vrijdag 8 juli 2011

Gashora

Sinds vorige week donderdag zijn Wilma en Marte terug in Rwanda voor zes weken. Aangezien we aansluitend gelijk konden genieten van een lang weekend, omdat zowel 1 als 4 juli aangemerkt zijn als nationale feestdagen, hebben we het eerst rustig aangedaan op vrijdag en zijn we van zaterdag tot en met maandag naar La Palisse hotel gegaan in Gashora. Dat ligt op een uurtje rijden ten zuiden van Kigali en het ligt prachtig gelegen aan Lake Rumiro.



Op zaterdag zijn we vertrokken met de bus naar Nyamata. De meest grote stad in de richting van onze bestemming. Ik dacht dat Nyamata wel groot genoeg zou zijn om een taxi te hebben die ons naar het hotel kon brengen. Helaas bleek dit niet het geval te zijn. De jongens bij het busstation zeiden dat we een volgende bus konden nemen naar het plaatsje Gashora en dat we vervolgens daar een motor konden nemen. Dat konden we niet doen, omdat we met Marte niet op een motor willen. Dan zouden we de twee kilometer naar het hotel kunnen lopen. Dat zag ik gezien onze bagage en de hitte helemaal niet zitten. De moed begon mij een beetje in de schoenen te zakken. We moeten maar even plaatsnemen op een bankje. Plotseling worden we opgeroepen, de bus gaat vetrekken en zo’n busjongen zegt tegen ons dat we met deze bus naar een bepaalde plek kunnen en dat we dan met de chauffeur moeten onderhandelen om ons op de plek van bestemming te krijgen. We hebben niet veel keus en de onderhandelingen zijn snel gedaan. Voor 5.000 Frw komen we waar we willen zijn.



We hebben twee heerlijke rustige dagen in het hotel gehad. We hebben heerlijk op het terras gezeten en lekker rustig aan gedaan. Het meest spannende was ons boottochtje op het meer voor een klein half uurtje. Men zegt dat er nog wel nijlpaarden en krokodillen in het meer zijn, maar die hebben we helaas niet gezien.


In het hotel waren niet zo veel gasten. Maar elke dag kwamen er wel veel dagjesmensen. Tussen elf uur ’s ochtends en zeven uur ’s avonds waren die er. Voor en na die tijd hadden we het rijk alleen. Niet dat het dan rustig was, want de Afrikaanse muziek klonk altijd uit de box die men op de kant van de wal had geplaatst. Menig dagjesbezoeker ging zich al swingend te buiten op de muziek. Een mooi gezicht, zo aan de kant van het water.


Marte had al snel de speeltuin ontdekt en was daar dan ook regelmatig te vinden. Helemaal nu ze tijdens deze vakantie heeft ontdekt om zelfstandig te schommelen. Ze heeft geen hulp meer nodig om haar te duwen bij het schommelen, zij kan het helemaal zelf.


Rond het hotel zijn heel veel vogels te vinden. Het mooiste gezicht is als de ijsvogels stationair in de lucht hangen boven het water, totdat ze plotseling met een duikvlucht naar beneden duiken om te proberen een vis te verschalken.



In het meer liggen ook eilanden. Op zaterdag hadden we ze toch gezien, maar de volgende dag kregen we opeens de indruk dat ze ergens anders lagen. We dachten dat we ons vergist hadden, iets te veel alcohol waarschijnlijk. Maar het klopte wel want het zijn eilanden van papyrus die zich op de wind over het meer verplaatsen. Dat je ook een eilandje met een boot kunt verslepen kwamen we op maandagochtend achter.


Rondom het hotel is het niet zo druk bevolkt als in de rest van Rwanda. Het is een beetje een achtergesteld gebied, maar wel in ontwikkeling. Net buiten het terrein van het hotel zijn de velden met de diverse gewassen. Leuk om Marte dan zo mee te nemen om te laten zien hoe een ananas groeit.


Op zondagmiddag kregen we in het hotel gezelschap van een Nederlands gezin. Bestaand uit vader Pieter, moeder Corine, zonen Hans en Erik, de laatste in gezelschap van vriendin Lisa. Pieter was in 1975 voor twee jaar werkzaam geweest in het noorden van Rwanda om ten behoeve van een theeplantage te helpen bij het droogleggen van een moeras. En nu was hij na ruim 35 jaar terug om te kijken naar waar hij toen geweest was. De theeplantage was nog steeds in werking en hij vond het fijn om te constateren dat het nu volledig in Rwandese handen was en dat het nog goed draaide ook. En na waren ze bezig om de rest van Rwanda te bekijken. Het was heel aangenaam om met hun kennis te maken. En ze waren ook nog zo aardig om ons op maandag weer helemaal naar huis te brengen met hun eigen busje. Wat een luxe!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten