zaterdag 31 december 2011

Vakantie in Uganda

Sinds 14 december zijn we op vakantie in Uganda. Eerst in het zuiden bij de meren Matanda en Bunyoni. Daarna zijn we doorgetrokken naar het Queen Elisabeth Natianal Park om te genieten van alle dieren. Vervolgens doorgegaan naar Fort Portal waar we verbleven hebben in het Ruwenheri View Guesthouse. Daar zijn we gastvrij ontvangen door Ineke Jongerius en hebben daar gezamelijk met alle gasten genoten van een heerlijk maaltijd op Kerstavond en Eerste Kerstdag. Daarna naar het Murchison Falls National Park voor nog meer wilde dieren. En nu zitten we in Kampala in de Cassia Lodge van de bekende Belgen Els de Timmerman en Johan Vanhecke. Vanavond gaan we genieten van het vuurwerk in de stad om morgen door te trekken naar de Ssese eilanden. Op 4 januari hopen we weer in Kigali te zijn.

De allerbeste wensen voor 2012!

dinsdag 13 december 2011

De gorilla’s (Agashya groep)

Op 10 december was het de grote dag dat we op bezoek gingen bij de gorilla’s. Om zeven uur moesten we aanwezig zijn in Kinigi bij het hoofdkwartier van het Volcanoes National Park. We waren ruim op tijd aanwezig om nog rustig te kunnen genieten van een kopje koffie en een optreden van een Rwandese zang- en dansgezelschap.

Wilma en ik werden ingedeeld in de Agashya groep. Deze groep bevindt zich op flanken van de Sabyinyo vulkaan en is relatief gemakkelijk te bereiken, zowel het gedeelte met de auto als het deel dat te voet wordt afgelegd. De groep bestaat uit acht toeristen en we worden begeleid door twee gidsen, een militair en een aantal dragers.

De Agashya groep bestaat uit 27 leden en staat onder leiding van de silverback Agashya. Tot 2003 werd deze groep geleid door de silverback Nyakarima. Deze overleed in het begin van 2003 en daarna is deze groep voor een aantal maanden geleid door een collectief van vrouwen. Dat schijnt uniek te zijn in de wereld van de gorilla’s. In de loop van deze maanden hebben diverse silverbacks zich gepresenteerd als zijnde de nieuwe leider, maar telkens zijn ze afgewezen. Totdat Agashya langskwam en hij wel goed genoeg bevonden werd om de groep te leiden. En dat heeft hij gedaan van 2003 tot nu toe. Een paar de vrouwtjes hebben sindsdien de groep wel verlaten, waarschijnlijk waren ze gewend geraakt aan het leider zijn en konden het niet aan om te figureren onder de nieuwe leider.

De wandeling duurde dik een uur. De hele groep deed het lekker rustig aan, zodat we ook goed van de prachtige omgeving konden genieten. Eerst een relatief vlak stuk, daarna een kwartier lang een heel steil stuk, om vervolgens op een plateau nog een vlak stuk totdat we bij de open plek kwamen waar de gorilla’s waren.

En daar waren ze dan. Het schouwspel was zeer vredig. De gorilla’s gingen gewoon hun gang en het leek wel of we voor hen niet bestonden. Ze waren allemaal aan het eten, Vooral de grote distels vielen in de smaak.


Voor we het wisten waren we aan alle kanten omringd door gorilla’s. Voor ons de silverback die lekker smakkend zijn distel aan het verorberen was. Daarnaast een vrouwtjesgorilla met een jong op haar schoot. Verderop een andere jonge gorilla en plotseling zit er eentje vlak achter ons te eten.

Af en toe worden we door onze gidsen Edward en Emmanuel gemaand een paar stappen opzij te doen, zodat een gorilla zich kan verplaatsen naar een nieuwe eetplek.

Na een poosje houden ze zo langzamerhand op met eten en gaan ergens rustig op een plekje zitten. Er wordt wat gevlooid en de jongste gorilla’s beginnen een beetje te spelen. 

Het mannetje dat het oudste is na Agashya maakt er een hele show van. Hij loopt erbij alsof hij al een echte silverback is en vindt zich al heel wat. Hij is nog maar zeven jaar oud en nog lang geen silverback. Een blackback wordt zo rond zijn twaalfde een silverback. Hij deelt af een toe een paar speelse tikken uit zijn wat jongere familiegenoten.

Dan is er plotseling opwinding in het struikgewas. Twee jonge gorilla’s zijn het even niet met elkaar eens. Gauw komt Agashya tussenbeide en gaat even een goed gesprek aan door een van de belagers eens indringen aan te kijken. Binnen een minuut is dit binnenbrandje dan ook weer gesust.

En zo genieten we volop van onze aanwezigheid bij de gorilla’s. Na een uur is het echt voorbij en verlaten de groep. Het einde van een uniek ervaring. We lopen hetzelfde traject weer terug en zijn nu ongeveer een uur weer bij de auto’s. Ik bedank mijn drager Joseph voor het dragen van mijn rugzak en het begeleiden tijdens de moeilijke stukken. Voldaan gaan we weer terug naar ons hotel. Wij zijn benieuwd hoe Marte het deze ochtend heeft gehad en verlangen ernaar om haar weer te zien.


maandag 12 december 2011

Voorbereidingen om de gorilla’s te bezoeken

De toeristische attractie van Rwanda zijn de gorilla’s. Als je dus een jaartje in dat land woont, kan je met goed fatsoen dat niet overslaan. Er hangt wel een aardig prijskaartje aan, namelijk $ 500 voor gewone toeristen, zoals Wilma, en $ 250 voor mensen woonachtig in Rwanda, zoals ik. Voor kinderen onder de vijftien jaar is het niet toegestaan om de gorilla’s te bezoeken en dat betekent dus dat Marte niet mee mag. Maar als Marte niet mee mag, waar blijft ze dan?

De oplossing is heel simpel. Wij hebben Cor en Anne gevraagd of ze met ons mee wilden gaan naar Ruhengeri, dan konden zij op Marte passen als wij met ons tweeën naar de gorilla’s zouden gaan. Gelukkig waren ze bereid om dat te doen en ze hebben gelijk de gelegenheid te baat genomen om de volgende dag ook maar naar de gorilla’s te gaan. Na het vergelijken van onze agenda’s kwamen we uit de data van 10 en 11 december.

Lelijk en gevaarlijk
De eerste te nemen horde is het regelen van de ‘permits’. Toen ik dit wilde regelen ging dat nog via de ORTPN (Office Rwandais du Tourisme et de Parcs Nationaux) en dat ging nogal omslachtig. Eerst moest je naar het kantoor om de gewenste datum vast te leggen. Vervolgens kreeg je een papiertje in handen geduwd waarop een rekeningnummer was geschreven. Met dat papiertje moest ik naar de Bank of Kigali gaan om aldaar ervoor te zorgen dat er $ 750 op hun rekening werd gestort.

Nadat ik bij de Bank of Kigali eerst vergeefs wat loketten had geprobeerd kwam ik uiteindelijk in het juiste kantoortje aan. Hier werd ik deelgenoot van een klassiek schouwspel. In deze ruimte zaten vier mensen achter een bureau, waarvan er drie uitgebreid met elkaar aan het kletsen waren en de vierde was bezig met een klant. Ik kon natuurlijk alleen geholpen worden door diegene die al bezig was met de al aanwezige klant.

Maar het duurde niet lang voordat ik aan de beurt was. Ik kon via mijn creditcard $ 750 plus een commissie van $ 25 voor de geleverde diensten opnemen en met dat papiertje kon ik dan weer naar een volgende balie om het te laten bijschrijven op de rekening van de ORPTN. Deze transactie kostte enige tijd en dat gaf gelegenheid voor een kort gesprekje. We kregen het over de gorilla’s en zij voegde mij toe dat alleen muzungo’s naar de gorilla’s gaan en dat Rwandezen er niet over denken om daar naar toe te gaan, ondanks het feit dat voor hen een zeer laag tarief van toepassing is. Voor haar was het ook onbegrijpelijk dat die muzungo’s daar heen wilden. Zij zou er ook nooit heen gaan, want ze vond ze maar ‘ugly’ and ‘dangerous’. Hier is dus ook nog heel wat ontwikkelingwerk te verrichten.

Toen zij klaar was met haar transactie was het gelukkig ook tijd voor twee van haar collega’s om in actie te komen. De ene ging wat formulieren kopiëren en de tweede ging de zojuist gedane transactie controleren. Dat was allemaal dik in orde, dus ik kon vervolgens de bijschrijving laten plaatsvinden.

Surrealistisch landschap

Intussen waren we zo een uurtje verder en was het dus na twaalf uur dat ik terug was bij het kantoor van ORTPN. Op zaterdag sluiten ze om twaalf uur, dus ik kwam voor een gesloten hek. De bewaker wilde me niet binnen laten, maar na een smeekbede en met interventie van de mevrouw die me in eerste instantie had geholpen mocht ik bij de gratie nog na binnen.

Ik kwam terecht in een surrealistisch landschap. Deze zaterdag was ook de dag dat de ORTPN ging verhuizen. Alle computers die er een uur geleden nog stonden waren verdwenen. Alle bureaus en stoelen waren er niet meer. Slechts enkele verfrommelde papieren op de grond herinnerden eraan dat hier ooit gewerkt is. Ik werd naar achteren geloodst en daar was meer van hetzelfde. In de hoek stond nog een bureau en een stoel. Ik mocht zitting nemen op de stoel, ondertussen schreef de dienstdoende mevrouw de ‘permit’ voor ons uit. Ik was duidelijk de laatste klant die hier ooit is geholpen.

Ik ben de laatste klant van de ORTPN geweest. Want de ORTPN zou vanaf de volgende maandag onderdeel zijn van de RDB (Rwanda Development Board). Klaarblijkelijk is men van mening dat het toerisme een belangrijke schakel in de ontwikkeling van het land is en dat het daarom beter is dat het rechtstreeks onder de RDB valt. Cor heeft enkele dagen later hun ‘permits’ geregeld bij de RDB en als ik het goed begrepen heb is het inmiddels een stuk minder omslachtig. Achteraf gezien heb ik de ‘permits’ een paar dagen te vroeg geregeld.

De accu

Vervolgens moest er nog een hotel geregeld worden en een auto. Het hotel was snel geregeld en niet snel daarna kwam Cor met de mededeling dat ze een auto hadden gekocht, zodat dat ook al geregeld was.

Op vrijdag 9 december gingen we met ons vijven op weg naar Ruhengeri in de nieuwe aanwinst van Cor en Anne. Wij gingen voorspoedig op weg, maar bijna halverwege sloeg het noodlot toe. De auto hield er gewoon mee op. Daar stonden we dan langs de kant van de weg met de motorkap omhoog.

Al snel werden we omringd door verschillende lokale bewoners. De accu werd al snel als boosdoener geïdentificeerd, al was daar het niet iedereen het mee eens. Iemand kwam met een tang aanzetten en er werd flink wat gesleuteld en geslagen op de accu. Als leek op het gebied van auto’s stonden wij die geheel te aanschouwen. Maar we kwamen niet veel verder. Ik begon hem een beetje te knijpen of we hier nog wel weg zouden komen en of we de gorilla’s wel zouden zien.

Steeds meer deskundigen kwamen zich verzamelen rond de auto. Iemand zei dat de accu helemaal leeg was en dat er een nieuw in moest: “Kenden we niet iemand in Kigali die voor ons een nieuwe accu zou kunnen kopen om die vervolgens naar ons toe te brengen?” Helaas konden we niet zo snel iemand bedenken.

Maar toen kwam James, onze redder in nood. Hij is Keniaan maar al jaren woonachtig in Rwanda en toonde meteen daadkracht. Hij stuurde een omstander op weg om kabels te gaan halen en dan zou hij met deze kabels onze accu met behulp van zijn accu wel even opladen. Niet veel later kwam iemand aan met twee heel dikke ijzerdraden. Dat waren klaarblijkelijk onze kabels. Door de ijzerdraden tussen de beide polen van de accu’s te houden en te starten met onze auto geschiedde het wonder. Onze auto deed het weer! 
Tegen een kleine vergoeding mochten we onze kabels houden en gingen verder op weg naar Ruhengeri. James zei dat hij bij ons in de buurt zou blijven voor het geval het weer mis zou gaan. Na een halfuurtje ging het inderdaad ook weer mis. Gelukkig was James niet ver en redde ons wederom in de nood.
Vervolgens zijn we heelhuids aangekomen in Ruhengeri waar we maar rechtstreeks op zoek zijn gegaan naar een garage. Het advies van James was om er maar snel een nieuwe accu in te zetten en dat hebben we dan ook maar braaf opgevolgd. Even verderop hebben we een gloednieuwe accu gekocht. Toen de transactie was afgerond moest echter eerst het zuur er nog wel in worden gedeponeerd. De mevrouw van het zaakje heeft de accu vervolgens met een trechtertje gevuld met zuur. De Nederlandss arbeidsinspectie zou dit geheel met afschuwen hebben aanschouwd, maar wij hebben geen bezwaar. Het zuur moest daarna nog een halfuur inzinken, gedurende dat halfuur moest de accu op zijn plek blijven staan. Na dat halfuurtje is de accu in de auto geplaatst en waren we gereed voor de volgende etappe.


James is die hele tijd bij ons gebleven en is niet van onze zijde geweken. Hij is van onschatbare waarde voor ons geweest. Ik weet niet wat er gebeurt, zou zijn als hij er niet was geweest. Het is toch fantastisch dat er zulke mensen zijn. Ik blijf me afvragen of het toeval is dat we juist zo geholpen zijn door een Keniaan in plaats van een Rwandees. Ligt het meer in de aard een Keniaan om een vreemde te helpen of had een willekeurige Rwandees hetzelfde kunnen doen? James zei in ieder geval wel dat hij juist omdat hij buitenlander is ons heeft geholpen, omdat hij weet dat het soms heel moeilijk kan zijn om je te redden uit een hachelijke situatie, vooral als de lokale taal niet machtig genoeg bent.

James was in Ruhengeri om een document op te halen dat hij nog dezelfde avond weer ging meenemen naar Kigali. Hij kreeg een telefoontje dat de persoon van het document was gearriveerd en dat hij die ging opzoeken. Wij hebben hem uitvoerig bedankt voor zijn hulp en prijsden onszelf gelukkig met zo’n hulp.

Het was inmiddels na zessen, maar ons auto was gereed om verder te gaan. James raadde ons aan om eerst nog een hal uur te gaan rijden met de auto, zodat deze helemaal klaar zou zijn voor de reis op de volgende dag. Tegen zeven uur kwamen we aan bij ons hotel, blij dat op plek van de bestemming waren gearriveerd. De volgende dag zouden wij naar de gorilla’s gaan!

donderdag 8 december 2011

Hate radio

Op een donderdag kreeg ik om zes uur een sms van Cor. Of ik zin had om naar een toneelstuk te gaan. Het toneelstuk zou gaan over het radiostation dat tijdens en in aanloop naar de genocide een kwalijke rol heeft gespeeld door op te roepen om de Tutsi’s uit te roeien. Het toneelstuk zou worden opgevoerd in het Genocide Memorial Centre en zou al om zeven uur beginnen. In Kigali heb je niet zo veel toneel, dus als de kans zich voordoet dan moet je die maar grijpen. Gauw een taxi-moto geregeld, om er zodoende nog op tijd te kunnen zijn.

Toen we aankwamen op de plaats van bestemming was het al iets na zevenen en was het dus al begonnen. We kwamen terecht in een volle zaal met ongeveer vijftig mensen die zaten te luisteren naar een tiental, dat voor hen zaten. De voertaal was voornamelijk Frans, maar ook wel Engels. Het was een beetje vervreemdend. Was dit het toneelstuk? In de loop van de tijd werd het duidelijk. Hier was nu gelegenheid gegeven om vragen te stellen over het toneelstuk. Vanwege het gevoelige karakter van het toneelstuk hier in Rwanda. Ook werd gaandeweg de avond dat er die avond geen toneelstuk zou zijn. Alleen dit vraag- en antwoordspel tussen publiek en artiesten. De artiesten hadden echter nog niet opgetreden.

De naam van het stuk is: ‘Hate radio’ en is bedacht in Duitsland door ‘The International Institute of Political Murder’ uit Berlijn. Er werd uitgelegd dat het over de gehele wereld al was opgevoerd om nu uiteindelijk zijn opvoering te zien in het land waar het allemaal heeft plaatsgevonden. De volgende dag zou het daadwerkelijk worden opgevoerd. En wel op een heel bijzondere plek, namelijk op de plek waar het radiostation zich bevond ten tijde van de genocide in 1994.


In het centrum van Kigali staat een onopvallend kantoorgebouw, nu bezet door een firma in kantoorartikelen, met boven op het dak een enorme antenne. Dat schijnt nog de antenne van het beruchte radiostation in kwestie Radio-Television Libre de Milles Collines (RTLM) te zijn. Op de eerste verdieping was een studio ingericht en door de ramen heen konden wij de spelers zien. De toeschouwers kregen buiten een klein radiootje met een koptelefoon en zo konden we alles horen wat er gezegd werd in het toneelstuk.

 
Het geheel was het beste te zien aan de overkant van de straat, vlak bij een opstapplek voor bussen. Tegen de muur zaten daar allerlei mensen met een radio en koptelefoon te kijken en luisteren naar het toneelstuk. We kregen heel veel verbaasde blikken van argeloze buspassagiers en andere voorbijgangers. Op de radio klonk: “Rape me” van Nirvana. De teksten waren voornamelijk in het Frans, dus was het niet altijd goed te volgen. Maar de sfeer van de uitzendingen werd op deze manier wel degelijk goed overgebracht.

 
De stukken tekst werden afgelost door muziek van verschillende inslag. Er was meer traditionele muziek, waarschijnlijk van Simon Bikindi, de bekende Rwandese zanger die tot vijftien jaar cel veroordeeld is wegens het aanzetten tot genocide door middel van zijn opruiende liedjes. Maar ook moderne westerse muziek zoals Real 2 Real met de opgewekte kraker ‘I like to move it’. In de verkeerde context kan dit liedje opeens ook een heel ander karakter krijgen.

Er lopen mensen voorbij die ons zien omhoog kijken naar waar het toneelstuk wordt opgevoerd. Wat zullen deze mensen denken, zeker als ze van een leeftijd zijn dat ze het in 1994 hebben meegemaakt. Hoe vreemd is het te moeten constateren dat zeventien jaar na dato er weer radio-uitzendingen gemaakt worden vanuit deze plek. Zorgt dat voor woede, of schaamte, of laat het onverschillig?


 De sportuitslagen worden voorgelezen. Op het wereldkampioenschap voetbal verslaat Duitsland België met 3-2. De proloog van de Tour de France wordt gewonnen door Chris Boardman. Dit zijn uitslagen van 2 juli 1994, echt een paar dagen voordat Kigali werd ingenomen door de RPF. Zouden ze dan echt zijn doorgegaan tot het bittere einde? 

 
Het riekt ook wel naar heel erg vooruitstrevend theater, in een land waar bijna helemaal geen theater is te zien. Theater op locatie is in ons land al bijzonder, laat staan hier. Het publiek is ook niet groter dan 50 bezoekers, waarvan zeker een kwart muzungo. Dan is het plotseling afgelopen. Op een rustige manier wordt het toneelstuk beëindigd door Joe Dassin met “Le dernier slow”.


Na afloop bestaat er wederom de gelegenheid om van gedachten te wisselen met de spelers, de regisseur en anderen die betrokken zijn bij het toneelstuk. Wederom veelal in het Frans en soms in het Engels. Door het aanwezige Rwandese publiek wordt in ieder geval lovend gesproken over deze productie. Zij zijn blij dat er eindelijk ruimte is om op een andere manier om te gaan met de geschiedenis.


dinsdag 6 december 2011

Heerlijk avondje

Op 5 december hebben we Cor en Anne gevraagd om samen met ons Sinterklaas te vieren. Vanuit Nederland had Wilma diverse lekkernijen gekocht ter omlijsting van dit feest: pepernoten, marsepein en zelfs warme chocolademelk.


Na de maaltijd waren we lekker aan het genieten van onze warme chocomel, terwijl we ondertussen aan het kwartetten waren met het Sinterklaaskwartet. Plotseling werd er op de deur geklopt. Wie zou dat zijn? Zou Sinterklaas en Zwarte Piet dan ook nog op Pakjesavond ons een bezoek komen brengen?

Wilma schrok zich een hoedje, maar Marte opende zonder angst al heel snel de gordijnen, waarbij ze maar ternauwernood de schim van Zwarte Piet miste. Een grote rode zak stond er buiten op de veranda. Marte schreeuwde het uit: “Cadeautjes, cadeautjes!” Gelukkig had ze geen oog voor Zwarte Piet die net om de hoek verdween in het donker.


Binnen kon Marte bijna niet wachten om alle cadeaus uit te pakken. Af een toe moest er wel eerst een gedicht gelezen worden. Op het moment dat Marte het cadeau met Tess Tekenspin uitpakte was ze helemaal door het dolle heen. “Dat heb ik al een hele tijd willen hebben!” Sinterklaas is een inderdaad een alwetend man die weet heeft van alle wensen van elk kind.

Voor iedereen was er uiteindelijk een klein cadeau. Ook voor onze huisgenoten Simon en Alan en onze bewaker Jean had Sinterklaas een chocoladeletter meegebracht. Zo was er wat voor iedereen en was het met recht een heerlijk avondje. Sinterklaas komt dus echt ook naar Afrika. Tot ziens, Sinterklaas, tot volgend jaar in Nederland.

maandag 5 december 2011

Sinterklaas is ook in Afrika!

Op zondag 4 december zijn wij gedrieën op weg gegaan naar de residentie van de Nederlandse ambassadeur in Kigali. Wij hadden bericht gekregen dat Sinterklaar daar vanaf één uur een bezoek zou brengen aan de Nederlandse gemeenschap in Rwanda. In een mooie wijk in Kigali werden we in de verte al begroet door een grote Nederlandse vlag. Iets dichterbij zagen we dat de poort versierd was door een slinger met daarop de beeltenissen van Sinterklaas en Zwarte Piet. Hier waren we dus duidelijk aan het goede adres.

Binnen werden we verwelkomd door de ambassadeur en zijn vrouw. Sinterklaas liet nog even op zich wachten, dus genoten we ondertussen even rustig van de lommerrijke tuin. Steeds meer mensen, volwassen en kinderen, kwamen ons hier vergezellen. Voor we het weten is het gezellig druk in de immense tuin.


Juf Martha heeft de leiding en verzoekt ons allemaal te verzamelen bij een markeringspunt midden in de tuin. Sinterklaas komt per luchtballon en zal gaan landen op deze plek. We kijken allemaal omhoog en zien nog niets. Om de komst van Sinterklaas te bespoedigen worden we aangespoord tot het zingen van enkele Sinterklaasliedjes. Juf Martha vraagt aan de omstanders waarom Sinterklaas met de luchtballon en niet met het vliegtuig. Marte steekt haar vinger op en geeft als antwoord: “Omdat het te strak zit”. Waarschijnlijk doelt ze op de veiligheidsriemen in een vliegtuig, maar helaas is dat niet het goede antwoord. Een ander kind neemt het woord en geeft het goede antwoord. Het is vanwege het milieu.

Dan komt er plotseling vanuit het niets een Zwarte Piet aanzetten. Het is helemaal hyper. Het blijkt Wegwijspiet te zijn. Nadat hij even tot rust is gekomen zegt hij dat Sinterklaas een ongeluk heeft gehad met de luchtballon. De luchtballon is tegen een radiozendmast van de Deutsche Welle aangevlogen en neergestort. Altijd weer die Duitsers! Maar het valt allemaal best mee. Iedereen is ongedeerd. Sinterklaas heeft alleen wat schaafwonden. Iedereen wordt nu verzocht om naar de achteringang te gaan, want daar zal Sinterklaas nu binnenkomen.


Even later komt Sinterklaas op krukken en begeleid door nog drie Zwarte Pieten naar binnen. De ambassadeur rent ook op hem of om hem te ondersteunen. Onder luid gezang wordt Sinterklaas binnengehaald en gaat hij de residentie binnen. Daar staat al een stoel voor hem klaar. Vlak voor hem is een groot kleed uitgespreid waarop alle kinderen mogen plaatsnemen. Iets verderop staan stoelen voor de volwassenen. Marte neemt ook intrek op het kleed en kijkt haar ogen uit. De Zwarte Pieten springen vrolijk rond, geven pepernoten en strooien er ook nog wat in het rond.


Dan begint het officiële programma. In groepjes van vijf tot tien mogen de kinderen naar voren komen beginnend met de allerkleinsten. In het tweede groepje zit Marte. Sinterklaas roept Marte naar voren en vraagt of Marte Sinterklaas een hand wil geven. Zonder problemen loopt ze naar voren en geeft Sinterklaas een hand.


Daarop vraagt Sinterklaas een aantal vragen waarop Marte telkenmale bevestigend knikt. Sinterklaas heeft blijkbaar wat informatie van deze of gene ontvangen. Sinterklaas vroeg of Marte een beetje bang was dat Sinterklaas misschien niet in Afrika zou komen. Ook vroeg Sinterklaas of Marte de schoen had gezet en had gezongen voor Sinterklaas en dat ze al een paar cadeautjes had ontvangen.


Hierop inhakend vroeg Sinterklaas of Marte hier ook een liedje voor Sinterklaas wilde zingen. Marte knikt nogmaals bevestigd, maar bij de vraag welk liedje ze ging zingen kwam er niet zo snel een antwoord. Gelukkig wist Slimme Piet (met bril) wel raad en suggereerde het lied ‘Zwarte Piet ging uit fietsen’. Marte kent dat lied zeer goed en ze heeft voor de microfoon heel luid en duidelijk dit lied gezongen voor Sinterklaas. Na afloop was er een daverend applaus van de gehele zaal. Wat was ik trots op mijn kleine meid! Van de Hoofdpiet kreeg ze als beloning ook nog een hand vol pepernoten.



Daarna ging het programma zo nog een heel stuk door tot de allergrootste kinderen ook aan de beurt waren geweest. Een paar kinderen had ook nog een spectaculaire acrobatenact ingestudeerd. Dat was ook prachtig om te zien. De Zwarte Pieten, lenig als ze zijn, dachten dat zij dat ook wel even konen, een acrobatenact. Helaas, dat werd een groot fiasco, binnen de kortste keren lagen ze op de grond. Marte vond het allemaal prachtig: “Wat een malle Zwarte Pieten”.




Nadat alle groepen geweest waren mochten de kinderen hun cadeautje en een grote zak met snoep ophalen in de zaal ernaast. Met een kleine aanmoediging is Marte vervolgens nog even naar Sinterklaas gegaan om hem te bedanken. Sinterklaas vroeg toen nog of Marte wist hoe oud Sinterklaas was geworden. Hierop moest Marte het antwoord schuldig blijven. Hierop zei Sinterklaas: “Wel meer dan 800 jaar”. Even later was het tijd voor afscheid. Samen met de Zwarte Pieten nam Sinterklaas plaats in de auto van Juf Susanne en reed hij de poort uit.


Het officiële gedeelte was nu afgelopen. Het was tijd voor de borrel. En bij een Nederlandse borrel horen bitterballen met mosterd, dus die vonden gretig aftrek. De volwassenen waren lekker aan het borrelen op het bordes. De kinderen vermaakten zich uitstekend in de tuin, onder andere op het onvermijdelijke springkussen.

Om vijf uur was het dan eens tijd geworden om afscheid te nemen. Al lopend op weg naar huis begon Marte zich af te vragen waarom deze Sinterklaas een bril op had. Maar ze gaf zelf ook al het antwoord. Het kwam waarschijnlijk door het ongeluk dat hij had gehad met de luchtballon, daardoor kon hij even niet zo goed zien en had hij dus een bril nodig.

zondag 4 december 2011

Komt Sinterklaas ook in Afrika?

Het was nog een beetje onzeker, maar Sinterklaas schijnt toch echt ook in Afrika te komen en zelfs in Kigali. Marte was ongerust of Sinterklaas wel zou komen, inmiddels is ze er echter van overtuigd dat hij komt. Zwarte Piet is in ieder geval al in het land, want ze heeft al een paar keer een schoen gezet en telkens zat er een klein cadeautje in.



Eerst was Marte bang om de schoen te zetten bij een open raam, omdat dan er boeven zouden kunnen komen om ’s nachts de schoen mee te nemen en mogelijk ook nog het cadeautje. Maar nadat ik op de eerste avond zelf een schoen heb gezet met als gevolg dat er cadeau in de vorm van een zak drop in zat was het pleit beslecht. De schoen is inmiddels al een paar keer gezet en voordat Marte naar bed gaat komt er een keur aan Sinterklaasliedjes voorbij.


Ter voorbereiding op zijn komst is Marte vorige week zaterdag al druk aan de slag geweest op de Nederlandse school. In een buitenschoolse activiteit hebben een aantal kinderen een heleboel attributen gemaakt voor het feest dat er aan zit te komen. Een mooie knutselwerkje van Sinterklaas zelf, een kleurplaat, een Zwarte Pietenmuts en nog veel meer. En dat allemaal onder leiding van juf Susanne.


In het begin van dit jaar is Marte ook een paar keer naar de klas van juf Susanne bij de Nederlandse school. Dat was in februari en maart van dit jaar. En nu na zoveel maanden zit ze weer bij juf Susanne in de klas. Juf Susanne zegt dat het niet lijkt of ze weg is geweest, ze draait zo weer mee in het klasje, ondanks dat er nog maar één kind over is die er in het voorjaar ook was.

zaterdag 3 december 2011

Umuganda deel 9 (De laatste keer)

Vorige week zaterdag was het de laatste keer dat ik heb meegedaan aan umuganda. Eind december zullen we op vakantie zijn en in januari ga ik weer naar huis. Ik kan wel merken dat de sleet er een beetje begint in te komen, want het duurt een hele tijd voordat ik me ertoe zet om het huis te verlaten. Het is al half tien en ik loop de wijk in op weg naar waar mogelijk de werkzaamheden gaan plaatsvinden.

Ik loop naar het Centre de Santé en zie wat afgehakt gras liggen. Het lijkt erop dat men hier aan de slag is geweest. De gaten die de vorige maand zijn gemaakt voor het planten van de bomen liggen er nog net zo bij als de maand ervoor. Sommigen zijn echter al wel weer een beetje ingezakt. Dat is wel heel erg jammer van al dat werk van vorige maand, het lijkt allemaal voor niets te zijn geweest.

Ik loop maar door naar de gewoonlijke vergaderplek en zie dat ze al begonnen zijn. Het is nog maar kwart voor tien. Vooraan is nog een plekje vrij voor mij en er worden wat stoelen verschoven zodat Roger naast me kan zitten om alles te vertalen. Fabrice geeft me een handdruk en regelt het allemaal eventjes snel.

De chief is al bezig met zijn praatje. Hij heeft het over de stijgende aantal inwoners van Rwanda en als gevolg daarvan de noodzaak om aan ‘family planning’ te doen. Roger heeft een dochter van vier jaar oud en zijn vrouw is in verwachting van een tweede. Hij voegt mij toe dat ze het hierbij willen laten. In ieder geval iemand die gehoor geeft aan de roep om ‘family planning’.

Verder komen een aantal gebruikelijke onderwerpen ter sprake zoals de afspraak dat elk huishouden 10.000 Frw moet bijdragen om mee te helpen om het verplichte onderwijs van negen naar twaalf jaar te krijgen. Klaarblijkelijk is het beoogde geld voor onze wijk nog steeds niet binnen.

Dan komt het onderwerp ‘security’ ter sprake. Eerst geeft Fabrice een hele uitgebreide toelichting over de stand van zaken. Diverse inbraken komen de revue voorbij, niet helemaal duidelijk hoe recent die allemaal zijn. Ze hebben ook een paar boeven te pakken genomen en heel veel gestolen spul teruggevonden. Hierbij zijn ook spullen gevonden waarvan de eigenaar nog niet getraceerd is. Ten bewijze hiervan worden drie stoelen en een kleed neergelegd. Niemand meldt zicht echter als oorspronkelijke eigenaar van deze spullen en ze blijven dan ook gedurende de gehele vergadering er zo bijliggen. Ook de mogelijkheid dat de bewakers onder een hoedje spelen met de boeven komt natuurlijk weer uitgebreid ter sprake.

In het verlengde hiervan gaat Fabrice een lijst oplezen van mensen die niet hun maandelijkse bijdrage van 2.000 Frw voor ‘security’ niet hebben betaald. Diverse namen komen voorbij en de maanden achterstallige betaling worden erbij genoemd. Vier maanden, acht maanden, zes maanden, maar niemand lijkt hier aanwezig. Dan is er iemand die maarliefst twee jaar niet heeft betaald en hij blijkt ook nog aanwezig te zijn. Hij moet naar voren komen en legt uit dat het financieel heel moeilijk heeft, maar toch wel bereid is om te betalen en of dat mogelijk door een afbetalingsregeling zou kunnen. Zijn reactie wordt begroet met een instemmend applaus van het overige publiek.

De lijst gaat verder. Ik kan de lijst van Fabrice goed zien. Er staan zo’n twintig mensen op de lijst en ik zie een paar keer het getal 23 staan. Dat is de achterstand in maanden die bij de bijbehorende naam hoort. Dan is er iemand die achttien maanden achterstand heeft en ook aanwezig is. Hij staat op een zegt dat hij niet voor ‘security’ wil betalen, omdat hij vertrouwt op God en daardoor geen ‘security’ nodig heeft. Hij is best bereid om het geld te betalen, maar wil niet dat dan dat geld wordt uitgegeven aan ‘security’. Zijn opmerkingen zorgen voor veel gelach en geroezemoes. Iemand maakt een schampere opmerking richting de wanbetaler of hij deze randvoorwaarden ook aan de regering doorgeeft als hij zijn belasting betaalt. Anderen zoeken een meer praktische oplossing door zijn bijdrage te oormerken en dan net te doen of het voor iets anders wordt uigegeven. De ‘chief’ vindt het allemaal maar niks en zegt dat iedereen gewoon moet betalen voor zijn ‘security’. Dit onderwerp wordt afgesloten met de opmerking dat als deze mensen niet snel gaan betalen dat ze dan worden doorgegeven aan hogere autoriteiten. Welke dat zijn en wat ze gaan doen wordt mij niet duidelijk.

Dan is er ruimte voor iemand van coöperatie die graag de ‘security’ in de wijk wil overnemen. Getooid in een petje en T-shirt met het logo ‘V.I.P security’ geeft hij uitleg. Hij geeft aan dat elke wijk zelf kan beslissen of ze mee willen doen en dat er dus geen enkele verplichting is. Ze hebben wel uitgebreid overleg gehad met het ministerie en dat ze toestemming hebben om deze activiteit uit te voeren. De mensen die rondlopen in de wijk krijgen een salaris van 25.000 Frw en diegene die het geld ophaalt bij de mensen krijgt 50.000 Frw. Voor overhead zoals een mobiele telefoon voor de veiligheidsmensen berekenen ze een opslag van twintig procent bovenop de uit te betalen salarissen. Hoeveel iedereen moet betalen hangt vervolgens helemaal af van hoeveel mensen je door de wijk wilt hebben lopen. Hij zegt dat in de meeste wijken het tarief op 2.000 Frw per maand huishouden uitkomt, maar dat er ook wijken zijn die meer mensen hebben rondlopen waar het tarief is opgelopen tot 4.000 Frw per maand.

Daarna mogen er vragen gesteld worden. Veel mensen zijn sceptisch. Zij hebben het gevoel dat het helemaal niet vrijwillig is, omdat deze coöperatie toestemming heeft van het ministerie. Die willen er niet te veel tijd en moeite in steken omdat ze uiteindelijk toch gedwongen zullen worden om mee te doen. Anderen geven aan dat ze tevreden zijn en geen reden voor verandering zien. Ze zijn bang dat het geheel door ‘V.I.P security’ als een business wordt gezien, waarbij de belangen van de buurtbewoners op de achtergrond zullen geraken. De discussie gaat zo stuurloos een poos verder. De ‘chief’ weet eigenlijk ook niet goed raad en het is al bijna twaalf uur. De eerste mensen vertrekken. Dan is de vergadering plotseling afgelopen, zonder dat er een echte beslissing is genomen. Roger zegt dat hij denkt dat een aantal mensen zullen samenkomen om de voor- en nadelen op een rij te zetten.

Ik bedank Roger voor zijn vertaling. Ik ga nog gauw even naar Fabrice om afscheid te nemen, want dit is mijn laatste umuganda. Hij zegt dat ik twee maanden ‘security’ moet betalen, waarschijnlijk nog niet genoeg om op de lijst van wanbetalers te komen, dus ik betaal gauw mijn benodigde bijdrage. Bij het vertrek zegt hij dat hij mij gezien had op televisie in de video van Dr Claude. Zo nemen we afscheid.

vrijdag 2 december 2011

Het proces Ingabire ligt weer eens stil

De zaal is leeg. Onder het portret van de president hebben de rechters geen zitting genomen. De griffier evenmin. Geen aanklagers die quasi ongeïnteresseerd achterover in hun stoel hangen. Geen verdachten in hun roze pakjes met hun advocaten. Geen publiek, niet binnen en niet buiten. Wat ziet zo’n zaal er opeens anders uit.


Uit mijn laatste bezoek aan de rechtszaak heb ik begrepen dat Nederland de drie documenten heeft overhandigd aan de Rwandese autoriteiten. Op maandag 14 november heeft er enorm dik pak papier op de tafel van de aanklagers gelegen, zo’n tien centimeter dik. Men had het over 600 pagina’s aan documentatie. Op de een of andere manier zijn die drie documenten, die schijnbaar uit zo’n twintig pagina’s hebben bestaan, uitgegroeid tot een stapel van 600 pagina’s.


Deze documenten zijn deels in het Nederlands en moeten dus eerst worden vertaald. Omdat deze vertaling in opdracht van de overheid uitgevoerd gaat worden moet dit geschieden via openbare aanbesteding. Tijdens een vorige rechtszaak met dergelijke documenten schijnt het tien maanden geduurd te hebben voordat de vertaling was afgerond. Als dat hier ook het geval zou zijn, dan zou dat een oponthoud betekenen van minstens deze periode. Dat zou natuurlijk niet al te best zijn. Daarom heeft men besloten om het niet van het Nederlands in het Kinyarwanda te vertalen, maar in het Frans. Deze taal begrijpt iedereen die betrokken is bij de rechtszaak en hierdoor zou wat tijdswinst geboekt kunnen worden. Onbekend is echter hoe lang de vertaling op zich laat wachten.

In de week hierop volgend was men nog steeds bezig naar aanleiding van de lijst van 76 vragen van Ian Edwards. Edwards moest aan de rechters uitleggen waarom hij de vragen had gesteld aan de medeverdachten. Als hij aan de rechters op voldoende wijze kon uitleggen dat het zinvolle vragen waren, dan zouden de vragen en hun antwoorden worden toegelaten als bewijsmateriaal. Dus ging het weer over de missie van Karuta in februari 2008 naar Kinshasa. Edwards zat omstandig uit te leggen dat deze missie elke logica miste.

Dan springt de dikke aanklager weer eens even in. Hij begint meewaardig uit te leggen dat de geografische situatie in Congo zeer ingewikkeld is en dat deze heel erg verschilt van de situatie in Europa en dat hij graag de heer Edwards in een aparte sessie hierover uitleg wil geven. Edwards reageert hierop door te zeggen dat hij die uitnodiging graag wil accepteren, maar geeft ook aan dat hij zich wel degelijk verdiept heeft in de situatie. En voegt er aan toe dat als hij een andere persoonlijkheid zou hebben dat hij zich dan beledigd had gevoeld door de opmerking van de aanklager. Met andere woorden: hij voelt zich beledigd, maar gaat er geen zaak van maken.

Dat gaat zo nog een poosje over en weer. Nog meer komen aan het woord om hun zegje te doen over de situatie in Congo. De aanklagers hebben lol om het geheel en een ervan zit met zijn pen tekeningen te maken op het etiket van zijn waterflesje. De discussie over en weer gaat helemaal over niets en is alleen maar om elkaar wat vliegen af te vangen. En dat is het laatste wat ik gezien heb van de rechtszaak.


In de weken erna is het stil rond het gebouw waar de zaak gewoonlijk plaatsvindt. Zou het geheel geschorst zijn in afwachting van de vertaling van de stukken? Of is er een andere reden waarom het stilligt? Heeft het mogelijk te maken met de afwezigheid van Edwards? Een flinke poos geleden had hij gezegd dat hij hoopte dat de rechtszaak beëindigd zou zijn voor 20 november, want dan had hij een vliegticket geboekt om aanwezig te zijn bij de bruiloft van zijn broer in Australië. De beoogde datum is bij lange na niet gehaald, maar heeft dat nu voor gevolgen? Komt Edwards nog weer terug en wanneer? Zal de rechtszaak dan nog wel in het Engels worden vertaald? Vragen waarop op dit moment geen antwoorden zijn. De tijd zal het leren.

Zie ook:
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/09/het-proces-tegen-ingabire.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/10/vertragingen-in-het-proces-ingabire.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/10/showproces.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/11/kruisverhoor-of-niet-in-de-zaak.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/11/een-lijst-met-76-vragen-in-de-zaak.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/11/edwards-daagt-de-rechters-uit-in-de.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2012/03/hoe-gaat-het-toch-in-het-proces-tegen.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2012/11/veroordeeld-tot-8-jaar-gevangenisstraf.html

En dit stond er in de lokale krant:
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/09/het-proces-tegen-ingabire-volgens-de.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/09/het-proces-tegen-ingabire-volgens-de_23.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2011/10/het-proces-volgens-de-krant-deel-3.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2012/03/het-proces-volgens-de-krant-deel-4.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2012/05/eis-levenslang-in-de-zaak-ingabire.html
http://bertinafrika.blogspot.nl/2012/11/drie-maal-uitstel-straf-lager-dan.html

donderdag 1 december 2011

Visoke

De Visoke is één van uitgebluste vulkanen in het noorden van Rwanda. Er zijn er vijf en ze staan allemaal in het Vulcanoes National Park. Alle vijf zijn ze niet meer werkzaam. Vlak over de grens met Congo staan nog drie vulkanen, hiervan zijn er twee nog wel werkzaam. Zo eens in de zoveel tijd komen ze tot leven met alle gevolgen van dien. Dat kan in Rwanda gelukkig niet meer gebeuren.

In plaats daarvan is het mogelijk om een aantal van deze vulkanen te beklimmen. Samen met Mark heb ik dat dan ook gedaan. Vorige week zondag was de grote dag waarop de beklimming van de Visoke heeft plaatsgevonden. Op zaterdagmiddag zijn we naar Ruhengeri gereden om intrek te nemen in een hotel. De volgende dag zijn we van daaruit ’s morgens vroeg naar Kinigi vetrokken om daar een ‘permit’ voor $ 65 te kopen. Om zeven uur ’s ochtends verzamelen daar alle groepen die de gorilla’s gaan bezoeken of die andere tochten in het nationale park gaan maken.


Nadat wij onze ‘permit’ hebben gekocht volgde nog een ritje van een half uur om bij de startplek te komen. Deze is ongeveer op een hoogte van 2.600 meter. Daar wachten de dragers en de militairen ons reeds op. De dragers kun je inhuren om je rugzak te dragen. De militairen begeleiden ons om ons te beschermen tegen de buffels. Dat is in ieder geval de officiële versie. Misschien zijn ze er ook wel om ons te beschermen tegen rebellen uit Congo. De 5.000 Frw voor het inhuren van een drager lijken mij zeer goed besteed, dus ik aarzel niet om er één te bestellen. Ik krijg een vrouwelijke drager toegewezen: Betty.



Het eerste half uur is nog heel erg gemakkelijk. We lopen tussen de huizen en de velden door die bebouwd worden door de plaatselijke bevolking. Velden staan vol met chrysanten die geteeld worden voor de winning van pyrethrum, dat weer als basisingrediënt dient voor insecticide. Dan komen we bij de grens van het park en krijgen een laatste instructie voor in het park.



Het eerste gedeelte in het park is al wel zwaar, maar nog wel goed te doen. We komen bij onze eerst stop. Wij zijn een uur onderweg. De hoogte is nu 2.967 meter, qua hoogte hebben we nu ongeveer een derde van de afstand afgelegd. Rechtdoor gaat de tocht naar het graf van Dianne Fossey. Wij gaan echter rechtsaf, steil omhoog naar de top van de Visoke. Dan wordt het pas echt zwaar.

Onze groep bestaat uit zeven toeristen, een gids, drie dragers en twee militairen. Van de zeven toeristen zijn er drie heel erg fit en lenig, na de eerste stop vliegen ze samen met de gids, een drager en een militair de berg op. De rest blijft achter om in een rustiger tempo omhoog te gaan, met flink wat rustpauzes.


Doordat de Visoke de gehele dag in wolken is gehuld hebben we helaas geen uitzicht. Als het mooi weer was geweest hadden we ver kunnen kijken en hadden we een prachtig uitzicht gehad op een paar andere vulkanen. Dan concentreren we ons maar op de prachtige omgeving om ons heen. Heel veel bomen en struiken in allerlei soorten en maten, veelal begroeid met allerlei mos. Of we kijken naar de sporen van de buffel en de bushbuck die we zien in de modder. Af en toe zien we ook de poep van de buffel, dus ze zijn er wel degelijk.


We gaan hoger en hoger en het wordt zwaarder en zwaarder. Mijn benen willen haast niet meer. Ik speel met de gedachte om het op te geven. Geregeld ben ik buiten adem. Gelukkig krijg ik veel steun van January, de drager van Mark, hij geeft me af een toe een hand om me over een moeilijke passage heen te trekken.



De tocht omhoog wordt verlicht door een onverwachte ontmoeting met een kameleon. Het beestje beweegt zich heel langzaam voort over het pad. Een drager pakt het diertje op en laat het vervolgens van hand naar hand gaan. Mooi om dat mee te maken.


Dan lijkt het iets minder stijl te worden en ook de vegetatie verandert. De bomen maken plaats voor nog meer struiken. Het lijkt even iets gemakkelijker te gaan, al is de vermoeidheid al zo groot, dat niets meer gemakkelijk is. De mededeling van een drager dat we nog ongeveer twintig minuten te gaan hebben klinkt opeens als muziek in de oren. Het lijkt erop dat we het toch gaan halen.


Na drie uur en drie kwartiers komen we eindelijk boven en kunnen gelijk genieten van het kratermeer. Wij hebben het volbracht. De hoogte van 3.711 meter is bereikt. We hebben ongeveer 1.000 meter in hoogte overwonnen. We hebben geluk dat we het meer kunnen zien, want soms is het zo bewolkt dat dat niet mogelijk is. Ik probeer wat te eten, maar ik ben haast te moe om een hap door mijn keel te laten gaan. Ik zie dat we eigenlijk nog niet op de top zijn en zie een hoger punt iets verderop. Ik heb geen puf om daar heen te gaan, maar het mag ook niet, want dat punt ligt in Congo. Ik ben blij dat er niet heen hoef.


Na twintig minuten op de top gaan we weer terug. We gaan precies dezelfde weg terug. Al teruglopend komen we langs stukken waarvan ik me afvraag hoe we dat in hemelsnaam hebben gedaan op de heenweg. Zo naar beneden lijk the nog wel steiler dan het op de heenweg was. Het lijkt ook veel modderiger dan het op de heenweg was.


De modder blijft steken onder mijn schoenen en er komt een enorme modderklont onder mijn schoenen. Vaak heb ik totaal geen grip op het pad. Ik krijg weer veel hulp van de drager van Mark en accepteer zijn hulp graag. Soms krijg ik extra ondersteuning van een van de militairen, die met zijn ene hand mij ondersteund, terwijl hij in de andere zijn machinegeweer vasthoudt.


De kracht uit mijn benen lijkt totaal te zijn weggevloeid. Dalen mag dan iets gemakkelijker zijn dan stijgen, ik raak niet zo veel buiten adem, maar de vermoeidheid in mijn benen maakt eigenlijk net zo zwaar. Ergens onderweg glijd ik flink weg en verstuik ik mijn enkel. Ik verga bijna van de pijn, maar ik moet door. We horen het brullen van een bushbock in de verte.

Dan komen we uiteindelijk weer bij onze eerste verzamelpunt en weten we dat we nog ongeveer een uur hebben te gaan. Het regent inmiddels en keihard en alles wordt klets en kletsnat. Bij elke stap voel ik pijn in mijn enkel. De gedachte van een zitplaats in de auto houdt me op de been.


Na drie uur dalen, komen we terug bij de parkeerplaats van de auto’s. Een hele opluchting. Het was zeer zwaar, maar het is volbracht. Ik bedank Betty en January voor hun ondersteuning en betaal hun beiden 5.000 Frw. Zonder hen had ik het waarschijnlijk niet gered.


Ik kan heerlijk uitrusten in de auto op weg naar ons hotel en alvast denken aan de warme douche die daar op mij wacht. En denk na over het waarom van de ondernomen tocht. Waarom maak je tocht van ongeveer acht uur om weer op dezelfde plek uit te komen? Omdat die berg er is? Om te bewijzen dat je het kunt? Is het meer een ding wat mannen moeten doen en laten vrouwen deze mogelijkheid gemakkelijker aan zich voorbij gaan? Allemaal vragen waar ik nog steeds het antwoord niet op weet.

woensdag 30 november 2011

Mijn eigen workshop

Een poosje geleden kwam SHIA (Solidarity, Human Rights, Inclusion and Accessibility) met het idee om een workshop te geven. SHIA is een Zweedse organisatie voor gehandicapten en zou het geheel gaan financieren. NUDOR zou het organiseren voor alle acht organisaties die lid zijn van NUDOR (AGHR, ANFSMR, NOUSPR, NPC, RNUD, RUB, THT en Tubakunde).

De workshop had als titel ‘Three days of training on financial management’ en zou plaatsvinden van 21 tot en et 23 november. De vertegenwoordiger van SHIA in Rwanda had mij gevraagd aan om het mede te gaan organiseren. Hij had wat onderwerpen op een rij gezet en mij toegevoegd dat het vooral simpel gehouden zou moeten worden. Ik zou het samen gaan doen met Aloys. Hij werkt als boekhouder bij NUDOR.

In Rwanda wordt een en ander nooit ver van te voren voorbereid, dus de dinsdag voordat het plaats zou vinden had ik een eerste bespreking met Aloys. Ik vroeg hem naar zijn ideeën. Hij gaf aan dat hij van plan was om wat te verzamelen over ‘procurement’ (inkoopbeleid) en dat om te zetten in een PowerPoint presentatie. En dat hij de formulieren die in NUDOR in gebruik zijn ook in PowerPoint zou gaan zetten om dat voor de gehele groep te gaan presenteren. Dat leek mij niet al te boeiend te gaan worden en zeker verspreid over drie dagen zou het mijns inzien onmogelijk zijn om de aandacht te gaan vasthouden. Tot nu toe had hij nog niets voorbereid.

In tussentijd was ik voor mijzelf al begonnen aan het opzetten van een ‘case study’. Een fictieve kleine organisatie die wat geld krijgt van een donor en vervolgens met dat geld dingen gaat doen, zoals computers kopen en het betalen van allerlei andere kosten. Mijn bedoeling was om helder te krijgen wat er verwacht zou worden van een organisatie voor elke financiële beslissing die er wordt genomen. Ik stelde aan Aloys voor om mijn ‘case study’ te gaan doen en gelukkig was hij er ook meteen voor. Dat scheelde in ieder geval al een heel stuk. Wij spraken af dat wij op vrijdag verder zouden praten.

In aanloop naar de vrijdag heb ik de ‘case study’ verder afgemaakt en er zo veel mogelijk verschillende gebeurtenissen en dilemma’s in verwerkt. Aangekomen bij NUDOR kwam Aloys met de onzalige mededeling dat hij door zijn baas van de presentatie was afgehaald, maar dat er iemand anders bij zou komen, iemand die werkzaam was bij Handicap International. Maar deze was helaas niet beschikbaar op deze vrijdag, dus van enige bespreking kon dus geen sprake zijn. Mijn bezoek aan NUDOR was dus een beetje zinloos, maar ik had mijn ‘case study’ en daar kon ik in ieder geval een heel eind mee komen.

Op zaterdag kreeg ik een sms van Aloys. De medewerker van Handicap International kon niet komen op maandag. Het gevolg hiervan was dat Aloys toch weer de presentatie samen met mij zou doen en zijn verzoek was derhalve of wij op zondag een vergadering konden hebben om een en ander door te spreken. Gelukkig had ik een goed excuus om hier niet aan te voldoen, dus die uitnodiging heb ik netjes maar beleefd afgeslagen.

Maandag 21 november was ik mooi op tijd aanwezig op de locatie waar het zou zijn. Tot mijn verbazing is de werknemer van Handicap International toch aanwezig. Zijn naam is Amaible. Aloys is weer van de training afgehaald, hij zal zorgen voor de invulling van allerlei praktische zaken voor de drie dagen. Met Amaible bespreek ik mijn voorstel voor een ‘case study’ en ook hij is gelukkig gelijk voorstander. Hij geeft aan dat hij graag een test wil doen om te zien wat de kennis is van de deelnemers aan onze workshop. Dat leek mij geen slecht plan, dus hiermee stemde ik in.

Om half negen zou het officieel beginnen, maar dan zijn nog veel te weinig mensen binnen. Dus wachten we rustig op wie er allemaal gaan verschijnen. In totaal zijn 22 mensen uitgenodigd. Om kwart voor tien zijn 15 mensen aanwezig en gaan we eindelijk van start. De ochtend wordt verder redelijk gevuld door een officiële opening, een voorstelrondje, een inleidend praatje van de vertegenwoordiger van SHIA, een koffiepauze en de pre-test van Amaible. Dat blijkt een veel te lange lijst te zijn van 25 vragen. Deze test neemt meer dan een half uur in beslag en ik vraag me af wie al deze antwoorden gaat verwerken.

Vlak voor de middagpauze en ook de rest van de middag zijn we van start gegaan met onze ‘case study’. Na een beetje roestig begin, iedereen moest er nog een beetje inkomen, begint het best redelijk te lopen. Ik probeer zo veel mogelijk aan iemand heel direct te vragen hoe hij of zij dat doet of zou gaan doen binnen hun organisatie. Als ik dan een antwoord heb gekregen vraag ik aan iemand ander of deze het hier mee eens is. En zo door naar de volgende. Zo lukt het toch aardig om een grote gemene deler boven water te krijgen op welke wijze bepaalde zaken moeten worden afgehandeld.

De eerste dag wordt afgesloten met een kort vragenformulier over de evaluatie van de dag en dan mag zo rond vijf uur iedereen naar huis. Aloys heeft alle antwoorden van de eerste dag verzameld en opent de volgende dag de training met het oplezen van alle bevindingen van de vorige dag. Niet al te boeiend, maar dan weet iedereen wel wat de stand van zaken is. Eén van de klachten is dat er geen projector wordt gebruikt. Dat is een terechte klacht, maar dat had eenvoudigweg te maken met het feit dat hiervoor een verlengsnoer nodig was en dat zat achter slot en grendel bij de directeur die niet aanwezig was. Gelukkig was deze verlengsnoer op dinsdag wel beschikbaar en dus hebben wij gebruik gemaakt van de projector.

Op de tweede dag heb ik echt het gevoel dat we goed bezig zijn geweest. Wij hebben echt een hele dag aan de ‘case study’ kunnen werken. Deze keer hadden we maar liefst 17 aanwezigen. De samenwerking tussen Amaible en mij ging vrij goed. De participatie van bijna alle deelnemers was zeer hoog. Heel veel deelnemers namen spontaan het woord en enkele anderen gingen goed meedoen na het stellen van een gerichte vraag. Wij zijn bij een aantal onderwerpen goed tot de kern gekomen. Het werk mij al wel duidelijk dat de ‘case study’ nooit helemaal zou worden uitgewerkt. Na twee dagen hadden we allen nog maar de maand januari uitgewerkt. De overige vijf maanden van de ‘case study’ zouden we nooit allemaal kunnen behandelen. Maar dat was ook een goed teken. Alle aangekaarte onderwerpen zijn gedegen en diepgaand behandeld.

De derde dag brak aan en begon op dezelfde wijze als de tweede dag met een droge opsomming van Aloys. De meeste reacties waren zeer positief en dat gaf een goed gevoel voor het begin van de dag. Aloys had ook nog een mooi verhaal over ‘time management’. Heel veel bijeenkomsten beginnen laat, omdat de deelnemers te laat arriveren. Daarover wordt dan door de organisator een opmerking gemaakt voor de mensen die er wel zijn, maar vervolgens wordt er nooit enige consequentie verbonden aan de uitspraak dat het zo teleurstellend dat we zo laat beginnen, omdat er nog niet genoeg mensen zijn. Het is lippendienst.

Op de derde dag ging het allemaal wat minder. Amaible ging met vliegende vaart van start, maar hij ging veel te hoog vliegen. Hij begon een heel verhaal over investeringen en afschrijvingen en wat daar allemaal bij komt kijken, zonder te beseffen dat dit bij een heleboel aanwezige organisatie voorlopig niet toepasbaar is. Vervolgens begon hij zijn studieboek erbij te pakken om een heel theoretisch verhaal over ‘trial balance’ en ander aanverwante zaken te behandelen. Ik zag onze deelnemers, 15 in getal, afhaken, maar vond het moeilijk om hem te gaan corrigeren. Gelukkig werd ik gered door de koffiepauze en na de pauze was er een heel stuk gereserveerd voor SHIA om uit te leggen aan welke voorwaarden alle organisaties moeten voldoen en welke formulieren ze moeten invullen om in aanmerking te komen voor subsidie. Geen gemakkelijke kost en ik was blij dat ik die formulieren niet allemaal hoefde in te vullen.

Na onze middagpauze was er nog wat aandacht voor salarissen, sociale lasten en andere zaken die hiermee te maken hebben en dat ging wel weer vrij goed. Dus de derde dag werd toch nog een beetje redelijk afgesloten. Het eind van de middag werd afgesloten met een officiële afsluiting en het invullen van de post-test. Dit was dezelfde test als de pre-test met als doel om te kijken of er vooruitgang is geboekt. Amaible zou dat allemaal gaan uitwerken en gezien de hoeveelheid vragen ben ik benieuwd wanneer dat afgerond gaat worden.

Na drie dagen training zat het erop. Sommige dingen gingen goed, sommigen wat minder. Ik denk dat we aardig wat onderwerpen grondig hebben behandeld. De samenwerking met Amaible ging op zijn tijd best soepel, maar op andere momenten zaten wij op een totaal verschillende golflengte. Dan wreekte zich de gebrekkige voorbereiding.

De participatie van de deelnemers was over het algemeen vrij goed. De meeste mensen deden proactief mee. Maar er waren uitzonderingen. Het mooiste voorbeeld daarvan is wel Z. Hij is een veteraan in de wereld van gehandicaptenorganisaties en heeft waarschijnlijk alles al een keer meegemaakt. Op woensdag maakte hij het helemaal bont. Om half elf kwam hij aanzetten, juist voor de koffiepauze, om de sessie tot de lunch nog mee te maken. Direct na de lunch was hij weer vertrokken om zo rond vier uur weer terug te komen om het laatste uurtje nog even vol te maken. In dat laatste uurtje was zijn enige bijdrage het incasseren van de vergoeding van 10.000 Frw. Dat bedrag is door SHIA uitbetaald met als titel ‘transport allowance’. Aangezien alle deelnemers afkomstig waren uit Kigali is dat eigenlijk een belachelijk hoog bedrag. Qua reiskosten zal niemand ook maar in de buurt komen van de uitgekeerde vergoeding. En zeker Z. niet, want hij wordt gebracht en opgehaald door het busje van zijn eigen organisatie. Die was er dus alleen maar om zijn vergoeding op te halen. Maar gelukkig was hij een uitzondering, De rest was het grootste deel van de tijd wel aanwezig en deed enthousiast mee.