
is niet helemaal accuraat. In deze reactie staat dat de expertgroep is wezen
kijken op 25 juni 2012 en heeft kunnen vaststellen dat er niets aan de hand is.
In de conclusie van de expertgroep wordt er vervolgens fijntjes op gewezen dat
de bezichtiging heeft plaatsgevonden op 25 juli 2012, maar bovendien dat het in
haar ogen wel degelijk mogelijk is geweest dat daar een training heeft
plaatsgevonden. Uiteindelijk gaat het hierbij om vele getuigen die beweerd
zouden hebben dat die training daar heeft plaatsgevonden. Het tegenbewijs van
Rwanda is nogal mager, want alleen de bewering dat deze niet heeft kunnen
plaatsvinden is niet voldoende. Al is het tegendeel van zoiets bewijzen
natuurlijk altijd een moeilijke, zo niet onmogelijke taak.
Stelling 3
Gaan we door naar een volgende punt. De derde stelling gaat
over de ontmoeting tussen de Rwandese generaal Ruvusha met iemand van M23:
Makenga. Deze ontmoeting zou hebben plaatsgevonden op 4 mei 2012 en dat geldt
tevens als de begindatum van M23 als rebellenleger. Niet een geheel
onbelangrijke datum en gebeurtenis dus.
Dit staat in het addendum bij paragraaf 8:
8. Colonel
Sultani Makenga deserted the FARDC in order to create the M23 rebellion using
Rwandan territory and benefiting directly from RDF facilitation (see S/2012/348,
para. 104). On 4 May, Makenga crossed the border from Goma into Gisenyi,
Rwanda, and waited for his soldiers to join him from Goma and Bukavu.
Intelligence sources, M23 collaborators and local politicians confirmed for the
Group that RDF Western Division commander, General Emmanuel Ruvusha, welcomed
Makenga upon his arrival to Gisenyi. The same sources indicated that Ruvusha
subsequently held a series of coordination meetings with other RDF officers in
Gisenyi and Ruhengeri over the following days with Makenga.
Dat staat in de reactie van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken:
3. Key so-called
facilitator of M23 movements was not in Gisenyi -- there is proof he was on
leave during the time named by the GoE!
In his summary of statement at Annex B to this submission, Brig Gen.
Ruvusha denies all allegations. He states that he was on leave and out of
Gisenyi from 3 - 14 May 12 and provides an incontrovertible evidence of his
whereabouts during the period
Dat staat in de reactie van het Ministerie van Defensie:
Allegation 3.
Proof that Key facilitator of M23 was seen in Gisenyi
Rebuttal:
Brig Gen. Ruvusha denies all allegations and states that he was on leave and
out of Gisenyi from 3 - 14 May 12 and provides an incontrovertible evidence of
his whereabouts during the period.
Evidence:
A summarized statement of Brig. Gen. Ruvusha denying allegations can be found
on Annex B
to this submission.
Dat
staat in het officiële document van Rwanda bij paragraaf 42:
42. In
paragraph paragraphs 8 – 13, the GoE alleges direct assistance by RDF in the creation
of M23 using RDF resources and Rwandan territory. More specifically, the GoE
(i) accuses Brig Gen. Emmanuel Ruvusha of having received Col. Makenga in Gisenyi
on May 4th upon the latter’s desertion from FARDC; (ii) alleges that Brig Gen.
Ruvusha accompanied Makenga to coordinate the movements of his troops; (iii)
the GoE further alleges that Col. Makenga’s 60 troops and tones of equipment
were transported on Rwanda’s territory using RDF trucks while clad in RDF
uniforms.
42. a. In
his summary declaration at Annex B to
this submission, Brig Gen. Ruvusha denies all allegations. He states that he
could not be where the addendum locates him on 4th May as he was on a 2-week
leave from 30th April. His leave was however shortened after he was recalled
due to the deteriorating situation at the border area. He reported back to duty
on 5th May 12 and provides incontrovertible evidence of his whereabouts during
the period. He however accepts maintaining official communication with FARDC
Officers of the 8th Military Region since 2009 in his capacity as the area
commander on the border area.
Annex
B bestaat uit een slecht gemaakte kopie van een rapport met de verklaring van
generaal Ruvusha. Deze verklaring is niet ondertekend. In deze verklaring staat
dat hij op 4 mei 2012 op zijn boerderij was in het oosten van Rwanda en dat hij
op die dag koeien heeft verkocht aan Johnson Murindahabi. Op verzoek kan hij
het bewijs van de verkoop aanleveren. Ook heeft hij op die dag een sms
ontvangen van zijn vrouw met het verzoek om groenten te kopen op de markt van
Kayonza. Hiermee wordt aangegeven dat de generaal op 4 mei 2012 nooit in staat
moet zijn geweest om in Gisenyi een ontmoeting te hebben gehad met Makenga.
In
het definitieve rapport van de expertgroep staat dit in de paragrafen 78 en 79
van Annex 3:
78. The GoR
claims that General Ruvusha could not possibly have supported the movement of Colonel
Makenga to form M23 because, at the time, he was on a two-week leave starting
30 April 2012.87 Nevertheless, three first-hand witnesses interviewed by the
Group placed General Ruvusha at the Kabuhanga RDF base on 5 May 2012. The same
sources sighted Ruvusha together with Colonel Makenga, after the latter had
fled through Rwandan territory and just before he returned to the DRC to create
the M23 rebellion. In addition, M23 collaborators, as well as North Kivu
political leaders, told the Group that Ruvusha met Makenga upon his arrival
from Goma to Gisenyi on 4 May 2012.
79. As the
RDF Division Commander in Gisenyi, it is highly unlikely that Ruvusha would
have departed his post during a period of tremendous unrest along the border
with DRC, as well as during RDF direct operations in the DRC.
Wat
kunnen we hier nu van zeggen? Allereerst dat de simpele redenering dat de
generaal op vakantie is gegaan ook weer een beetje mager overkomt. Eens te meer
als de verklaring niet is ondertekend en niet wordt ondersteund door
bewijsstukken. Rwanda had haar zaak al een stuk sterker gemaakt als ze haar
bewering had ondersteund met bewijsstukken, nu blijft het onder de maat.
Stelling 10
De
laatste stelling gaat over de bezittingen van Ntaganda in Rwanda, maar
eigenlijk ook over het gebruik van deze bezittingen als onderdeel van het
transport van troepen van Rwanda naar Congo.
Dit staat in het addendum bij paragraaf 16 en 50:
16. Former
M23 combatants from Rwanda stated that the main transit point for recruitment
is the RDF position at Kinigi, where recruits are regrouped and sent to the
Democratic Republic of the Congo (see image 4). This pattern has also been independently
confirmed by Congolese intelligence services and a former RDF officer.
According to some of the recruits, they often receive a meal in Hotel Bishokoro,
which belongs to General Bosco Ntaganda and his brother at Kinigi. Afterwards,
RDF soldiers escort large groups of new recruits to the border and send them
into the Democratic Republic of the Congo.
50.
Furthermore, politicians, ex-CNDP officers, and intelligence officers informed the
Group that Ntaganda owns a house in Gisenyi where he evacuated his family. He also
partially owns Hotel Bishokoro at Kinigi, officially a property of his brother,
used in the recruitment activities carried out by RDF soldiers for M23. Both Ntaganda’s
house and hotel are still under construction (see image 15). His possessions
and investments continue to be managed by Cubi Wasabahizi, Ntaganda’s relative
who operates from Gisenyi.
Dat staat in de reactie van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken:
10. Claims of
Ntaganda-owned property are categorically false
The so-called evidence of a house pictured allegedly belonging to
Ntaganda is demonstrably inaccurate. Investigations on the matter indicate that
the house presented as image 15 in the addendum is owned by Mr. Innocent
Ndagano alias “Cent Kilos”. The certificate of registration of epithetic lease
title No. UPI 3/03/04/05/217 is available at Annex J to this submission. It
further alleged in the Addendum, that Hotel Bushokoro located at Kinigi is
co-partially owned by Gen. Bosco Ntaganda. As a matter of fact, the property is
actually owned at 50% each by Mr. Enock Munyajabo and his wife Mrs. Nyiramana
Kesie under the certificate of registration of epithetic lease title No. UPI
4/03/07/03/329 is at Annex K to this submission. The assertion that the named
properties belongs to Bosco Ntaganda is a typical baseless allegation from
information peddlers.
Dat staat in de reactie van het Ministerie van Defensie:
Allegation
10. Bosco Ntaganda-owns property in Rwanda
Rebuttal:
Investigations on the claim of a house belonging to Ntaganda indicate that the
house presented as image 15 in the addendum is actually owned owned by Mr.
Innocent Ndagano alias “Cent Kilos”. Further allegations that Hotel Bushokoro
located at Kinigi is co-partially owned by Gen. BoscoNtaganda is proved wrong
because the property is actually owned at 50% each by Mr. Enock Munyajabo and
his wife Mrs. NyiramanaKesie. it is therefore categorically false to claim that
the properties belong to BoscoNtaganda.
Evidence:
The certificate of registration of epithetic lease title No. UPI 3/03/04/05/217
is available at Annex J
to this submission under the certificate of registration of epithetic lease
title No. UPI 4/03/07/03/329 is at Annex Kto
this submission.
Dat
staat in het officiële document van Rwanda bij paragraaf 52:
52. The
evidence adduced on Rwanda supporting Gen. Bosco Ntaganda in paragraphs 28, 49
and 50 of the addendum do not support the charge. The picture of a house
allegedly belonging to Ntaganda is demonstrably inaccurate. Investigations on
the matter indicate that the house presented as image 15 in the addendum is
owned by Mr. Innocent Ndagano alias “Cent Kilos”. The certificate of
registration of emphyteutic lease title No.UPI 3/03/04/05/217 presented to the
GoE is also available at Annex P to
this submission.
It is further alleged in the addendum that Hotel Bushokoro located at Kinigi is
co-partially owned by Gen. Bosco Ntaganda. As a matter of fact, the property is
actually owned at 50% each by Mr. Enock Munyajabo and his wife Mrs. Nyiramana
Kesie under the certificate of registration of emphyteutic lease title No. UPI
4/03/07/03/329 available at Annex Q to
this submission was also presented to the GoE. The assertion that the named
properties belongs to Bosco Ntaganda is therefore a typical baseless
allegation.
In
het definitieve rapport van de expertgroep staat dit in de paragraaf 22:
22. Before
being sent to the Democratic Republic of the Congo, most recruits continued to
transit through Gen. Ntaganda’s Hotel Bushokoro in Kinigi, Rwanda. During its
visit to Bushokoro on 21 August 2012, the Group confirmed that the premises of
the hotel, surrounded by a protection unit of the Rwandan armed forces, corresponded
to the descriptions that former M23 soldiers had provided (see annex 19 to the
present report).
En
dit in de paragrafen 50, 84 en 85 van Annex 3:
50.
Following the publication of the Addendum on 29 June 2012, the Group did visit
Kinigi and specifically
General Bosco Ntaganda’s hotel used for M23 recruitment, by the name of
Bushokoro.55 The Group
confirmed that the premises of Bushokoro correspond to the description provided
by Rwandan
ex-combatants of M23. An RDF protection force also surrounded the hotel and
several individuals
inside took photos of members of the Group.
84.
Concerning the GoR’s violation of the sanction regime through failing to apply
the assets freeze on General
Bosco Ntaganda, the GoR claims that the documents for the house identified by
the Group as belonging
to Ntaganda in the Rwandan town of Gisenyi are not in Ntaganda’s name.97
However, the Group
did not seek to obtain the land records from the GoR regarding General
Ntaganda’s properties because the Group had previously established that
Ntaganda has never held in his own name any of his extensive assets, including
hotels, commercial businesses, vehicles, residences or bank accounts.
85.
Furthermore, in an interview with Time Magazine published on 14 September
2012,98 Rwandan President
Paul Kagame responded to a question about Ntaganda’s properties in Rwanda by
saying, “So what? .
. . I would not be bothered. We do not differentiate when it comes to money
unless it is money that
you killed people for or money that is questionable. But if you invest here,
what’s the problem?”
De
hele discussie gaat over het feit dat Ntaganda eigenaar zou zijn van een huis
en een hotel in Rwanda. Nu lijkt dit een wat academische discussie. Rwanda zegt
dat Ntanganda de eigenaar niet is en de expertgroep zegt hierop dat hij formeel
niet de eigenaar is, maar dat hij wel de eigenlijke eigenaar zou zijn. De status
van het eigendom vind ik persoonlijk niet zo interessant, wat veel
interessanter is dat dat hotel gebruikt zou zijn als doorvoerhaven van rebellen
van Rwanda naar Congo. In de reactie van Rwanda zie ik hier niets over vermeld.
Het lijkt erop dat Rwanda het in ieder geval niet tegenspreekt. Dat zou
betekenen dat het wel klopt.
Conclusie
Rwanda
heeft er voor gekozen om op de beschuldigingen in het addendum te reageren door
middel van tien stellingen die zouden aantonen dat Rwanda onschuldig is. Aan
deze reactie schort het een en ander. In de eerste plaats doordat er niet
coherent op een duidelijke wijze wordt gecommuniceerd. Op drie plaatsen is de
reactie te vinden en dan is die ook niet altijd identiek. Welke reactie is de
juiste? De reactie bevat soms feitelijke slordigheden en dat komt het relaas
ook niet te goede.
Verder
valt wat op te merken over de toon van de reactie. Deze komt een weinig
zakelijk over. De reactie kan eerder omschreven worden als hooghartig,
arrogant. In ronkend taalgebruik wordt de beschuldiging van de hand gewezen.
Men neemt termen als onbetwistbaar (‘incontrovertible’)
in haar mond, terwijl men geen bewijsstukken overlevert die het tegendeel
zouden aantonen. Het zou beter zijn geweest om gewoon op zakelijke wijze te
beweren dat de beweringen niet juist zijn.
De tien
stellingen lijken ook wat willekeurig. Uit het addendum worden een paar krenten
genomen en die worden bestreden. Deze krenten worden dan vervolgens ook nog een
beetje op knullige wijze aangeleverd, met als gevolg dat de beweringen niet als
zeer betrouwbaar overkomen. Zouden ze bedoeld zijn als een eerste reactie om
door middel van overtreffende trap de tegenstander te overbluffen?
De
reactie is ten slotte nog als ambigu aan te merken. Als hoofdreactie heeft men
de tien stellingen, maar als bijlage bij de tien stellingen zit ook nog een
heel uitgebreid rapport. Daarin wordt eerst een heleboel hoofstukken gewijd aan
de legitimiteit van de expertgroep, voordat op de feitelijkheden wordt
ingegaan. Het geheel wordt ook afgesloten met een conclusie, die natuurlijk
luidt dat Rwanda onschuldig is. Rwanda had beter dit document kunnen inzetten
als officiële reactie, ook al worden hierin ook lang niet alle beschuldigingen
behandeld.
De
beschuldigingen van de expertgroep bestaat voornamelijk uit getuigen die
beweren dat bepaalde zaken hebben plaatsgevonden. Dat is natuurlijk altijd
moeilijk te bestrijden met keihard tegenbewijs. Door de wijze waarop Rwanda
heeft gereageerd lijkt het haast wel of Rwanda het allemaal niet zo serieus
heeft genomen. Gewoon tien stellingen deponeren en daarmee de kous afdoen.
Voorlopig is de zaak ook afgedaan, want sinds het definitieve rapport van
expertgroep is er niet veel meer gebeurd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten