En dat geschiede ook in de week voor de echte collecteweek
van 16 tot en met 21 september. Tot mijn verbazing was mijn overbuurman opeens
de contactpersoon. De vorige contactpersoon wilde het niet meer doen. Vreemd
genoeg had mijn overbuurman nog nooit gecollecteerd voor de Nierstichting, laat
staan voor een ander goed doel. Je zou toch zeggen dat ze eerder iemand met wat
meer ervaring als contactpersoon zouden kiezen.
Hij had een hele lijst gekregen van mensen die potentieel
zouden collecteren, maar daarvan bleken er toch heel veel uiteindelijk niet
beschikbaar. Hij had dus ook best wel moeite om een goede indeling te maken van
wie nu waar moest gaan collecteren. Van te voren kun je dat wel mooi uitdenken,
maar als er dan een paar afvallen, kun je weer een heel nieuw schema maken.
In een kort gezamenlijk overleg hebben we besloten dat ik
mijn gedeelte van de Julianaweg zou doen en combinatie met het gedeelte van de
Verlengde Hoogravenseweg, dat daar parallel aan loopt. Met een verzegelde
collectebus, een mooie kaart voor om mijn nek als identiteitsbewijs en nog wat
andere papieren ging ik op maandag 16 september op weg. Ik ben gewoon maar
begonnen met de eigen buurman en zo langzaam verder.
Mijn wijk heeft dus bestaan uit de Verlengde Hoogravenseweg,
zowel de even nummers van 2 tot en met 110, als de oneven van 71a tot en met
97, de Karperstraat, even van 2 tot met 18, de Liesbosweg, oneven van 51 tot en
met 69, de Julianaweg, oneven van 1 tot en met 97, even van 2A tot en met 98. Op
dit gedeelte van mijn wijk liep het echter even anders. Ik had net nummer 60
gehad of ik stuitte op een vrouw die ook met een collectebus van de
Nierstichting in de hand liep. Hier was duidelijk sprake van een klein
afstemmingsprobleempje. Ter plekke besloten om bij nummer 60 maar de scheiding
te maken tussen haar en mijn wijk. Gelukkig dat we op hetzelfde moment aan het
collecteren waren, anders had een van ons wel eens een vreemde reactie kunnen
krijgen.
Elke avond van de week heb ik wel even met de collectebus in
de hand door de wijk gelopen. Elk huisnummer waar niet werd opengedaan heb ik
opgeschreven en daar ben ik een tweede keer langs gegaan. Zodoende heb ik toch
heel wat mensen kunnen bereiken.
Op donderdag had ik elke straat in mijn wijk te pakken
gehad. Ik had nog wat tijd over en dacht aan de huizen die verscholen liggen
achter het J.J.M. Hamersplantsoen. Daar kom je anders nooit en zo’n collectebus
geeft je een goede reden om ook daar eens een kijkje te nemen. Ik was benieuwd
wat het adres van deze huizen te zijn. Het blijkt dat deze gewoon aan het J.J.M.
Hamersplantsoen liggen. Ik heb dus alle huizen van deze straat meegenomen een
ook nog een 100% respons gehad. Eén van de bewoners voegde me toe dat ze niet
zo vaak collectanten aan de deur kregen.
Het totaal aantal huizen in mijn wijk was 188. Bij 32 huizen
werd er niet opengedaan. Ook dit jaar stelde ik vast dat er in een enkel geval
duidelijk mensen thuis waren, maar dat er niet werd opengedaan. Wat zou dat
toch zijn? Verder kon ik bij sommigen de bel helemaal niet horen, dan vraag je
je dus af of je deze bewoners wel echt hebt kunt bereiken. Ik heb overwogen om
dan maar op het raam te gaan kloppen, ik heb het toch maar niet gedaan.
Sommigen hebben op hun voordeur staan dat verkopers en
colporteurs niet welkom waren. Ik beschouwde mezelf niet als verkoper en heb
dus gewoon aangebeld. Dat was meestal ook geen probleem, er werd gewoon wat
geld in de collectebus gedeponeerd. Bij één stond er echter bij de voordeur dat
collectanten niet gewenst waren. Dat heb ik maar gerespecteerd en daar heb ik
dan ook niet aangebeld.
Bij de overige 155 huizen werd er wel opengedaan. Van deze
mensen waren er 22 die niets hebben gegeven. Sommigen zonder toelichting,
anderen gaven aan dat ze de Nierstichting al steunden op andere wijze en weer
anderen dat ze nooit aan de deur gaven. En dat is hun goed recht natuurlijk.
Het eerst wat ik regelmatig te horen kreeg is dat men
waarschijnlijk geen kleingeld in huis had. Na een kleine zoektocht kwam er uiteindelijk
meestal toch wel iets boven water. In deze tijd van betalen met pin viel het me
uiteindelijk nog mee dat er maar twee huishoudens overbleven waar echt niets in
huis was. Bij één hiervan heb ik de mogelijkheid om per sms te doneren kunnen
slijten, maar ik heb mijn twijfels of dat ook daadwerkelijk tot een opbrengst
heeft geleid.
Het collecteren met de collectebus is nogal ouderwets, maar
het levert toch nog steeds wat op. Ik denk dat het uiteindelijk toch wel zal
verdwijnen. Geven per sms lijkt me ook niet de toekomst, ik heb dit jaar deze
mogelijkheid nog minder kunnen slijten dan vorig jaar. En altijd blijft er de
twijfel of er niet te veel geld bij de provider blijft hangen. De collectant
van de toekomst zal met een pinapparaat langs de deur gaan.
Dan resteren er 133 huishoudens die wel iets hebben gegeven.
Van een paar grijpstuivers tot een vijfje en alles ertussen in. Wat ook opvalt,
is dat niemand vraagtekens stelde bij het collecteren. Gezien de recente
commotie rond Alp d’HuZes en het KWF had ik verwacht dat er wel iemand zou opmerken
dat er ergens te veel geld aan de strijkstok blijft hangen.
Bij het lopen door de wijk heb je ook tijd om na te denken
over opmerkelijke zaken. Waarom zijn er aan de even kant van de Julianaweg een
heleboel dubbele nummers. De nummers 2A tot en met 14A zijn toegevoegd aan de
reguliere nummering. Het gekke hierbij is dat nummer 2 helemaal niet bestaat. Zou
dit gedeelte later zijn gebouwd, waardoor men onvoldoende rekening heeft
gehouden met het aantal huizen? Lijkt me heel er g onlogisch. En waar zijn de nummers
1 tot en met 49 van de Liesbosweg gebleven? Zijn die er vroeger wel geweest en
nu allemaal afgebroken? En hoe zit het met de lage oneven nummers van de
Verlengde Hoogravenseweg? Waar zijn de nummers 99 tot en met 111 gebleven, verdwenen
in een zwart gat van het J.J.M. Hamersplantsoen? Lager dan nummer 71 zijn zo her en der nog wat
adressen met een lager nummer, zoals de roeiverenigingen en de bouwspeeltuin.
Maar wat is de historie van al die ontbrekende huisnummers?
Maandag na de collecteweek ben ik naar mijn overbuurman
gegaan om gezamenlijk de het geld te gaan tellen. De uiteindelijke uitslag is
dat ik een totaal van € 231,36 heb opgehaald in mijn wijk. Verdeeld over de 133
mensen die gegeven hebben geeft dat een gemiddelde van € 1,74 per huisnummer! Geen
slechte opbrengst, maar relatief toch minder dan vorig jaar.
Als bonus was er ook nog een echte ouderwetse Nederlandse
gulden. Daar kun je dus nu helemaal niets meer mee doen. Die heb ik dan ook
maar bewaard als verzamelaarsobject.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten