Nog een wielerboek, ook weer gekregen van mijn broer. Het derde boek van Martin Bons. Recent heb ik zijn debuut gelezen, genaamd De kunst van het dalen. Tussendoor is dan nog De weg omhoog verschenen, als ik me niet vergis zal dit over klimmen gaan. En nu dan dit boek over sprinten.
Dit boek is min of meer op dezelfde wijze geschreven als zijn eerste boek. Een persoonlijk verslag van een sprintwedstrijd afgewisseld met anekdotes over sprinters tijdens wielerwedstrijden, met de nadruk op de Tour de France.
De schrijver neemt jaarlijks deel aan een amateurwedstrijd.
Het parcours is vlak, dus is het altijd een wedstrijd voor sprinters. Hij is
geen goed sprinter, maar wil nu eindelijk een keer winnen of op zijn minst op
het podium komen. Daarom neemt hij lessen in sprinten en probeert hij zo veel
mogelijk over de techniek van het sprinten te weten te komen.
Was zijn vorige boek een vrij eenzaam verslag over een
afdaling. Nu zit hij met allerlei concurrenten in de koers, dus wat dat betreft
is de teneur van het boek wel heel anders. Op de een of andere manier boeit dit
toch minder dan zijn vorige boek. Tijdens het boek houdt de schrijver goed het
zicht op zijn concurrenten in de wedstrijd. Dan ligt Koen weer voor en Tijs
weer achter en dan komt Ronald er weer tussendoor. Maar deze mensen ken ik niet
en op gegeven moment kan het me niet meer schelen wie er op kop ligt en wie er
afgewaaid is. Laat de wedstrijd zo snel mogelijk voorbij zijn, dan hebben we
dat gehad.
Gelukkig zijn er tussendoor veel verhalen over spectaculaire
sprints in met name de Tour de France en op welke wijze een bepaalde sprinter
in staat is geweest om deze sprint te winnen. Leuk om te lezen, al blijf het
toch een beetje tweede keuze. Wielrennen is vooral leuk als er geklommen wordt
en goede klimmers zijn de grootste helden. Sprinters zijn nodig voor die
ellenlange etappes waarin niets gebeurt tot in de finale.
Best een aardig boek, maar minder dan de vorige die ik van
hem gelezen heb. Ben wil benieuwd waar zijn volgende boek over zijn gaan. Over
tijdrijden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten