Vorige week was er een Social Protection Field Visit. Bruno en Nicole zouden meegaan, maar op het laatste moment is Bruno toch niet meegegaan. Aangezien er dan toch een plaatsje vrij zou zijn in de bus, heb ik gevraagd of ik mee kon gaan. Dat was geen probleem, en dus vertrokken wij ’s ochtends vroeg, maar natuurlijk niet zo vroeg als gepland, in een bus richting Butare. Aan boord zo’n 20 personen van verschillende ministeries en organisaties. Er waren ook twee mensen mee namens de EU.
Het doel van de reis is om te kijken hoe Social Protection in de praktijk werkt. Ik zit naast een van de EU functionarissen. Hij is hier om te kijken of het geld dat de EU hier besteed een beetje goed terecht komt. De EU geeft Rwanda 20 miljoen euro aan budgetsteun om een programma van Social Protection uit te voeren. Dat is een boel geld!
Wij gaan eerst op bezoek bij een project dat gesteund wordt door het ‘Fonds National pour l'Assistance aux Rescapés du Génocide’ (FARG). Dit is een groot fonds dat grotendeels wordt gefinancierd door de overheid. De afgelopen jaren heeft de overheid meer dan 5 % van haar budget aan FARG uitgegeven. En de naam van het fonds geeft al aan dat het als doel heeft om de overlevenden van de genocide te steunen.
Het project dat we bezoeken is een coöperatie met de naam Duhozanye. Een aantal weduwen heeft deze coöperatie eind 1994 al opgericht. Duhozanye is een non-profit organisatie met als primaire doel de rechten te verdedigen van weduwen en wezen als gevolg van de genocide. Duhozanye ligt in het district Gisagara. We worden dan ook welkom geheten door de Vice Mayor van Gisagara en de voorzitster van Duhozanye. We gaan eerst twee leden van de coöperatie bezoeken.
Wij betreden het eerste erf. Een keurig huis met een keurig tuintje en achter op het terrein een kleine stal met een varken en een paar geiten. De vrouw horende bij het huis gaat vertellen. Ze vertelt dat ze heel erg geholpen is door de coöperatie, dat ze een varken heeft gekocht voor 20.000 Frw en dat ze die een poos later weer verkocht heeft voor 80.000 Frw, dat ze met de winst allerlei verbeteringen aan het huis heeft kunnen doen, en dat ze met dat geld weer een nieuw varken en een paar geiten heeft kunnen kopen. Ze is de coöperatie heel dankbaar voor wat zij voor haar doet.
We gaan naar een tweede erf. Wederom een keurig huis met een keurig tuintje en achter op het terrein een nog veel grotere stal met twee koeien een flink aantal geiten. En ook nog personeel voor de koeien. Ook deze vrouw vertelt dat ze geholpen is door de coöperatie, dat ze een koe heeft gekregen van de coöperatie, en toen deze een kalf heeft gekregen, toen heeft ze het kalf mogen houden, en dat de koe weer teruggegaan is naar de coöperatie voor een volgende vrouw. De coöperatie heeft ook haar kind geholpen om te studeren, maar deze studie was mislukt, maar heeft deze zoon met behulp van de coöperatie een kapperszaak begonnen in het huisje naast het huis van de vrouw. Ook hier weer dankbaarheid alom.
Dan gaan we naar het gebouw van de coöperatie zelf. En dan voltrekt zich scene zoals je die wel eens vaker gezien hebt. Door dertig vrouwen in prachtige kleden worden we welkom geheten door middel van een lied. Ze zitten al in een halve cirkel en ons gezelschap zal de ontbrekende halve cirkel opvullen. De dertig vrouwen kijken wel allemaal heel ernstig; dit is een serieuze zaak. Hier zitten we dan met zijn allen in een grote kring onder een grote Afrikaanse boom. Een klassiek plaatje van Afrika.
En het klassieke plaatje wordt nog vervolmaakt door toespraken en speeches. De Vice Mayor van Gisagara opent het bal, gevolgd door het hoofd van de coöperatie. Nog een functionaris doet het woord en ook enkele vrouwen doen hun zegje. De vertegenwoordiger van FARG is er ook en geeft een toelichting op zijn organisatie. Het is wel duidelijk dat dit een schoolvoorbeeld is van hoe goed het kan gaan. De tijd tikt intussen lekker door, maar we zitten lekker met een koel flesje water in de schaduw van de grote Afrikaanse boom.
Door het late vertrek en het uitlopen van dit onderdeel komt het programma in de knel. Besloten wordt om onderdeel te laten vervallen. Het wordt het Girinka project, ook wel bekend als ‘One cow per family’. Een van de EU functionarissen protesteert een beetje, want dat was het project waar hij voor was gekomen, maar schikt zich in zijn lot. Het wordt tijd voor de lunchpakketten. Het begint een beetje te lijken op een schoolreisje, doordat de labels van deze pakketten niet geheel duidelijk zijn, komen niet alle pakketten op de goede plek, en moeten ze eerst worden opengemaakt, geïnspecteerd en van commentaar voorzien, voordat ze lacherig worden doorgegeven naar de juiste persoon.
We rijden verder naar Butare en gaan op bezoek bij een coöperatie van ‘Historically marginalized people’. Ik had dat nog niet zo snel door, maar met dit is de politiek correcte term voor de Twa. Omdat de termen Tutsi, Hutu en Twa nu niet meer gebruikt mogen worden en men blijkbaar toch wel graag iets over de Twa wil zeggen heeft men de eufemistische term ‘Historically marginalized people’ bedacht. En dat klopt ook wel, de Twa staan nog altijd in de marge van deze samenleving.
Wij komen in een lokaaltje met een aantal tafels waarop breimachines staan. De dozen waarin deze machines zaten, afkomstig uit Engeland, liggen er nog naast. Je vraagt je al af waarom die dozen er nog staan. Uit de toelichting blijkt dat de machines, die geschonken zijn door het district, nog niet gebruikt worden, omdat deze machines werken op dikke Engelse wol en niet op de dunnere Rwandese wol. En nu gaan ze die dikke Engelse wol bestellen. Wat klopt hier niet? Dit lijkt typisch op een goed bedoeld project waarvan niet alle gevolgen even goed zijn doordacht. Een bijkomend probleem wordt al onderkend, door de dikke Engelse wol worden de sweaters en truien te dik en te duur. Dit lijkt echter geen reden te zijn om van strategie te veranderen. De Twa vrouwen zijn er heel vrolijk onder en het lijkt hun niet te deren. Ergens wordt ook nog gezegd dat de Twa vrouwen ook helemaal niet zo geïnteresseerd waren in het breiproject. Zij waren liever blijven pottenbakken. Door hun een vergoeding te geven om deel te nemen, waren ze wel bereid om te komen. Misschien is het doel wel om de Twa af te krijgen van hun imago als pottenbakkers en dat ze ook andere dingen moeten gaan doen, of men dat nu wel wilt of niet. Al met al is dit wel een heel interessant bezoek geweest, maar is niet geheel duidelijk welke boodschap men heeft willen overbrengen. Door de Twa vrouwen worden we in ieder geval wel vrolijk uitgewuifd wanneer wij vertrekken.
Ons laatste bezoek zou aan een “Disability Centre’ zijn. Dat blijkt echter een school te zijn, die heel erg open staat voor kinderen met een handicap. Als een van de weinige scholen in het land heeft zij dit beleid, met als gevolg dat ongeveer een derde van de kinderen op deze school een handicap heeft. Wij vragen of ze ook extra geld krijgen, omdat ze dit beleid voeren. Het antwoord is dat ze van de overheid niets extra krijgen, maar dat ze wel extra geld krijgen van Belgische paters. Goed om deze school te zien, maar ook hier is niet geheel duidelijk wat het ‘Social Protection’ gedeelte van dit bezoek is.
Tijd om weer naar huis te gaan. Drie zeer interessante bezoeken, met een heel verschillende inslag. Veel gezien en veel geleerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten