Tijdens onze vakantie in Rwanda zijn wij regelmatig in aanraking gekomen met andere toeristen. De meeste zijn echter geen normale toeristen, nee, het zijn allemaal toeristen met een verhaal. Er is een reden waarom ze in Rwanda zijn. Je komt maar zelden iemand tegen die gewoon toerist is in Rwanda. Het begon al met het Nederlandse gezin dat we ontmoet hadden toen we begin juli in Gashora waren.
In Nyungwe kwamen we in ons hotel een Nederlandse jongen tegen die getrouwd is met een Burundese vrouw. Zij waren op weg naar een bruiloft in Burundi. Vooruitlopend hierop verbleven ze hier een paar dagen om van het oerwoud van Nuyngwe te genieten.
In Kibuye zaten we in hetzelfde hotel als een Italiaans-Rwandees stel met hun vierjarige dochter Sofia, slechts een paar dagen ouder dan Marte. Sofia en Marte konden het goed met elkaar vinden en vonden het leuk om met elkaar te spelen. Vanzelf kom je dan in gesprek met de ouders. De vader heette Filippo en de moeder Francine. Zij was in 1993 met vader, moeder, zus en twee broers vertrokken naar Italië vanuit Rwanda, om te ontsnappen aan wat er later zou gaan gebeuren in Rwanda. En nu was ze hier, samen met haar man en dochter, voor het eerst sinds die tijd weer terug in Rwanda.
Op het eilandje Amahoro, in de buurt van Kibuye, kwamen we een Nederlandse vrouw tegen met haar drie kinderen, alle drie zo rond de twintig jaar. Zij vertelde dat ze geboren was in Rwanda en de eerste elf jaar van haar leven hier had gewoond. Haar vader was werkzaam geweest in een ziekenhuis in de buurt van Gitarama. Toen ze twintig was, was al een keer eerder teruggeweest, maar nu was ze hier om het aan haar kinderen te laten zien. Tijdens de genocide was het ziekenhuis compleet vernield geweest en jaren daarna heeft het ook niet gefunctioneerd. Maar nu was het er weer helemaal bovenop en zij was blij om te zien dat het levenswerk van haar vader er nog was.
In het restaurant liep een Belgische man rond met zijn dochtertje Kesha van een jaar oud. Ook hij was getrouwd met een Rwandese vrouw en nu waren ze op bezoek in Rwanda om hun dochter te laten zien aan de Rwandese grootvader van het meisje. Het was een heel bijzondere gebeurtenis, want deze grootvader had zojuist voor het eerst een kleinkind gezien. Al zijn andere kinderen had hij verloren tijdens de genocide. Van de moeder van Kesha was zojuist in België een boek verschenen van haar geschiedenis, helaas alleen nog maar in het Frans.
In het hotel in de buurt van Gisenyi kwamen we in contact met een Frans-Rwandees stel met hun drie kinderen. De vader heette Philippe en de moeder Prisca. Hun kinderen waren wat ouder dan Marte, namelijk 15, 12 en 6. Maar met de jongste heeft Marte toch nog even gespeeld. We hebben een beetje Nederlands met Prisca gesproken, omdat ze gestudeerd had in Antwerpen. In 1989 is ze naar België vetrokken met een studiebeurs. Na 1994 was er voor haar geen reden meer om terug te gaan naar Rwanda, behalve dan voor vakantie en familiebezoek. Zij waren inmiddels voor de derde keer sinds die tijd op bezoek in Rwanda.
In hetzelfde hotel hebben we even gesproken met een Fransman met de naam Alain Gauthier. Hij was hier voor de Franse organisatie Collectif des Parties Civiles pour le Rwanda (CPCR). Deze organisatie wil dat de daders van de genocide worden berecht. Dat doet zij namens de slachtoffers die nu woonachtig zijn in Frankrijk. Hij was ervan overtuigd dat Frankrijk in ieder geval nooit zou toestaan om hiervoor iemand naar Rwanda te sturen. Dus ook de vrouw van de vroegere president, Agathe Kanziga Habyarimana, een van grootste verdachten volgens de huidige Rwandese autoriteiten, zal dus waarschijnlijk haar straf ontlopen. Misschien zal ze dan in Frankrijk zelf worden berecht.
In het hotel in Ruhengeri raakten we in gesprek met een Nederlander en zijn Rwandese vrouw. Deze vrouw was samen met haar zusters eigenaar van het oudste hotel van die stad en zaten daar samen lekker te ontbijten. Jaren geleden had hij namens SNV in Rwanda gewerkt, toen heeft hij daar zijn vrouw ontmoet, en vervolgens hebben ze jaren op diverse plekken in de wereld gewoond. Toen de genocide uitbrak in 1994 zat hij in Kenia en was zijn vrouw op dat moment in Rwanda. Hij heeft toen zijn vrouw met een vliegtuig uit Gisenyi opgehaald om haar te laten ontsnappen aan de gekte.
Allemaal toeristen, allemaal met een bijzonder verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten