Het is donderdag 11 augustus. Dit is voorlopig de laatste dag dat Wilma en Marte bij mij zullen zijn in Rwanda. Hun vlucht vertrekt om acht uur. De taxi is besteld om ze om zes uur te komen ophalen. We hebben een ontspannen laatste dag samen gehad. ’s Ochtends lekker thuis met tekenen en spelletjes. Daarna heerlijk geluncht in Sole Lune, het favoriete restaurant van Marte en daarna zijn Marte en ik ’s middags nog even een uurtje wezen zwemmen in het zwembad van Hotel Lapalisse. Het is vijf uur. We liggen allemaal op bed, Marte begint wat te stoeien, haar beentjes bewegen wild in de lucht, dan komt haar linkerbeen plotsklaps als een karatetrap boven op mijn hoofd terecht Ik zie sterretjes en voel meteen dat er iets niet goed is.
Ik zie wazig en sta snel op vast te stellen wat er aan de hand is. Misschien ben ik even groggy van de flinke trap. Ik loop naar buiten om in het buitenlicht goed vast te stellen wat er aan de hand is. Met mijn linkeroog is niets aan de hand, maar met mijn rechteroog zie ik heel wazig. Ik ben bang dat mijn implantaatlens is losgeschoten. Dit ziet er niet geweldig uit. Waar is de lens gebleven? Na even tot rust te zijn gekomen en alles nog even goed op mij in te laten werken, lijkt het erop dat de lens er nog wel is, maar naar beneden is geschoten. Als ik naar beneden kijk, kan ik goed zien, kijk ik vooruit, dan is het wazig.
Intussen is het zes uur en de taxi is aangekomen. De vlucht van KLM gaat niet wachten op mijn ongemak, dus het vertrek gaat gewoon door. Het afscheid valt door dit akkefietje een beetje in het water. Ik ben teveel bezig met wat er zojuist is gebeurd en kan me er niet goed toe zetten om fatsoenlijk afscheid te nemen. Als ze door het eerste controlepunt heen zijn, ga ik gauw weer terug naar huis. In mijn hoofd begin ik al voorbereidingen te treffen om heel snel terug te keren naar Nederland.
Na bij VSO te hebben geïnformeerd te hebben wat het beste is om te doen, ben ik de volgende dag naar het King Faisal Hospital gegaan om te kijken wat de oogarts ervan vindt. Om kwart voor negen kom ik bij de receptie van de afdeling ‘ophtalmology’. Eerst een mooi formulier invullen met al mijn gegevens. Vervolgens moet ik gaan betalen bij een balie verderop. Ik laat mijn pas van VSO zien, VSO heeft een contract met dit ziekenhuis, de mevrouw achter de balie kijkt gelukkig niet verbaasd, pakt er een lijst bij en warempel, ik sta op de lijst, dus de nota van 10.000 Frw voor het eerste consult zal worden doorgestuurd. Daarna terug naar de wachtkamer.
De wachtkamer is niet heel erg gevuld en ik mag dan al snel op consult komen bij de oogarts. Ik vertel hem wat er aan de hand is en vervolgens gaat hij mijn oog bekijken met zijn apparatuur. Het apparaat ziet er ongeveer zo uit als in Nederland, dus dat geeft al moed. Zijn conclusie is dat de lens inderdaad is losgesloten en nu vrij zit te bewegen door mijn oog. Zijn eerste advies is om zo snel mogelijk terug te gaan naar Nederland om daar de boel te laten herstellen. Mijn voorstel om de lens terug te duwen op zijn plaats is geen reële optie. De oogarts zegt wel dat hij een collega heeft die tussen de middag weer terug komt en die iets meer weet van implantaatlenzen. Ik besloot om ’s middags weer terug te komen om ook zijn mening te horen. Om tien uur stond ik weer buiten.
Twee uur later was ik weer present in de wachtkamer. En even later werd ik ontvangen door John Nkurikiye. Hij heeft mijn oog ook weer bekeken en zei dat hij in staat was om de lens weer op zijn plek te zetten door middel van een kleine operatie van tien minuten. Dat leek hem belangrijk om ervoor te zorgen dat het hoornvlies niet aangetast zou gaan worden als de lens voor een te lange tijd in het oog zou gaan rondzwerven. De volgende dag om acht uur zou ik al onder het mes kunnen. Hij kwam kundig over en ook zijn analyse leek mij logisch. Dus ik stemde in met een operatie op zaterdag om acht uur ’s morgens. Aan wachttijden doen ze in ieder geval niet in Rwanda.
Ondertussen had Wilma al contact gezocht met Eyescan in Nederland. Zij zouden mij die middag nog gaan bellen. Dat gebeurde ook en ik heb het hele verhaal uitgelegd. Uit hun reactie kreeg ik niet de indruk dat ik de operatie niet moest doen, dus dat heeft mij bevestigd om er toch maar mee door te gaan. Voor de volledigheid hadden ze een schema van mijn implantaatlens opgestuurd via de mail.
De volgende dag was ik om half acht present bij de balie voor de intake van de dagopnames. Het had de afgelopen nacht flink geregend, het was nog maar net opgehouden, dus dan begint in Rwanda alles een beetje later, maar uiteindelijk werd ik naar de verpleegafdeling van de dagopname gebracht. Ik kreeg daar een eigen bed. Al mijn kleren moesten uit en daarvoor in de plaats kreeg ik mooi groen, beetje sleets, schort. En vervolgens en heel ritueel om mijn meegenomen bezittingen zoals telefoon en portemonnee te registreren.
De dienstdoende zuster kwam langs voor wat standaardmetingen. Eerst werd de bloeddruk gemeten en die was helemaal goed en vervolgens de temperatuur door middel van een thermometer onder de oksel. Ook dat was goed. Als klap op de vuurpijl kreeg ik een klein apparaatje om mijn wijsvinger geklemd. Ik had geen idee wat ze aan het doen was. Dat was om mijn zuurstof te meten. Het bleek 96 % te zijn en ook helemaal te voldoen aan de norm. Ik kan me niet herinneren dat er in Nederland ooit mijn zuurstof is gemeten. Wat een primeur!
Na een kwartiertje te hebben gelegen op mijn bed, kwamen ze om me naar de operatiekamer te brengen. Eerst van mijn bed op een nieuw bed, daarna in de buurt van de operatiekamer weer op een nieuw bed, ondertussen werden de wielen ergens met een spuit schoongewassen, en daarna in de operatiekamer op het operatiebed. Dat waren dus vier bedden. Het gebied rond mijn rechteroog werd plaatselijk verdoofd en even later kreeg ik een doek over de rest van mijn gezicht. De dokter ging aan de slag. Het deed geen pijn, maar prettig was het niet. Onder die doek voelt het gewoon een beetje benauwd en ondertussen is er dan iemand bezig met je rechteroog. Ik heb ook de indruk dat het wat langer heeft geduurd dan tien minuten, maar eindelijk kwam dan het verlossende woord. De operatie was klaar en de doek kon eraf. Op mijn rechteroog was een enorm verband geplaatst boven op een plastic beschermingshoes. Ik was blij dat her voorbij was.
Op de terugweg hetzelfde beddenritueel om te eindigen op mijn eerste bed. Ik kreeg mijn bezittingen terug en stelde vast dat het inmiddels elf uur was. Na een halfuurtje kwam de zuster weer bij me en zei dat ik naar huis kon gaan als ik dat wilde. Om vier uur mocht het verband eraf en ik kreeg oogdruppels mee om vier maal daags toe te dienen. Ik voelde me niet slecht, dus gauw op weg naar huis.
Thuis gekomen begon de verdoving zijn uitwerking te verliezen en de pijn begon te komen. Geen helse pijn, maar toch wel een pijn die je liever niet hebt. Om vier uur het verband eraf gehaald, maar vervolgens deed het aangezicht van licht nog zo veel pijn, dat ik de hele dag het oog nog heb dichtgehouden. De rest van de dag op bed doorgebracht, ondersteund door paracetamol en oogdruppels.
De volgende twee dagen waren geen geweldige dagen. Maandag was nog een officiële vrije dag vanwege Maria Hemelvaart, maar daar heb ik niet veel van kunnen genieten. Overdag was het onmogelijk om naar buiten te gaan, omdat het buitenlicht te fel was voor mijn oog. Dus heb ik twee dagen binnen doorgebracht, met de gordijnen dicht. Langzaam kon ik ook een beetje gaan kijken met mijn rechteroog, en dat was nog niet heel hoopgevend. Het was net of ik een enorm mistveld voor mijn oog had hangen. Ik kon wel vaststellen dat het anders was dan ervoor. Ervoor was het wazig, nu was het mistig, als ik moeite deed kon ik door de mist wel contouren van dingen zien.
Lezen was onmogelijk, iets doen op de computer ook. Gelukkig ontdekte ik in de loop van de zondag dat een video bekijken op de computer wel ging, mijn linkeroog deed dan het merendeel van het werk en trok het rechteroog wel een beetje mee. Van Darryl en Lynne had ik twee video’s van de serie ‘24’ gekregen en die hebben ervoor gezorgd dat ik dit lange weekend nog een beetje ben doorgekomen.
Ondertussen was er natuurlijk ook nog de twijfel of ik wel de juiste beslissing had genomen om een operatie te ondergaan in een land als Rwanda. Het zicht was nog steeds slecht, soms dacht ik een verbetering te zien, maar soms ook helemaal niet. Allerlei scenario’s spookten door mijn hoofd.
Op dinsdag had ik mijn eerste controleafspraak na afloop van de operatie. Ik was om even na achten in de wachtkamer en deze zat deze keer helemaal vol. Het duurde dan ook even voordat ik aan de beurt was. De dokter bekeek mijn oog en concludeerde dat de operatie was geslaagd. De lens zat weer op zijn plek en het hoornvlies is beschermd. Het oog heeft echter tijd nodig om te herstellen, vandaar die mist voor mijn oog. Dat heeft tijd nodig om te herstellen, en nieuwe oogdruppels om dat te helpen.
De dagen erna is het geleidelijk aan beter gegaan. Ik ben nog wel naar mijn werk gegaan, maar daar kon ik eigenlijk niet zo veel doen. Werken achter de computer was heel moeilijk, slecht met heel veel moeite kon ik dingen lezen, maar dat zorgde dan wel voor hoofdpijn. Het werken heb ik beperkt tot de tijd rond de lunchpauze. Lezen was nog steeds heel moeilijk. Gelukkig was er nog steeds de video als afleiding. Door de operatie is de weerstand waarschijnlijk ook flink verlaagd, met als een gevolg een flinke verkoudheid met veel hoesten en niezen en beroerd voelen. Ook dat nog!
Op vrijdag had ik mijn volgende controleafspraak met de oogarts. Nu wederom een lege wachtkamer, dus ik was heel snel aan de beurt. En de conclusie is nog steeds hetzelfde. En tijdens het afgelopen weekend heb ik eindelijk de indruk gekregen dat er verbetering in zit. Mijn verkoudheid is het wegtrekken. Ik ga beter zien met mijn rechteroog, al is het nog steeds mistig. Maar lezen en werken achter de computer gaat nu redelijk, al moet het meeste werk nog steeds gedaan worden door het linkeroog. Deze ellendige week eindigt dan toch nog een beetje met een positieve noot.
Het zou zo maar kunnen zijn dat de operatie zodanig geslaagd is, dat ik niet voortijdig hoef terug te keren naar Nederland. Komende vrijdag is mijn volgende afspraak met de oogarts, en dan weten we misschien meer.