Yvonne Basebya is geboren als Yvonne Ntacyobatabara. Zij is 65 jaar oud, woont sinds 1998 in
Nederland en heeft sinds 2004 de Nederlandse nationaliteit. Op 21 juni 2010 is
ze aangehouden en wordt ze beschuldigd van het feit dat ze voor april 1994 de
Hutu’s opruide om Tutsi’s te vermoorden, dat ze lid was van de extremistische
partij CDR, die een plan had om Tutsi’s uit te moorden en dat ze vanaf april
1994 betrokken is geweest bij het doden van Tutsi’s. Dit speelde zich
voornamelijk af in de wijk Gikondo in Kigali. Ik weet wel waar deze wijk is, maar
ik ben er niet zo bekend.
Op maandag 29 oktober ben ik naar de rechtbank in Den Haag
gegaan, Prins Clauslaan 60. Een enorm gebouw met heel veel rechtszalen en het
was dus een beetje zoeken om bij de juiste terecht te komen. Bij binnenkomst
van het gebouw was er natuurlijk een veiligheidscontrole om te kijken of er
geen wapens of ander gekkigheid binnen zou komen, maar de aangekondigde
controle op identiteitsbewijzen werd achterwege gelaten.
In zaal F2 van het complex was het proces tegen Yvonne
Basebya. Op een verhoging in de zaal zaten achter een soort halve maan in
totaal zeven mensen. In het midden de drie rechters, aan de rechterkant twee
griffiers en aan de linkerkant twee namens het Openbaar Ministerie,
verantwoordelijk voor de aanklacht. Tussen de aanklagers en de rechters was
subtiel een kleine opening in de halve maan gelaten, om aan te tonen dat er
toch wel degelijk een daadwerkelijke scheiding is tussen deze twee.
Rechts voor de rechter zat een klein gedrongen vrouwtje met
op haar hoofd een koptelefoon. Daar iets achter zat haar advocaat. Aan de
linkerkant was een hermetisch afgesloten cabine waarin twee vrouwen zaten. Dat
waren de vertaalsters. Voor mevrouw Basebya vertaalden zij waarschijnlijk alle
teksten in het Frans.
In de zaal zaten vijf Rwandezen. Een oudere heer,
waarschijnlijk haar man, twee oudere dames, een wat jongere dame, mogelijk haar
dochter en een jonge knul. Daarnaast nog twee vertegenwoordigers die
overduidelijk bij de verdediging hoorden. Tenslotte nog twee heren, waarvan
later bleek dat de ene ook werkzaam was voor het Openbaar Ministerie en dat de
tweede er zat namens het NIOD.
Om tien uur is de aanvangstijd van het proces geweest, ik
was een kwartiertje later, dus ze waren al aan de gang. De middelste rechter
was aan het woord. Hij had een hele woordenstroom en ik had moeite om te duiden
waar hij nu mee bezig was. Maar gaandeweg werd het mij wel duidelijker. Hij was
bezig om stukken voor te lezen uit het dossier om vervolgens aan de verdachte
om uitleg te vragen omtrent de inhoud van wat hij zojuist had voorgelezen.
Mevrouw Yvonne Basebya maakt echter gebruik van haar
zwijgrecht en zij weerhield zich dus van enig commentaar op hetgeen haar werd
voorgelegd. Dat maakte het wel een beetje saai. De rechter las voor uit het
dossier, met aan het eind een obligate vraag aan de verdachte voor commentaar,
gevolgd door een groot zwijgen. Het zou dus niet de meeste interessante zitting
worden.
In de ochtend werden er vooral voorgelezen uit afgeluisterde
gesprekken uit 2009 en 2010 die mevrouw Basebya had gevoerd met allerlei
verschillende mensen. In die telefoongesprekken werden van allerlei zaken
gezegd over verschillende personen. Doordat niet altijd duidelijk was waar deze
personen voor stonden en er ook niet werd gereageerd bleven een heleboel zaken
in het luchtledige hangen.
Allerlei foute mannen komen voorbij. Deze worden aangehaald
in het gesprek en dan op een zodanige wijze dat de sprekers zeker niet negatief
staan ten opzichte van deze foute mannen. De naam van Leon Mugesera valt,
iemand die berucht is vanwege een speech gehouden in 1992 en op grond daarvan
begin 2012 door Canada uitgeleverd aan Rwanda. Over Jean-Bosco Barayagwiza,
in 2003 veroordeeld tot 35 jaar door het ITCR (International Criminal Tribunal
for Rwanda), wordt gezegd dat deze een slachtoffer is van internationaal
onrecht. Allerlei discutabele zaken worden er gezegd tijdens de gevoerde
gesprekken.
Het meest bijzonder gesprek was in mijn ogen het gesprek met
Agathe
Habyarimana. Agathe is
de vrouw van de president Juvianal Habyarimana. Zij had van Yvonne een (Rwandese)
kaas gekregen en tijdens het telefoongesprek hadden ze het over de geur van de
kaas. De rechter wilde graag opheldering over de betekenis van deze
conversatie. Hij vroeg of de geur hen deed denken aan de streek waar de kaas
vandaan kwam Of dat hen die kaas deed terugdenken aan het GBK-project waar ze
samen aan hadden gewerkt. GBK staat waarschijnlijk voor Gentse Biologische
Kring. Onderdeel van dat project was de verkoop van zuivelproducten. Hij vroeg
door over welke producten daar werden verkocht en of ze wel vaker contact had
met Agathe.
Yvonne Basebya bleef volharden in haar zwijgen. Dit zo
aanhorend is het natuurlijk verwonderlijk dat er zo veel aandacht is voor de
geur van een kaas. Wat heeft dat vandoen met de genocide? Agathe Habyarimana
staat wel bekend als een van kwade genieën achter de genocide. Als je daar
cadeaus aangeeft en telefoongesprekken mee voert, dan sta je natuurlijk niet
aan de goede kant van de lijn. Het geeft wel te denken dat ze daar contact mee
heeft.
De rechter begon ook te vragen over haar bezittingen, met
name over haar huis. Door de verdediging wordt aangevoerd dat men uit is op
haar bezittingen en dat ze daarom wordt beschuldigd. Dat huis bestaat nu niet
meer, het is neergehaald. Waarom had ze haar erfpacht sinds 1988 niet betaald? De
rechter zei dat het huis in 2001 voor 1.500.000 Rwf was verkocht aan ene Jean
Bosco. Hij vroeg of ze wist dat het huis was verkocht? En of dat een redelijke
prijs was voor een huis? Er kwam geen antwoord, en al die vragen zorgden bij
mij voor nog meer verwarring. Wat is het belang van het antwoord op deze
vragen? De verkoopprijs van minder dan € 2.000 lijkt mij aan de lage kant, maar
wat betekent het?
Ook een brief van haar echtgenoot uit 1998 uit het IND
dossier komt ter sprake. Klaarblijkelijk is ze dan in Kenia. Hij schrijft dat
als de RPF er achter komt wie zij is en dat ze in Kenia verblijft dat ze dan
gevaar loopt vanwege haar politieke activiteiten. Dat dan de RPF achter haar
aankomt. Het is wel duidelijk dat ze geen aanhanger is van de huidige president
van Rwanda.
De hele ochtend stelde de rechter allerlei vragen zonder dat
er antwoorden kwamen. Yvonne Basebya bleef onverstoord op haar plaats zitten
met de koptelefoon op haar hoofd. Geen spoortje emotie toonde ze. Geen enkele
reactie kwam er op al die vragen die haar werden gesteld. Wat dat betreft
voldeed ze volkomen aan het stereotype van de Rwandees. Vooral geen emotie
tonen, al is beschuldiging nog zo groot. ‘Pride’ en ‘dignity’ zijn de
sleutelwoorden. Trots en waardigheid.
Toen Yvonne opeens toch een keer een woord zei kwam dat zo
onverwacht dat ik in het geheel niet kon verstaan wat ze zie. De rechter ging
er ook helemaal niet op in. Mogelijk was hij net zo verrast als ik. De enige
keer dat ze een beetje emotie toonde was bij een niesbui van haar advocaat
Victor Koppe. Met een vage glimlach wenste zij hem iets van een gezondheid toe.
Zo rond half een was het tijd voor pauze. Ik was benieuwd
waar de verdachte zich heen zou bewegen. Ze was gearresteerd in juni 2010 en
deze voorlopige hechtenis is na twee jaar in juni 2012 geschorst. Op dit moment
zat ze dus niet in de gevangenis. Ze liep dan ook gewoon naar buiten om zich
bij haar landgenoten te voegen. Net zoals alle anderen zaten ze even later met
zijn zessen aan een tafeltje wat te drinken en eten. Wat wel opviel was dat er
op een gegeven moment een opengeslagen bijbel bij hen op tafel lag.
Na de pauze kregen we eerst een video te zien. We zagen een
zeer langdradige video van een bijeenkomst in een stadion. De video was van
matige kwaliteit en het geluid was bijna niet te horen. Mogelijk zagen we het Amahoro
stadion, maar misschien ook wel een ander. Ik zag reclame voor het Ibis hotel,
dus misschien was het wel in Butare. Het was een partijbijeenkomst van de CDR (Coalition pour la Défense de la République).
De partijkleuren waren rood, geel en zwart. Menig persoon had een petje op met
deze kleuren.
Wij moesten ongeveer 50 minuten kijken naar een bijeenkomst
op zijn Rwandees. Langdradige toespraken, af en toe afgewisseld met een
gezongen lied waarbij ook gedanst werd. De camera zwenkte rond om zijn as, om
zodoende een goed beeld te geven van alle aanwezigen. Vooraan zitten de belangrijke
mannen op hun stoelen en daarom heen zitten en staan de aanwezigen. Applaus. Mannen
met kleine snorretjes en echt afro kapsels. Regelmatig wordt ingezoomd op een ‘big
mama’ die in het publiek zit. Een jongen met een T-shirt waarop staat: ‘Born to
drink’. Een dansende man met een geweer om zijn schouder. Collecteschalen die rondgaan
rond en waar gul geld wordt gegeven. Afgezien van de afro kapsels had het
gewoon een bijeenkomst in 2012 kunnen zijn.
Op het laatst van de video kwam kort een mevrouw in beeld
die ook een toespraak hield. Na afloop van de film zei de rechter dat er mensen
zijn die gezegd hebben dat dat Yvonne Basebya was. Terwijl anderen dat weer
ontkend hadden. De rechter vroeg aan Yvonne of zij het was en hij vroeg ook of
zij op de bijeenkomst aanwezig was. Hij vroeg ook of zij mensen kenden die te
zien waren op de video. Er kwam geen antwoord.
De CDR was een hele foute partij. Dat was de meest
racistische partij die er was. Een heel extremistische Hutu-partij met als
belangrijkste doel om alle Tutsi’s uit te roeien. CDR heeft slechts korte tijd
bestaan, van 1992 tot 1994. Yvonne Basebya wordt er van beschuldigd dat ze lid
zou zijn geweest van deze partij.
In de rest van de zitting ging het over allerlei
bijeenkomsten die er gehouden zouden zijn in het huis van Yvonne. Dat huis
staat in de wijk Gikondo in Kigali. Gedurende de zitting werd duidelijk dat zij
naast Martin Bucyana woonde. Deze Martin Bucyana speelt een sleutelrol in het
geheel. Hij was de leider van de CDR en is vermoord op 22 februari 1994. Deze
datum en op die dag gepleegde moord kwam ook regelmatig terug tijdens dit
proces. Op het terrein van Martin Bucyana bevond zich ook nog een bar die gerund
werd door zijn zoon.
Voorafgaand aan het proces heeft men heel veel getuigen
gehoord met betrekking tot Yvonne Basebya. Hiervan zijn er 72 toegevoegd aan
het dossier. De meeste van deze getuigen zijn gehoord in Rwanda, maar ook veel
daarbuiten, inmiddels wonende in de rest van de wereld. Het dossier bevat dan
ook meer dan 3.000 pagina’s. Het is een dossier van een enorme omvang. In de
theepauze sprak ik even met de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie en
die zij dat er nog veel meer getuigen waren, maar dat er heel veel nog zo
aangedaan zijn door de gebeurtenissen van de genocide, dat ze daarom niet officieel
zijn verhoord.
Over de bijeenkomsten werd door de rechter geciteerd uit de
opgeschreven getuigenissen van de 72 getuigen. Het waren geen coherente
verhalen. De ene getuige zei dat er bijeenkomsten waren bij Yvonne, de andere
zei dat ze bij Martin Bucyana waren en weer een ander dat ze in de bar van de
zoon zouden zijn geweest. De ene zei dat ze vooral binnen plaatsvonden en de
ander zei dat ze in de buitenruimte waren. De ene zei dat het bijeenkomsten
waren van een tiental mensen, een volgende had het erover dat er meer dan
honderd mensen bijeenkwamen.
De ene zei dat er vooral veel vergaderd werd, anderen
beweerde dat er vooral sprake was van zang en dans. Deze laatste bijeenkomsten
werden ‘animations’ genoemd. Dan werd er bijvoorbeeld ‘Nanga abahutu’ (I hate
those Hutu) van Steve Bikindi of 'Tubatsembatsembe' (Exterminate them) gezongen. Dat er mensen rondliepen met knuppels
en machetes. Over het tijdstip was ook geen overeenstemming. Volgens sommige
vooral overdag, anderen zeiden dat het meestal ’s avonds was na werktijd. Weer
anderen zeiden dat de bijeenkomsten in het weekend waren.
De dood van Martin Bucyana was ook een soort markering.
Sommigen beweerden dat de bijeenkomsten vooral plaatsvonden na zijn dood. Gedurende
de dag werd ik wel steeds meer geïntrigeerd door dit feit, ook gevoed doordat
ze in dit proces hiervoor maar liefst drie zittingsdagen hebben uitgetrokken. Ik
begon heel erg benieuwd te worden naar wat er op 22 februari 1994 is gebeurd en
wat voor gevolgen dat heeft gehad.
Door sommigen werd gezegd dat het bijeenkomsten waren van de
CDR. Anderen vonden dat het namens de MRND (Mouvement Démocratique
Révolutionnaire National pour le Developpement) plaatsvond. Deze laatste partij
was de Hutu-partij van president Juvianal Habyarimana, deze was wat minder
extreem dan de CDR. Augustin Basebya, haar man, was lid van het parlement namens de MRND. Maar haar
man schijnt door niemand genoemd te zijn als zijnde een dader in verband met de
genocide, dit in tegenstelling tot Yvonne Basebya.
Zo komt een waslijst aan getuigen voorbij met allerlei
verschillende verklaringen. De getuigen waren vaak buurtgenoten die vertelden
over wat ze zagen en over wat ze gehoord hadden. Het is geen eenduidig geheel,
maar misschien heeft er wel een veelheid aan bijeenkomsten plaatsgevonden,
waarvan de ene gezien is door de ene persoon en de ander door de andere
persoon. Rwanda is echter ook wel een maatschappij van het gesproken woord,
waarin veel over elkaar gezegd wordt. Men houdt van een goed verhaal. Het zijn
bovendien gebeurtenissen van jaren geleden en om dan alles nog zo goed op een
rijtje te hebben. De verhalen suggereren in ieder geval dat er ieder geval in
de maanden voorafgaand aan de genocide wel wat aan de hand was ten huize van
Yvonne Basebya.
Tegen vijven werd de rechter een beetje moe van het voorlezen.
Ik vond het ook een vermoeiende dag, blij dat het ten einde was. Maar ondanks
haar saaiheid, was het toch een boeiende dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten