vrijdag 15 maart 2013

Darryl en Lynne

Ik heb voor het eerst kennis gemaakt met Darryl en Lynne in het voorjaar van 2011. Ik was toen nog geen vier maanden in Rwanda en had mijn intrek genomen in het huis dat mijn huis zou gaan worden. Mijn huis is een groot huis met maar liefst vier, of als je wilt vijf slaapkamers en er is dus flink ruimte voor andere mensen om er ook te wonen gedurende een bepaalde periode. Dat is dan ook flink gebeurd tijdens mijn verblijf in Rwanda. Toen Wilma en Marte er waren in het begin van 2011 hebben we op een gegeven moment gezelschap gekregen van Guillaume en Johan. Maar op een gegeven moment waren deze twee ook weer weg en even later waren Wilma en Marte ook weer terug naar Nederland. In de maand april heb ik vervolgens twee weken alleen in mijn huis gewoond. Maar daarna heb ik gedurende een maand gezelschap gekregen van Darryl en Lynne.


 Mensen die namens VSO aan het werk gaan in Rwanda beginnen in principe op drie verschillende momenten in het jaar met hun werk. De meesten beginnen in de maand januari, ook in september beginnen er een flink aantal mensen aan hun taak en een bescheiden aantal begint in de maand april. In 2011 waren dat er maar vier. Twee daarvan waren Darryl en Lynne. In april was echter het huis waar ze zouden gaan wonen nog niet beschikbaar en als gevolg daarvan hebben ze een maand in mijn huis gewoond. Toen waren het dus huisgenoten. Door al drie maanden in Rwanda te hebben gewoond, was ik voor hen al een expert. Ik was in de gelegenheid om als gids op te treden voor deze twee nieuwelingen. Hoe snel kan het gaan!

Darryl en Lynne hadden een duobaan in Rwanda. Hun taak was om mee te helpen om te zorgen dat ‘inclusive education’ in Rwanda op de kaart zou komen te staan. ‘Inclusive education’ houdt in dat er ook voor mensen met een handicap een plaats zou moeten zijn in het reguliere onderwijs. Dat mensen met een lichamelijke beperking gewoon zonder hindernis kunnen deelnemen aan het onderwijs. En dat ook mensen die blind of doof zijn mee mogen doen. En dat laatste geldt ook voor kinderen met een geestelijke beperking.

‘Inclusive education’ staat in tegenstelling tot speciaal onderwijs. Eigenlijk is het geen tegenstelling, het is eerder een aanvulling op elkaar. In Rwanda zijn enkele scholen die zich richten op speciaal onderwijs, met name is er een aantal dat specifiek gericht is op doven en blinden. Ook zijn er scholen in het land die vallen onder de naam Gatagara. De eerste Gatagara school is wel opgericht als een soort speciaal onderwijs, omdat een pater zag gehandicapte kinderen niet naar school gingen. Hij heeft toen deze school opgericht met als doel om ook deze kinderen een kans te geven naar school te gaan. In principe is deze school open voor iedereen. Maar door haar karakter en mogelijk ook door haar imago worden deze scholen voornamelijk bezocht door kinderen met een fysieke beperking.

In het reguliere onderwijs zie je bijna geen kinderen met handicap. Men zegt dat veel kinderen met een handicap thuis worden gelaten, omdat mensen zich schamen, maar ook omdat ze gewoonweg geweigerd worden door de scholen. Dat laatste kan ook zijn oorzaak hebben in heel praktische zaken waar men geen oplossing voor weet. Bijvoorbeeld dat de school fysiek niet goed toegankelijk is voor het gehandicapte kind. Of dat men geen raad weet met een (gedeeltelijk) doof of blind kind.

Hun taak stond voor een groot gedeelte uit bewustwording kweken voor het feit dat ook kinderen met handicap ook naar school moeten gaan. Dat bewustwordingsproces was met name gericht op leraren en schoolhoofden. Om hen duidelijk te maken dat deze kinderen er ook bij horen en dat de belemmeringen soms met relatief eenvoudige middelen kunnen worden bestreden. Zij zijn hier ruim een jaar druk mee bezig geweest. Vele workshops hebben ze door het gehele land gegeven om bij te dragen aan dit bewustwordingsproces.

Ergens in mei 2011 zijn ze vertrokken naar hun eigen huis. Dat huis was bij verre het mooiste huis dat ik gezien heb, waarin een vrijwilliger van VSO zijn intrek heeft mogen nemen. In de loop van 2011 ben ik er enkele malen op bezoek geweest, meestal voor een overheerlijk barbecue of gewoon etentje.


Gedurende het gehele jaar 2011 hebben we regelmatig contact gehouden. Begin 2012 heb ik Rwanda echter verlaten en Darryl en Lynne zijn nog een paar maanden gebleven. Dan gaat het contact toch een beetje verwateren, maar dan plotseling is er bericht dat ze in februari 2012 op weg naar een skivakantie in Frankrijk door Nederland komen. Of het schikt dat ze even langs kunnen komen?

Natuurlijk schikt het, graag zelfs. Op woensdagochtend 27 februari zouden ze met de ferry van Newcastle aankomen in IJmuiden om daarna bij ons langs te komen. En zo geschiede. De woensdagochtend hebben we doorgebracht het ophalen van de eerste herinneringen en om te vertellen wat er de laatste tijd in ons leven is gebeurd. Darryl en Lynne hadden ook nog een pakket met Engelse levensmiddelen meegebracht, vooral uit het noorden van Engeland, want daar komen ze vandaan: Newcastle Brown Ale, Highland Shortbread Fingers, Hot Cross Buns, British Fancies, Tetley thee en nog veel ander lekkers.


 ’s Middags was het tijd om de stad Utrecht eens goed te bekijken. Als je gasten uit het buitenland hebt, is dat ook weer eens een goede gelegenheid om een tochtje met de rondvaartboot te maken. Anders komt dat er niet van. De middag hebben we afgesloten met een biertje in stadskasteel Oudaen en een wandeling langs de grachten.








’s Avonds hebben we met zijn vijven gegeten in LE:EN. Daarna zijn Darryl en Lynne en ik nog even op een kleine kroegentocht geweest op het Ledig Erf. Daar hebben we de cafés Ledig Erf en De Poort een bezoek gebracht. Hebben ze beiden een beetje een indruk gekregen van het kroegleven in Nederland. Heel wat anders dan de dorpskroegen die ze gewend zijn van thuis.


 De volgende dag stond een kleine Rwanda reünie op het programma. Afgesproken was om een gezamenlijke lunch met Jolanda Harrewijn en Johan Wesemann te hebben. Daartoe hadden we afgesproken in pannenkoekhuis Theehuis Rhijnauwen. Het leek mij ook een goede gelegenheid om de beide Engelsen eens kennis te laten maken met de Nederlandse specialiteit van pannenkoeken.


Naast een VSO reünie, was het ook een RNUD reünie, want allemaal hebben we in meer of mindere mate te maken gehad met de RNUD (Rwanda National Union of the Deaf). We kregen veel te horen wat er in de tussentijd allemaal daar was gebeurd. Dat er allerlei mensen uit het bestuur zijn gezet, omdat ze weer eens ruzie met elkaar hadden. Dat capabele mensen eruit gewerkt zijn, omdat ze niet de goede vrienden hadden met als gevolg dat er nu mensen aan het roer zijn die er voornamelijk zitten voor het eigen gewin. Het meest opvallende verhaal kwam van Jolanda. Zij vertelde dat ze pas recent door kreeg waarom sommige mensen vriendjes waren met de een, en anderen weer met anderen. Dat had altijd nog te maken met de scheiding tussen Hutu’s en Tutsi’s. In Rwanda heeft ze dat nooit helemaal in de gaten kunnen krijgen. Ze kwam het ook pas te weten, nadat ze het van Moses, haar collage bij RNUD, had gehoord. En Moses kon het ook pas vertellen nadat hij in Engeland was gaan wonen, nadat hij weg was uit Rwanda. De pannenkoeken smaakten overigens uitstekend.


Voor de laatste avond in Nederland had ik een wat rustiger avond gepland. Gewoon lekker thuis eten en ’s avonds geen programma. Om nog een Nederlandse specialiteit te presenteren hadden we gekozen voor een stamppot andijvie. Onze Engelse gasten kenden dat helemaal niet. Andijvie is dus blijkbaar een heel Nederlandse groente. Via internet kwam ik bij de vertaling van andijvie op ‘endive’, maar volgens Darryl en Lynne was dat een hele andere groente. Even verder gezocht bleek dat ‘endive’ voor hen uitkwam op witlof. Maar witlof is ook bekend als ‘chicory’. Het was allemaal heel verwarrend, maar liet eens te meer naar voren komen dat andijvie en witlof ergens een verwantschap moeten hebben. De Latijnse naam van andijvie is ‘Cichorium endivia’, de Latijnse naam van witlof is ‘Cichorium intybus’.


 Het plan was het deze avond wat rustig te houden en dat lukte aardig, want na de maaltijd begeleid door een paar glazen wijn, leken we allemaal wat in te kakken. Totdat Darryl plotseling met een driekwart gevulde fles Ierse whiskey van het merk Tullamore Dew op de proppen kwam. Toen veerde iedereen weer helemaal op, met als eindresultaat een lege fles. Werd het toch nog veel later dan gepland.


 De lange avond heeft Darryl en Lynne toch niet verhinderd om de volgende morgen, vrijdag 1 maart, ’s morgen vroeg te vertrekken. Met slaperige oogjes hebben we hen uitgezwaaid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten