Ruim voor de zomervakantie kreeg ik een telefoontje. Of ik
ergens in het najaar wilde collecteren voor de Nierstichting. Hoe zijn ze bij
mij terechtgekomen? Het antwoord daarop was ontnuchterend eenvoudig. Gewoon
lukraak geselecteerd uit de telefoongids.
Ik had nog nooit gecollecteerd, dus het leek me wel een keer
interessant. En als ik in het najaar alsnog toch niet kon, dan was dat geen
probleem, dan ging het gewoon niet door. Dus heb ik mij opgegeven.
Begin september kreeg ik een brief van de Nierstichting met
allemaal ondersteunende informatie voor het collecteren. En binnenkort zou de
contactpersoon voor mijn wijk contact met mij opnemen voor het uitdelen van de
collectebus. Dagen gingen voorbij en niemand belde. Uiteindelijk maar gebeld
naar de Nierstichting en die gaven me het telefoonnummer van de contactpersoon.
Het was inmiddels de week voordat de daadwerkelijke collecte. De contactpersoon
gebeld. Zij had ook nog niets ontvangen en zou wat van zich laten horen als ze
meer wist. Uiteindelijk kreeg ik vrijdagmiddag een telefoontje dat ik ’s avonds
het geheel bij haar kon ophalen. Beter laat dan nooit. Uiteindelijk komt alles
dan toch goed.
Het ontvangen pakket bestond uit een verzegelde collectebus,
een mooie kaart voor om mijn nek als identiteitsbewijs en nog wat andere
papieren. Mijn wijk was een gedeelte van de Julianaweg, maar niet het gedeelte
waar ik zelf woonde. En ik moest collecteren in de week van 16 tot en met 22
september.
Dinsdag ging ik om half zes goedgemutst op pad. Het weer was
aangenaam, dus dat was geen enkele belemmering. Ik begon met het oneven
gedeelte lopend van nummer 99 tot en met 225bis. Toen ik daar klaar was ben ik
aan de even nummers begonnen, van nummer 216bis tot 100. Dat heb ik op die dag
nog niet helemaal kunnen afmaken, dus de volgende dag ben ik op 100 begonnen om
te eindigen bij het nummer waar ik de vorige dag ben opgehouden.
Maar toen was ik niet klaar. Ik ben namelijk fanatiek. Ik
heb namelijk elk huisnummer opgeschreven dat niet opendeed op dinsdag
opgeschreven en daar ben ik vervolgens alsnog een keer langsgegaan. Dat leverde
toch nog aardig wat op. En op vrijdag heb ik nog een keer aangebeld bij de
huisnummers die ik niet bereikt heb op de beide vorige dagen. Daardoor heb ik
toch nog succes gehad bij vijf huizen en bij een daarvan had ik ook de grootste
bingo, namelijk een tientje!
In de wijk die ik heb gelopen zeten in totaal 124 huizen.
Bij 17 van deze huizen werd er niet opengedaan, waarvan bij 14 er daadwerkelijk
niemand thuis was. Bij drie zag ik duidelijk dat er iemand aanwezig was, maar
toch werd er niet opengedaan. Een maakte het zo bont dat iemand duidelijk door
het raam heen keek, mij duidelijk zag staan, weer uit zicht verdween en
vervolgens gebeurde er niets.
Bij de overige 107 huizen werd er wel opengedaan. Van deze
mensen waren er acht die niets hebben gegeven. Sommigen zonder toelichting,
anderen gaven aan dat ze al giraal geld hadden overgemaakt en weer anderen
zeiden dat ze in principe niet aan de deur gaven. Al hun giften gaven ze via
bank of giro. Eigenlijk is dat ook wel het verstandigste, want dan kun je elke
euro mee laten tellen als aftrekpost bij de belastingen. Misschien is dat
collecteren via de collectebus wel heel ouderwets.
Zeven mensen gaven aan dat ze geen kleingeld in huis hadden.
Daarop heeft de Nierstichting iets bedacht. Je kunt ook een sms sturen naar nummer
4333 en dan wordt er automatisch twee euro in rekening gebracht. Het blijkt dat
hiervan dan ongeveer € 1,78 terechtkomt bij de Nierstichting. De
telefoonmaatschappijen houden hier dus dan ook nog zo’n € 0,22 aan over. Ik
weet niet of dat sms-en zo’n goed idee is. Het lijkt mij dus een goede
ontwikkeling, er blijft te veel aan de strijkstok van de telefoonmaatschappijen
hangen. Daarentegen kun je deze gift, in tegenstelling tot de gewone, wel
geheel als aftrekpost opvoeren bij de fiscus!
Dan zijn er tenslotte de 92 gezinnen die iets hebben
gegeven. Van een paar grijpstuivers tot een tientje en alles ertussen in. Wat
ook opvalt, is dat niemand een vraag had over de Nierstichting of over deze
collecte in het bijzonder. De meesten gaven vrij spontaan en wensten mij nog
een prettige en succesvolle avond.
Natuurlijk kom je bekenden tegen van wie je weet dat ze er
wonen. Maar je komt ook bekenden tegen van wie je niet wist dat ze ook in deze
straat woonden. En ook een heleboel die je van gezicht kent, maar verder ook
niet. Bij een huis zie een jongetje tegen mij: “Maar ik ken jou.” Ik had geen
idee wie het was en ook de ouders die bij het jongetje horen kende ik niet. Hij
verduidelijkte: “Ben jij misschien de vader van Marte?” Dat klopte inderdaad en
hij bleek dus bij mijn dochter op de BSO te zitten.
Het is ook wel leuk om bij de verschillende huizen naar
binnen te kijken. Sommigen zien er heel keurig uit en anderen weer vrij
rommeliger. Dat laatste was vooral het geval bij gezinnen met kinderen. Bij sommigen denk je dat er sprake is van nog
wat achterstallig onderhoud en bij anderen
ziet het er piekfijn uit. Ook leuk om te kijken in hoeverre de originele
staat van deze huizen uit de jaren dertig nog is behouden.
Op de maandag na de collecteweek ben ik naar de
contactpersoon van de wijk te gaan om de collectebus in te leveren en
gezamenlijk het geld te tellen. De contactpersoon zei dat sommige collectanten
niet samen met haar wilde tellen. Dat lijkt mij geen gewenste toestand, want
dat zou het mogelijk maken dat de contactpersoon een gedeelte van het
collectegeld achter kan houden. Het zou volgens mij een eis moeten zijn aan de
collectant en de contactpersoon dat ze samen tellen en het formulier
ondertekenen. Hier is sprake van omissie in het systeem van de Nierstichting.
Het gaat te veel uit van goed vertrouwen.
De uiteindelijke uitslag is dat ik een totaal van € 185,96
heb opgehaald in mijn wijk. Verdeeld over de 92 mensen die gegeven hebben geeft
dat een gemiddelde van € 2,02 per huisnummer! Niet gek, lijkt mij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten