maandag 5 november 2012

De zaak tegen Yvonne Basebya

Ik lees op dinsdag 23 oktober een krantje en zie daar opeens een bericht over een Rwandese mevrouw met de Nederlandse nationaliteit die in Nederland wordt berecht over zaken die ze gedaan zou hebben voor en tijdens de genocide in Rwanda. Het was compleet onbekend voor mij dat er zo’n zaak in Nederland in behandeling was. Het leek mij wel zeer interessant om hier eens een zitting van te gaan bijwonen.

Yvonne Basebya is geboren als Yvonne Ntacyobatabara. Zij is 65 jaar oud, woont sinds 1998 in Nederland en heeft sinds 2004 de Nederlandse nationaliteit. Op 21 juni 2010 is ze aangehouden en wordt ze beschuldigd van het feit dat ze voor april 1994 de Hutu’s opruide om Tutsi’s te vermoorden, dat ze lid was van de extremistische partij CDR, die een plan had om Tutsi’s uit te moorden en dat ze vanaf april 1994 betrokken is geweest bij het doden van Tutsi’s. Dit speelde zich voornamelijk af in de wijk Gikondo in Kigali. Ik weet wel waar deze wijk is, maar ik ben er niet zo bekend.

Op maandag 29 oktober ben ik naar de rechtbank in Den Haag gegaan, Prins Clauslaan 60. Een enorm gebouw met heel veel rechtszalen en het was dus een beetje zoeken om bij de juiste terecht te komen. Bij binnenkomst van het gebouw was er natuurlijk een veiligheidscontrole om te kijken of er geen wapens of ander gekkigheid binnen zou komen, maar de aangekondigde controle op identiteitsbewijzen werd achterwege gelaten.

In zaal F2 van het complex was het proces tegen Yvonne Basebya. Op een verhoging in de zaal zaten achter een soort halve maan in totaal zeven mensen. In het midden de drie rechters, aan de rechterkant twee griffiers en aan de linkerkant twee namens het Openbaar Ministerie, verantwoordelijk voor de aanklacht. Tussen de aanklagers en de rechters was subtiel een kleine opening in de halve maan gelaten, om aan te tonen dat er toch wel degelijk een daadwerkelijke scheiding is tussen deze twee.

Rechts voor de rechter zat een klein gedrongen vrouwtje met op haar hoofd een koptelefoon. Daar iets achter zat haar advocaat. Aan de linkerkant was een hermetisch afgesloten cabine waarin twee vrouwen zaten. Dat waren de vertaalsters. Voor mevrouw Basebya vertaalden zij waarschijnlijk alle teksten in het Frans.

In de zaal zaten vijf Rwandezen. Een oudere heer, waarschijnlijk haar man, twee oudere dames, een wat jongere dame, mogelijk haar dochter en een jonge knul. Daarnaast nog twee vertegenwoordigers die overduidelijk bij de verdediging hoorden. Tenslotte nog twee heren, waarvan later bleek dat de ene ook werkzaam was voor het Openbaar Ministerie en dat de tweede er zat namens het NIOD.

Om tien uur is de aanvangstijd van het proces geweest, ik was een kwartiertje later, dus ze waren al aan de gang. De middelste rechter was aan het woord. Hij had een hele woordenstroom en ik had moeite om te duiden waar hij nu mee bezig was. Maar gaandeweg werd het mij wel duidelijker. Hij was bezig om stukken voor te lezen uit het dossier om vervolgens aan de verdachte om uitleg te vragen omtrent de inhoud van wat hij zojuist had voorgelezen.

Mevrouw Yvonne Basebya maakt echter gebruik van haar zwijgrecht en zij weerhield zich dus van enig commentaar op hetgeen haar werd voorgelegd. Dat maakte het wel een beetje saai. De rechter las voor uit het dossier, met aan het eind een obligate vraag aan de verdachte voor commentaar, gevolgd door een groot zwijgen. Het zou dus niet de meeste interessante zitting worden.

In de ochtend werden er vooral voorgelezen uit afgeluisterde gesprekken uit 2009 en 2010 die mevrouw Basebya had gevoerd met allerlei verschillende mensen. In die telefoongesprekken werden van allerlei zaken gezegd over verschillende personen. Doordat niet altijd duidelijk was waar deze personen voor stonden en er ook niet werd gereageerd bleven een heleboel zaken in het luchtledige hangen.

Allerlei foute mannen komen voorbij. Deze worden aangehaald in het gesprek en dan op een zodanige wijze dat de sprekers zeker niet negatief staan ten opzichte van deze foute mannen. De naam van Leon Mugesera valt, iemand die berucht is vanwege een speech gehouden in 1992 en op grond daarvan begin 2012 door Canada uitgeleverd aan Rwanda. Over Jean-Bosco Barayagwiza, in 2003 veroordeeld tot 35 jaar door het ITCR (International Criminal Tribunal for Rwanda), wordt gezegd dat deze een slachtoffer is van internationaal onrecht. Allerlei discutabele zaken worden er gezegd tijdens de gevoerde gesprekken.

Het meest bijzonder gesprek was in mijn ogen het gesprek met Agathe Habyarimana. Agathe is de vrouw van de president Juvianal Habyarimana. Zij had van Yvonne een (Rwandese) kaas gekregen en tijdens het telefoongesprek hadden ze het over de geur van de kaas. De rechter wilde graag opheldering over de betekenis van deze conversatie. Hij vroeg of de geur hen deed denken aan de streek waar de kaas vandaan kwam Of dat hen die kaas deed terugdenken aan het GBK-project waar ze samen aan hadden gewerkt. GBK staat waarschijnlijk voor Gentse Biologische Kring. Onderdeel van dat project was de verkoop van zuivelproducten. Hij vroeg door over welke producten daar werden verkocht en of ze wel vaker contact had met Agathe.

Yvonne Basebya bleef volharden in haar zwijgen. Dit zo aanhorend is het natuurlijk verwonderlijk dat er zo veel aandacht is voor de geur van een kaas. Wat heeft dat vandoen met de genocide? Agathe Habyarimana staat wel bekend als een van kwade genieën achter de genocide. Als je daar cadeaus aangeeft en telefoongesprekken mee voert, dan sta je natuurlijk niet aan de goede kant van de lijn. Het geeft wel te denken dat ze daar contact mee heeft.

De rechter begon ook te vragen over haar bezittingen, met name over haar huis. Door de verdediging wordt aangevoerd dat men uit is op haar bezittingen en dat ze daarom wordt beschuldigd. Dat huis bestaat nu niet meer, het is neergehaald. Waarom had ze haar erfpacht sinds 1988 niet betaald? De rechter zei dat het huis in 2001 voor 1.500.000 Rwf was verkocht aan ene Jean Bosco. Hij vroeg of ze wist dat het huis was verkocht? En of dat een redelijke prijs was voor een huis? Er kwam geen antwoord, en al die vragen zorgden bij mij voor nog meer verwarring. Wat is het belang van het antwoord op deze vragen? De verkoopprijs van minder dan € 2.000 lijkt mij aan de lage kant, maar wat betekent het?

Ook een brief van haar echtgenoot uit 1998 uit het IND dossier komt ter sprake. Klaarblijkelijk is ze dan in Kenia. Hij schrijft dat als de RPF er achter komt wie zij is en dat ze in Kenia verblijft dat ze dan gevaar loopt vanwege haar politieke activiteiten. Dat dan de RPF achter haar aankomt. Het is wel duidelijk dat ze geen aanhanger is van de huidige president van Rwanda.

De hele ochtend stelde de rechter allerlei vragen zonder dat er antwoorden kwamen. Yvonne Basebya bleef onverstoord op haar plaats zitten met de koptelefoon op haar hoofd. Geen spoortje emotie toonde ze. Geen enkele reactie kwam er op al die vragen die haar werden gesteld. Wat dat betreft voldeed ze volkomen aan het stereotype van de Rwandees. Vooral geen emotie tonen, al is beschuldiging nog zo groot. ‘Pride’ en ‘dignity’ zijn de sleutelwoorden. Trots en waardigheid.

Toen Yvonne opeens toch een keer een woord zei kwam dat zo onverwacht dat ik in het geheel niet kon verstaan wat ze zie. De rechter ging er ook helemaal niet op in. Mogelijk was hij net zo verrast als ik. De enige keer dat ze een beetje emotie toonde was bij een niesbui van haar advocaat Victor Koppe. Met een vage glimlach wenste zij hem iets van een gezondheid toe.

Zo rond half een was het tijd voor pauze. Ik was benieuwd waar de verdachte zich heen zou bewegen. Ze was gearresteerd in juni 2010 en deze voorlopige hechtenis is na twee jaar in juni 2012 geschorst. Op dit moment zat ze dus niet in de gevangenis. Ze liep dan ook gewoon naar buiten om zich bij haar landgenoten te voegen. Net zoals alle anderen zaten ze even later met zijn zessen aan een tafeltje wat te drinken en eten. Wat wel opviel was dat er op een gegeven moment een opengeslagen bijbel bij hen op tafel lag.

Na de pauze kregen we eerst een video te zien. We zagen een zeer langdradige video van een bijeenkomst in een stadion. De video was van matige kwaliteit en het geluid was bijna niet te horen. Mogelijk zagen we het Amahoro stadion, maar misschien ook wel een ander. Ik zag reclame voor het Ibis hotel, dus misschien was het wel in Butare. Het was een partijbijeenkomst van de CDR (Coalition pour la Défense de la République). De partijkleuren waren rood, geel en zwart. Menig persoon had een petje op met deze kleuren.

Wij moesten ongeveer 50 minuten kijken naar een bijeenkomst op zijn Rwandees. Langdradige toespraken, af en toe afgewisseld met een gezongen lied waarbij ook gedanst werd. De camera zwenkte rond om zijn as, om zodoende een goed beeld te geven van alle aanwezigen. Vooraan zitten de belangrijke mannen op hun stoelen en daarom heen zitten en staan de aanwezigen. Applaus. Mannen met kleine snorretjes en echt afro kapsels. Regelmatig wordt ingezoomd op een ‘big mama’ die in het publiek zit. Een jongen met een T-shirt waarop staat: ‘Born to drink’. Een dansende man met een geweer om zijn schouder. Collecteschalen die rondgaan rond en waar gul geld wordt gegeven. Afgezien van de afro kapsels had het gewoon een bijeenkomst in 2012 kunnen zijn.

Op het laatst van de video kwam kort een mevrouw in beeld die ook een toespraak hield. Na afloop van de film zei de rechter dat er mensen zijn die gezegd hebben dat dat Yvonne Basebya was. Terwijl anderen dat weer ontkend hadden. De rechter vroeg aan Yvonne of zij het was en hij vroeg ook of zij op de bijeenkomst aanwezig was. Hij vroeg ook of zij mensen kenden die te zien waren op de video. Er kwam geen antwoord.

De CDR was een hele foute partij. Dat was de meest racistische partij die er was. Een heel extremistische Hutu-partij met als belangrijkste doel om alle Tutsi’s uit te roeien. CDR heeft slechts korte tijd bestaan, van 1992 tot 1994. Yvonne Basebya wordt er van beschuldigd dat ze lid zou zijn geweest van deze partij.

In de rest van de zitting ging het over allerlei bijeenkomsten die er gehouden zouden zijn in het huis van Yvonne. Dat huis staat in de wijk Gikondo in Kigali. Gedurende de zitting werd duidelijk dat zij naast Martin Bucyana woonde. Deze Martin Bucyana speelt een sleutelrol in het geheel. Hij was de leider van de CDR en is vermoord op 22 februari 1994. Deze datum en op die dag gepleegde moord kwam ook regelmatig terug tijdens dit proces. Op het terrein van Martin Bucyana bevond zich ook nog een bar die gerund werd door zijn zoon.

Voorafgaand aan het proces heeft men heel veel getuigen gehoord met betrekking tot Yvonne Basebya. Hiervan zijn er 72 toegevoegd aan het dossier. De meeste van deze getuigen zijn gehoord in Rwanda, maar ook veel daarbuiten, inmiddels wonende in de rest van de wereld. Het dossier bevat dan ook meer dan 3.000 pagina’s. Het is een dossier van een enorme omvang. In de theepauze sprak ik even met de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie en die zij dat er nog veel meer getuigen waren, maar dat er heel veel nog zo aangedaan zijn door de gebeurtenissen van de genocide, dat ze daarom niet officieel zijn verhoord.

Over de bijeenkomsten werd door de rechter geciteerd uit de opgeschreven getuigenissen van de 72 getuigen. Het waren geen coherente verhalen. De ene getuige zei dat er bijeenkomsten waren bij Yvonne, de andere zei dat ze bij Martin Bucyana waren en weer een ander dat ze in de bar van de zoon zouden zijn geweest. De ene zei dat ze vooral binnen plaatsvonden en de ander zei dat ze in de buitenruimte waren. De ene zei dat het bijeenkomsten waren van een tiental mensen, een volgende had het erover dat er meer dan honderd mensen bijeenkwamen.

De ene zei dat er vooral veel vergaderd werd, anderen beweerde dat er vooral sprake was van zang en dans. Deze laatste bijeenkomsten werden ‘animations’ genoemd. Dan werd er bijvoorbeeld ‘Nanga abahutu’ (I hate those Hutu) van Steve Bikindi of  'Tubatsembatsembe' (Exterminate them) gezongen. Dat er mensen rondliepen met knuppels en machetes. Over het tijdstip was ook geen overeenstemming. Volgens sommige vooral overdag, anderen zeiden dat het meestal ’s avonds was na werktijd. Weer anderen zeiden dat de bijeenkomsten in het weekend waren.

De dood van Martin Bucyana was ook een soort markering. Sommigen beweerden dat de bijeenkomsten vooral plaatsvonden na zijn dood. Gedurende de dag werd ik wel steeds meer geïntrigeerd door dit feit, ook gevoed doordat ze in dit proces hiervoor maar liefst drie zittingsdagen hebben uitgetrokken. Ik begon heel erg benieuwd te worden naar wat er op 22 februari 1994 is gebeurd en wat voor gevolgen dat heeft gehad.

Door sommigen werd gezegd dat het bijeenkomsten waren van de CDR. Anderen vonden dat het namens de MRND (Mouvement Démocratique Révolutionnaire National pour le Developpement) plaatsvond. Deze laatste partij was de Hutu-partij van president Juvianal Habyarimana, deze was wat minder extreem dan de CDR. Augustin Basebya, haar man, was lid van het parlement namens de MRND. Maar haar man schijnt door niemand genoemd te zijn als zijnde een dader in verband met de genocide, dit in tegenstelling tot Yvonne Basebya.

Zo komt een waslijst aan getuigen voorbij met allerlei verschillende verklaringen. De getuigen waren vaak buurtgenoten die vertelden over wat ze zagen en over wat ze gehoord hadden. Het is geen eenduidig geheel, maar misschien heeft er wel een veelheid aan bijeenkomsten plaatsgevonden, waarvan de ene gezien is door de ene persoon en de ander door de andere persoon. Rwanda is echter ook wel een maatschappij van het gesproken woord, waarin veel over elkaar gezegd wordt. Men houdt van een goed verhaal. Het zijn bovendien gebeurtenissen van jaren geleden en om dan alles nog zo goed op een rijtje te hebben. De verhalen suggereren in ieder geval dat er ieder geval in de maanden voorafgaand aan de genocide wel wat aan de hand was ten huize van Yvonne Basebya.

Tegen vijven werd de rechter een beetje moe van het voorlezen. Ik vond het ook een vermoeiende dag, blij dat het ten einde was. Maar ondanks haar saaiheid, was het toch een boeiende dag.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten