woensdag 18 mei 2011

Schoolbezoek

Op maandag heb ik samen met Erin een lagere school bezocht die onder haar hoede valt. Zij begeleidt de leraren om ervoor te zorgen dat ze interessantere lessen gaan geven, met als gevolg dat de leerlingen beter gaan leren. Ze begint door in eerste instantie in een klas te gaan zitten om te observeren, vervolgens wordt dit later bespoken met de leraar, vervolgens gaat ze de volgende keer een les samen met de desbetreffende leraar doen, en dat wordt weer afgesloten door een les te observeren, om te kijken of er verbeteringen zijn. Afgelopen maandag was zo’n afsluitende observatie.


Achterop de motor zijn wij vroeg vertrokken om naar primary school van Kagare te gaan. Na een ritje van een halfuur in de richting van Burundi komen wij aan bij de school. Deze school bevat 1.036 leerlingen, waarvan de helft in de ochtendploeg van 7.20 tot 11.40 uur en de andere helft in de middagploeg van 12.40 tot 17.00 uur naar school gaat. Elke sessie bevat 6 lessen van 40 minuten met een pauze van 20 minuten. De leraren werken in principe wel de gehele dag.


De school heeft zes eerste klassen, vier tweede en derde klassen, en twee vierde, vijfde en zesde klassen. Dan kun je dus wel uitrekenen dat deze school ergens tussen de eerste en de zesde klas een heleboel leerlingen is kwijt geraakt. De lessen in de vierde klas en hoger worden in het Engels gegeven. Een paar jaar geleden had men besloten om alle lessen vanaf de eerste klas in het Engels te doen, maar dat bleek toch iets te hoog gegrepen voor de jongste leerlingen, dus sinds april van dit jaar worden de lessen in de laagste drie klassen gewoon weer in het Kinyarwanda gegeven. En dan moet je ook bedenken dat de meeste leraren het Engels helemaal niet zo machtig zijn, met als gevolg dat er les gegeven wordt in zeer slecht Engels. Denk eens in wat er zou gebeuren in Nederland als besloten zou worden om vanaf de vierde klas les te gaan geven in het Engels.

De klassieke vorm van lesgeven in Rwanda is niet al te uitdagend. De leraar schrijft het schoolbord vol met lesstof. De leerlingen schrijven dit over en lezen dit gezamenlijk hardop voor, meestal zonder te begrijpen wat ze nu aan het schrijven en zeggen zijn. Herhalen wat ze geleerd hebben kunnen ze heel goed, maar soms weet je gewoon dat ze niet begrijpen wat ze aan het zeggen zijn. De conversaties met kinderen beginnend met de klassiekers zoals “How are you?” en “What’s your name?” krijgen nog wel een redelijk vervolg, maar alles daarbuiten verdwijnt al gauw in een groot vraagteken van onbegrip. Vandaar de uitdaging om hier iets aan te proberen te veranderen.

We komen aan als de tweede les van de dag om 8.00 van start gaat. Wij gaan zitten in een vierde klas, waar Engels wordt gegeven aan 56 kinderen. Het gaat in zijn les over ‘Fun with math and science’. Hij leest eerst een verhaal voor, en daarna mogen verschillende kinderen, jongens en meisjes, om de beurt het verhaal lezen. Zijn Engels, en dat van de kinderen, is echter zo beroerd dat ik pas nadat het verhaal drie keer is gelezen door heb wat de clou van het verhaal is. Ik hoor hem telkens ‘law’ zeggen, terwijl het ‘row’ had moeten zijn. Daarna gaat hij allerlei vragen stellen aan verschillende leerlingen over de inhoud van de tekst. Een groot gedeelte van de klas is heel enthousiast, en kan haast niet wachten om aan de beurt te komen. Door een vinger op te steken, ondertussen een luid klikkend geluid met twee andere vingers te maken en ook nog “Teacher, teacher” te roepen. Het is best interactief, alle leerlingen die hun vinger opsteken komen aan de beurt, het ziet er dus best aardig uit. Het jammere is dat een kwart van de leerlingen niet enthousiast meedoet, niet hun vinger opsteekt en dus ook geen beurt krijgt. Aan deze leerlingen gaat deze les volledig voorbij.





Dan gaan we naar de volgende les. Nu is het de eerste klas, ook weer het vak Engels en nu zijn er 55 leerlingen. Het gaat over kleuren. Black, white, cello en red. De lerares wijst in een boek een kleur aan en legt uit welke kleur het is. Dan moeten ze om de beurt een kleur aanwijzen in het boek en later ook in het klaslokaal. Dit alles wordt onderbroken door een applaus als er een goed antwoord wordt gegeven of op zijn tijd door een lied waarin ze zingen dat ze dol zijn op Engels. Hier doen alle leerlingen enthousiast mee, iedereen steekt luid klikkend zijn vinger op om aan de beurt te komen. Sommigen begrijpen het heel goed, en zijn zelfs zo inventief, om bij het verzoek om zwart aan te wijzen in de klas, mijn sokken aan te wijzen. Anderen hebben het niet zo goed begrepen, nadat de kleur wit door andere kinderen al tientallen keren correct is aangewezen, wijzen zij toch nog een totaal andere kleur aan. Maar ja, het zijn ook nog maar kinderen in de eerste klas, dus wat mag je verwachten. Ik kreeg mijn eerste Engelse les pas in de eerste klas van de middelbare school!





Dan is de pauze. Erin heeft me al gewaarschuwd. Als ik op het schoolplein ga verschijnen dan zal ik het middelpunt van de belangstelling zijn. En ze heeft niets te veel gezegd. Omringd door een meute van minstens 200 kinderen kan ik mij slechts langzaam voortbewegen. Na tien minuten vind ik het welletjes en zoek dekking in de lerarenkamer.



Om 9.40 beginnen we aan de eerste les na de pauze. Dit keer de derde klas, wederom het vak Engels en nu zijn er 46 leerlingen. Het gaat over ‘possessieven pontons’ Dat zijn de woorden mine, cours, hijs, heers, cours en Thijs. Hij probeert het met voorbeelden van een plaatje of in de klas uit te leggen, maar er zit niet veel lijn in de les en ik krijg zelfs de indruk dat hij geen idee heeft waarover hij het heeft. Hij is wel goed interactief bezig en alle leerlingen proberen goed mee te doen en vragen luid klikkend om zijn aandacht. De les wordt afgesloten met een kleine test. Er staan vier zinnen op het bord, waarin een ontbrekend woord moet worden ingevuld en ze hebben een keuze uit twee. Dat lijkt mij wel een goede test om te kijken of ze het ook begrepen hebben en ze krijgen vijf minuten om het in te vullen op een papiertje. Als ze klaar zijn steken ze hun vinger op, zodat de leraar het kan beoordelen. Ik loop rond in de klas en zie dat menigeen er drie of vier van de vier goed heeft. Die hebben het goed begrepen. Maar ik zie ook kinderen die geen flauw idee heb wat ze moet doen en dan ook niets op papier krijgen. Ze steken hun vinger niet op en worden dus ook niet beoordeeld. En dan is de les afgelopen. Er zijn dus kinderen die helaas niet zijn bereikt in deze les.





Ik heb nu genoeg lessen meegelopen. Erin gaat nog een volgende les volgen, maar ik ga achterop de motor een stukje rijden door het landschap. Ik rij door een prachtig stukje platteland, dat me door de rechte wegen en de relatieve vlakte, weer aan Cambodja doet denken. We eindigen bij een meer, om na genoten te hebben van het prachtige uitzicht weer terug te keren naar de school.

Om 11.40 ben ik weer terug met de bedoeling om mee te gaan eten met de lunch die op school wordt geserveerd. In de armste gebieden van het land wordt deze service door USAID aangeboden, waarschijnlijk om te zorgen dat deze kinderen in ieder geval wat voedsel krijgen en ook om ze en goede reden te geven om naar school te gaan. Maar helaas, deze lekkernij, bestaande uit cassave en bonen, gaat aan mijn neus voorbij. Om onverklaarbare redenen is er vandaag geen lunch. Dus geen volgepakt schoolplein, want zowel de ochtend- als de middagploeg komt normaliter eten, nee, alle leerlingen gaan naar huis. Dan besluiten wij ook maar terug te gaan naar Nyamata voor onze lunch.

Het was een zeer leerzame ochtend, om zo eens een kijkje te nemen hoe het toegaat in de scholen. Erin zelf was een beetje tevreden. De ene leraar had wat meer vooruitgang gemaakt dan de andere, maar ze vond dat over de gehele linie er toch wel vooruitgang is. Het was in ieder geval niet zo verschrikkelijk als ik wel eens gehoord heb in de verschillende verhalen die de ronde doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten