zaterdag 28 mei 2011

Gatagara

In 1959 is abt Joseph Fraipoint in Gatagara een school begonnen voor kinderen met een handicap. Voor die tijd was er geen enkele aandacht voor deze kinderen, zij bestonden gewoonweg niet. Deze school is misschien wel het begin van aandacht voor de zorg voor gehandicapten in Rwanda. Mijn baas Bruno heeft ook op deze school gezeten, vanaf zijn vierde heeft hij hier acht jaar verbleven.

Op 25 mei is de 29e herdenking geweest van het overlijden van deze pater en onze organisatie is hiervoor ook uitgenodigd. Bruno is de hele week al ziek en Nicole heeft iets anders, dus ik mag onze organisatie vertegenwoordigen. Er is een bus gehuurd voor iedereen in Kigali die mee wil en om acht uur is het verzamelen bij het Engin benzinestation in Nyabogogo. Om kwart voor acht kreeg ik een telefoontje waar ik bleef. Dat had ik nog nooit meegemaakt, men is ergens eerder dan de afgesproken tijd! Om acht uur ben ik bij een Engin benzinestation, ik zie echter niemand en zie dan dat er nog een Engin is. Gauw naar het andere benzinestation, nog steeds niemand. Maar weer een telefoontje, het blijkt dat men toch bij de eerste staat, dus weer terug. Ik had een grote bus verwacht, maar het is helaas zo’n klein busje. Maar ik ben er, en we zijn op weg.

Het is geen prettige rit. De chauffeur wil tot twee maal toe een onverantwoorde inhaalpoging doen. Bij de tweede poging wordt hij tot de orde geroepen, vanaf dat moment rijdt hij iets rustiger, maar nog steeds is het niet aangenaam. Bij een linkse bocht rijdt hij constant op de rechterhelft en bij rechte stukken slingert hij op de weg. Uiteindelijk komen we toch veilig aan bij het H.V.P. (Home de la Vierge des Pauvres) Gatagara.


Het begint met een kerkdienst van zo’n twee uur. De kerk zit tjokvol met honderden mensen. Een heleboel gehandicapte kinderen, maar ook veel volwassen, waarvan het merendeel gehandicapt is. Waarschijnlijk allemaal mensen die hier op school hebben gezeten. Een man naast mij geeft wat toelichting. Ook hij heeft hier op school gezeten, en praat met veel genegenheid over abt Joseph. Volgens hem was hij een bijzonder mens, lijkt me echt nog zo’n geestelijke van het oude stempel, die zijn hele leven heeft gewijd aan een bepaald doel. Eentje die op jonge leeftijd naar Afrika gaat om nooit meer terug te keren naar zijn vaderland.



Na afloop van de dienst gingen we naar het graf van de pater aan de achterkant van de kerk. Op zijn graf staat Joseph Fraipoint Ndagijimana, omdat hij zich heeft laten naturaliseren tot Rwandees heeft hij een toevoeging aan zijn naam gekregen. Boeketten met bloemen worden op zijn graf gelegd.



Daarna met alle volwassenen naar een andere zaal. Het is tijd voor speeches. Ik ga middenin de zaal zitten, maar een hostess komt al snel op mij af en verzoekt aan mij om aan de zijkant te gaan zitten. Een beetje aarzelend ga ik in op dit verzoek. De directeur van Gatagara begint en stelt alle genodigden voor. Opeens hoor ik mijn organisatie, o, dat ben ik, dus ik sta op, groet het publiek en neem het applaus dankbaar in ontvangst. De hele ceremonie duurt nog meer dan twee uur, speeches afgewisseld met dans door scholieren van de Gatagara school in Butare en door een zanger, Jacques Buhigiro, die meezingt met een aantal liedjes van hem die op band staan. Het meest enthousiast is men bij het lied ‘Gatagara’. En dat gaat als volgt:

R/ Gatagara mpinga nziza, Gatagara nziza cyane Abana bawe, bakuririmbe baguhimbaze, urabikwiye
1. Ubyiruye intwali, mpinga ya mwiza, ishaka ryacu, niligutake
2. Babyeyi bacu, barezi mwese, mudutere inkunga, muri ibi birori
3. Basore mwese, mushire ubwoba iki gitaramo kirute ibindi
4. Nyundo yaducuze, kumenywa kwawe ishema ryawe tuliharanire
5. Komera ramba, umenywe hose Gatagara yacu, ubyiruye intwali


Hij is best wel een beetje bekend in Rwanda en heeft in het verleden ook iets gedaan voor de school. Aan het eind mag hij deze vloervuller nog een keer zingen, en dan lukt het hem ook bijna iedereen aan het dansen te krijgen.


Van de Belgische organisatie ‘Vrienden van Gatagara’ is ook iemand aanwezig. Dit is een stichting die al meer dan 40 jaar financiĆ«le steun geeft aan deze instelling. Ik heb een poosje met hem zitten praten en hij vertelde mij dat hij is geboren in Butare (Astrida) en dat hij daar vijftien jaar heeft gewoond. Als kind speelde hij alleen maar met andere blanke kinderen, het enige contact met Rwandezen was met het personeel. Ja, dat waren andere, koloniale, tijden. Zijn vader is begonnen met de stichting, en hij, Philippe Olbrechts, heeft nu zijn taak overgenomen.

Het geheel wordt om half vier afgesloten met een gezamenlijke maaltijd. Tot die tijd hadden we op een droogje gezeten, van tien tot half vier was er geen eten of drinken. Dat komt wel vaker voor in Rwanda, eerst iets afmaken en dan pas spijs en drank.


Het is tijd om naar huis te gaan. De mensen van ons busje willen niet meer met deze chauffeur terug naar huis. Men wil een andere chauffeur. Oei, dan kon nog wel eens lang duren voordat ik thuis ben. Maar, er is ook nog een andere bus die teruggaat naar Kigali, en die heeft nog een plekje over. Ik krijg het aanbod, waarschijnlijk om ik de buitenlander ben, om met deze bus mee te gaan. Hierop ben ik graag ingegaan. Deze keer rijden we rustig en veilig terug naar huis, al eindigt het wel een beetje raar. Vlak voor de rotonde waar ik eruit moet, geeft de bus het op. Al sputterend komt het tot stilstand. Aangezien ik er bijna ben, vraag ik of ik er al uit mag. Ik groet iedereen en ga mijn eigen weg. Ik hoop dat ze niet te lang hebben stilgestaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten