De misdaden waarvoor hij wordt aangeklaagd zijn begaan in de
periode van juli 2002 tot en met 8 december 2003 (eerste aanklacht) en in de
periode september 2002 tot en met eind september 2003 (tweede aanklacht).
Eigenlijk een vrij beperkte tijdsspanne, want hij is natuurlijk al jaren actief
in het oosten van Congo. De aanklachten omvatten de volgende beschuldigingen:
The
first warrant of arrest for Bosco Ntaganda lists three counts of war crimes on
the basis of his individual criminal responsibility under article 25 (3) (a) of
the Rome Statute:
i.
The
enlistment of children under the age of fifteen;
ii.
The
conscription of children under the age of; and
iii.
Using
children under the age of fifteen to participate actively in hostilities
The second warrant of arrest for Bosco Ntaganda lists seven counts of crimes on the basis of his individual criminal responsibility as an indirect co-perpetrator under article 25 (3) (a) of the Rome Statute:
Four counts of war crimes:
i.
Murder;
ii.
Attack
against the civilian population;
iii.
Rape
and sexual slavery; and
iv.
Pillaging
And three counts of crimes against humanity:
v.
Murder;
vi.
Rape
and sexual slavery; and
vii.
Persecution
Op dinsdag 26 maart 2013 was er een eerste zitting van dit
proces. Dat wilde ik meemaken. Die dinsdagochtend ben ik dus op tijd vertrokken
om ervoor te zorgen dat ik het begin van dit proces om 11.00 uur niet zou
missen. Ruim een half uur van te voren was ik aangekomen bij het gebouw van het
Internationale Strafhof. Aan de rand van Den Haag staat dit gebouw in een wijk
vol kantoren, vrij anoniem, afgezien van het prikkeldraad waarmee het is
omsingeld.
De vrees dat er geen plek meer zou zijn was onterecht. Ik
kon gewoon nog terecht. Ik kreeg een kaartje en een plattegrond van de
rechtszaal. Ik mocht naar de derde etage. De tribune op de eerste etage was
voor de journalisten. De tweede etage was voor het gewone publiek, maar daar
had ik geen kaartje voor gekregen. Op de derde etage bevond zich de tweede
publieke tribune. Tegen inlevering van mijn kaartje kreeg een audioapparaatje
voor de juiste vertaling indien gewenst.
Op de tribune is plaats voor ongeveer 70 mensen. De tribune
was goed gevuld, maar zeker niet vol. Op de voorste twee rijen zat een groep
van ongeveer 40 studenten. Onderling converseerden ze in het Frans. Achterin de
zaal zaten zo’n tien mensen waarvan ik vermoedde dat het Congolezen waren.
Verder over de zaal zaten nog een tiental anderen zo her en der wat verspreid.
Op de tribune is sprake van een prettig geroezemoes, vooral
door de Franse studenten. Speciaal voor hen wordt nog even in het Frans uitgelegd
hoe de audioapparatuur werkt. Elke keer als zo’n audioapparaatje met veel
kabaal op de grond dondert zorgt dat voor hilariteit. Maar dat is niet besteed
aan de twee vrouwelijke bewakers, die lijken van chagrijnig voor zich uitkijken
hun beroep te hebben gemaakt. In eerste instantie zit ik naast een Congolees,
hij ruikt echt zoals een Afrikaan kan ruiken, anders dan anderen, met een
onderlaag van zweet en daar een laag van mottenballen overheen. Ondertussen
zitten we allen te kijken naar geblindeerde ramen.
Dan wordt het opeens stil. Ik vermoed dat het bijna elf uur
is, het begin van de zitting. De jaloezieën voor de ramen gaan langzaam omhoog
en we worden aangespoord om te gaan staan. Ver beneden zie ik de rechtszaal
onder me. Er is plaats voor vijf rechters, maar er zit er maar een vrouwelijke
rechter. Dat blijkt Ekaterina Trendafilova te zijn, afkomstig uit Bulgarije. Iedereen
zit verder al op zijn plek. Ik zit echter zo ongelukkig, dat ik een groot deel
van de rechtszaal niet kan zien. De verdachte kan ik helemaal niet zien. Ik
besluit te verkassen naar de linkerkant van de zaal. Vanaf mijn nieuwe plek kan
ik de verdachte net in een uithoek aanschouwen. Ik zit ook veel dichter bij het
televisiescherm, waar het proces eigenlijk nog veel beter is te volgen.
De rechter neemt het woord en heet iedereen welkom. Ze
excuseert voor een vertraging van zeven minuten, want dat schijnt niet
gebruikelijk te zijn bij het Internationale Strafhof. De fotograven mogen
binnen komen om gedurende anderhalve minuut foto’s te maken. Ik verwacht een
horde aan fotograven, maar het zijn er maar twee. Binnen de afgesproken tijd
zijn ze klaar met het schieten van hun plaatjes.
Voor de rechter zitten een zestal personen in functie.
Volgens het bijgeleverde plattegrondje gaat her hierbij om mannen en een vrouw
met de volgende functies: Chamber Legal Officers, Court Clerk, Assiociate Legal
Officer en Courtroom Officer. Rechts vooraan zitten de aanklagers. Het is een
team van vijf mensen onder leiding van mevrouw Fatou Bensouda uit Gambia. Links vooraan
zit de verdediging. Het zijn er drie onder leiding van de Fransman Hassane
Bel Lakhdar. Links achteraan zitten drie mannen die er zitten namens de
Registry. Al deze mensen worden voorgesteld. Rechts achteraan zitten ook nog
vier mensen die volgens het kaartje er zijn als Legal Representatives of
Victims. Zij worden echter niet voorgesteld. Ik vraag me af waarom deze groep
wordt vergeten bij het voorstellen.
De rechter en al deze functionarissen zitten daar in toga.
Bijzonder is het dat de toga van de rechter niet zwart is, zoals alle anderen,
maar blauw. Waarom zou dit zijn?
Helemaal links aan de zijkant zit dan de verdachte, koptelefoon
op zijn hoofd, omringd door twee bewakers. Hij ziet er onberispelijk gekleed
uit. De kleur blauw heeft de overhand. Een donkerblauw pak, een iets lichter
gekleurd blauw overhemd eronder, gecomplementeerd met een stropdas die weer
donkerblauw is, maar dan met accentuering door middel van een kleine,
lichtblauwe, schuine streepjes. Verder een klassiek kaal geschoren hoofd en op
zijn lip een klein vlassnorretje. Gesoigneerd zit het eruit, om door een
ringetje te halen.
De rechter richt zich tot Bosco Ntaganda. Zij wil zijn
identiteit vaststellen. Wat zijn naam is, wanneer en waar hij is geboren, wat
zijn nationaliteit is en zijn beroep. Tenslotte wil ze graag weten in welke
taal hij wil worden aangesproken. Op dat laatste neemt ze al licht kritisch een
beetje een voorschot door te zeggen dat zij gehoord had dat de verdachte in het
Frans aan het communiceren was met zijn advocaat, maar dat hij toch graag zou
worden aangesproken in het Kinyarwanda.
Dan neemt Bosco Ntaganda voor het eerst het woord. Het gaat
staan en zegt met een hele zachte stem: “Murakoze cyane”. Dat is onmiskenbaar
Kinyarwanda. Dit is een van de weinige zinnen in het Rwandees dat ik heb
onthouden en het betekent: “Hartelijk dank”. Dan gaat hij verder en zegt:
“Nitkwa Bosco Ntaganda”. Ik weet ook nog wat dat betekent: “Ik heet Bosco
Ntaganda”. Hij praat heel erg zachtjes, hij klinkt heel erg timide. Een beetje
ineengekrompen doet hij zijn zegje. In niets lijkt hij nu op de generaal in een
rebellenleger die orders uitdeelt aan zijn onderdanen. Hij lijkt zo typisch op
de Afrikaan die onderdanig aan zijn baas een antwoord geeft op zijn vraag.
De rest van zijn betoog kan ik niet meer volgen in het
Kinyarwanda. De Engelse vertaler doet het verdere werk. Bosco is geboren op 5
november 1973 in Rwanda, maar hij is opgegroeid in Congo en heeft ook de
Congolese nationaliteit. Als beroep geeft hij eufemistisch op dat hij soldaat
is in Congo. Over de taal wil hij nog wel toevoegen dat hij wel wat Frans kan,
maar dat hij zich beter kan uitdrukken in het Kinyarwanda. Deze beslissing zal
er voor zorgen dat er nog wat extra kosten bijkomen voor het vertalen van alle
documenten in deze taal. En het zorgt voor wat extra werkgelegenheid voor mensen
die deze taal beheersen.
Dan wordt de aanklacht voorgelezen door de Courtroom
Officer. Als deze na vijf minuten klaar is vraagt de rechter aan de verdachte
of hij de aanklacht heeft begrepen. Bosco Ntaganda geeft daarop aan dat hij
deze begrepen heeft en voegt er gelijk aan toe dat hij zich niet schuldig acht.
Daarop grijpt de rechter in en zegt de schuldvraag nu niet aan de orde is. Zijn
uitspraak over zijn onschuld zorgt voor wat opschudding op de tribune, met name
onder de Congolezen. Dat wordt snel de kop ingedrukt door een van de bewakers:
“Silence please!”
Het wordt al tijd voor het afronden van deze eerste zitting.
De aanklagers en de verdediging werden nog gevraag of ze nog opmerkingen
hebben. De verdediging kwam nog met een opmerking. Ze zullen in de nabije
toekomst gaan vragen om vervroegde vrijlating van de verdachte in afwachting
van het proces. Dit lijkt mij echt een heel erg kansloos verzoek. Met een verdachte
die jaren wordt gezocht en eindelijk in de rechtszaal is verschenen gaan ze
niet het risico lopen dat hij verdwijnt voordat het proces begint. Ook deze
opmerking zorgt logischerwijs voor onrust op de publiekstribune.
De rechter geeft aan wanneer de echte rechtszaak zal gaan
beginnen. Op 23 september 2013 om 13.30 uur zal het proces zijn aanvang nemen.
In aanloop naar deze datum zullen nog wel wat voorbijeenkomsten plaats gaan
vinden, voor het uitwisselen van informatie. Zes maanden de tijd krijgen de
aanklagers en de verdediging om hun verhaal voor elkaar te krijgen. Deze
zitting is nu voorbij. Het heeft 50 minuten geduurd. De rechter staat op en
vertrekt. De mensen op de publiekstribune staan op. De jaloezieën gaan weer
naar beneden. In een uithoek kan ik nog net zien dat Bosco Ntaganda een hand
geeft aan zijn advocaat.
Het is afgelopen. Het is nu niet meer stil op de leeglopende
tribune. Vooral de Congolezen laten zich verbaal horen. Ik hoor de uitdrukking:
“C’est ne pas possible!” Zij lijken vooral verbolgen over het feit dat hij in
het Kinyarwanda wil worden aangesproken. Zij vinden dat hij als Congolees moet
spreken in hun eigen taal of in het minst in het Frans. Het lijkt erop dat ze
het een provocatie vinden dat hij Kinyarwanda wil gebruiken gedurende dit
proces. Hier blijkt mijns inziens ook weer de grote kloof tussen Rwanda en
Congo. De Congolezen zijn niet zo dol op Rwandezen, ook niet op de Congolezen
die qua taal of achtergrond een binding hebben met Rwanda. In de hal beneden
blijven ze druk met elkaar converseren, in het Frans en in hun eigen taal het
Lingala. Ik vind het wel een boeiend inkijkje in de situatie omtrent het oosten
van Congo.
Buiten blijf ik nog een beetje lummelen om het gebouw van
het Internationaal Strafhof goed te bekijken. De Congolezen komen ook naar
buiten en blijven daar een poosje staan. Dan wordt de vlag van de DRC te
voorschijn gehaald. Ze gaan er met een groepje achterstaan en er worden foto’s
gemaakt. Ook staat er iemand video-opnamen te maken. Verschillende sprekers
nemen het woord om in het Frans hun zegje te doen. Ik ben benieuwd wie dit zijn
en waarom ze hier aanwezig zijn. Zou die video nog ergens worden uitgezonden?
Ik besluit om de vragen te laten zijn wat ze zijn en
huiswaarts te keren. Ik constateer nog wel even op de valreep dat de vlag
verkeerd om wordt vastgehouden. Zoals de Congolezen de vlag nu houden staat de
gele ster rechtsboven. De gele ster hoort linksboven te staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten