Af en toe moet je eens even weg uit Kigali, weg uit de hoofdstad met al zijn drukte, een frisse neus halen in de provincie. Vandaar dat ik afgelopen weekend op bezoek geweest ben bij Denis en Stella. Zij komen uit Cairns, Australië en werken namens VSO in het onderwijs. Zij wonen in Kibungo, in het zuidoosten van het land, met de bus is het zo’n twee uur rijden.
Afgelopen zaterdag was het ook weer de laatste zaterdag in de maand, dus was het umuganda. Een goede gelegenheid om eens umuganda in de provincie mee te maken. Denis had de vorige dag geïnformeerd waar het plaats zou vinden en had begrepen dat er bomen geplant gingen worden, maar de locatie was hem niet duidelijk geworden. Dat is het voordeel van umuganda in Kigali. Geografisch gezien vindt het plaats binnen zo’n klein gebied dat de plaats van handeling altijd binnen een paar minuten te vinden is. Hier in de provincie is dat anders. We kregen gezelschap van Theo, de leraar Kinyarwanda van Denis en Stella, en gingen om iets voor achten goedgemutst op weg, eigenlijk niet goed wetend waar naartoe.
Zodoende liepen we langs het hoofdkantoor van het district Ngoma. Daar stonden een aantal bekenden van Denis en al gauw werd duidelijk dat er een busje aan zou komen dat ons naar de plek van bestemming zou brengen. We hadden het niet beter kunnen timen, want binnen de kortste keren was het busje er en ook precies genoeg mensen voor in het busje. Dat is nu typisch Rwanda: niets gepland, en het komt meestal toch weer goed.
Ons ritje duurde ongeveer een half uur en ging al snel van de verharde weg af, over onverharde wegen tussen de velden met bananenbomen. Opeens stopte het busje en moesten we uitstappen. Een paar kinderen, gekleed in lompen, keek ons verbaasd aan. Achterin het busje lagen pikhouwelen en elke passagier kreeg er één in handen. Zo’n instrument had ik hier nog niet eerder in handen gehad.
Even verderop kwamen we op een lichtglooiend terrein met een prachtig uitzicht op de omliggende heuvels en valleien. Het was een onontgonnen gebied met veel laag stuikgewas, op dit moment totaal niet geschikt voor cultivatie. Een heleboel mensen waren er al hard aan het werk. Sommigen waren de struiken aan het weghakken. De meesten waren echter bezig om gaten in de grond te maken. Dat zou ook onze taak worden. De gaten moesten ongeveer op twee meter afstand van elkaar gemaakt worden en zo’n 40 centimeter diep worden. Het is wel een machtig gevoel om met een pikhouweel een lekker stuk staan weg te hakken in de grond. Er zaten wel rosten en keien in de grond, maar nooit zo groot dat we ze niet aankonden.
De al aanwezige mensen hadden duidelijk een andere achtergrond dan de bezoekers
afkomstig uit het busje. Het waren eenvoudige boerenmensen vanuit het omliggende umudugudu’s. De kleding was meestal nogal armoedig, maar soms wel kleurrijk, vooral de vrouwen. Veel vrouwen hadden een baby op de rug. Dat belette hen niet om flink aan de slag te gaan. Vergelijkend met Kigali waren er hier relatief meer vrouwen en werd er ook veel harder gewerkt. Hier werd tenminste echt gewerkt!
Als drie mzungo’s tussen de plattelandsbevolking hadden we extra veel bekijks. Denis kan inmiddels redelijk Kinyarwanda en had met een paar van zijn opmerkingen al snel de lachers op de hand. Theo zorgde verder voor de benodigde vertalingen. Het was best een vrolijke boel en we kregen de indruk dat ze het wel leuk vonden dat die drie gekke mzungo’s in de grond stonden te hakken. Misschien was het wel het opwindendste wat er deze maand te beleven is geweest in hun umudugudu.
Van een deelnemer begreep ik dat er volgende week een extra umuganda zou zijn om de bomen te planten. Het zou gaan om de Australische zilvereik (grevillea robusta). Over vijftien jaar zouden de bomen volgroeid zijn, dus we moeten nog even geduld hebben voor we het resultaat kunnen aanschouwen. Niet alle gaten leken me 40 centimeter diep te zijn, dus misschien moet er dan ook wat extra worden gegraven.
Ik kwam in gesprek met Amedeé, één van de weinige aanwezigen die Engels kon spreken. Hij was 24 jaar oud en geboren in Congo, in 1995 was hij teruggekeerd naar Rwanda. Hoewel oorspronkelijk afkomstig uit het westen van Rwanda, werd zijn familie gedwongen om zich te vestigen in het nog relatief lege oosten. Vandaar dat hij hier terechtgekomen was. Hij was nu nog aan het studeren in Butare, maar voor een stage was hij op dit moment werkzaam in de buurt van waar hij was geboren. Amedeé vertelde ook nog dat de overheid alle mensen die in de vallei woonden verplicht had om hoger op te gaan wonen in het dorp. Vandaar dat in het dorp alle huizen zo netjes op een rij staan met hun golfplaten dak.
Op een gegeven moment leek het werk ook een beetje ten einde. Meer mensen gingen even langer rusten of wat kletsen met een buurman of buurvrouw. Al het land dat vrijgemaakt was van het stuikgewas was voorzien van een flink aantal kloeke gaten. Het werd tijd om ons op te maken voor de toespraken na afloop van de werkzaamheden.
Wij verzamelden ons bovenop de heuvel en zaten met z’n allen op de grond. De eerste hoogwaardigheidsbekleder nam het woord en bedankt iedereen die aanwezig waren. Wij, als vertegenwoordigers van het district Ngoma, werden speciaal bedankt. Eén voor één moesten we naar voren komen en uitleggen wie wij waren, waaronder dus ondergetekende. Hier in Rwanda weten ze belangrijke mensen nog op hun waarde te schatten! Een autoriteit is nog gewoon een autoriteit.
Daarna namen nog een paar mensen van het district of de sector het woord met de gebruikelijke lijst van waarschuwingen. Als je ‘fertilizer’ had gekregen van de overheid dan moest je wel zelf gebruiken en niet verkopen om het bijvoorbeeld uit te geven aan drank of iets dergelijks, op straffe van een bezoekje aan de cel. Ook voor de nog aan te planten bomen was er al een potentiële vermaning. Een ieder werd verzocht om ervoor te zorgen dat de koeien de verse plantjes niet gingen opeten.
Het busje ging weer vertrekken en wij lieten de plaatselijke bevolking achter in hun umudugudu met de naam Munini. Onder leiding van hun eigen chief zouden ze waarschijnlijk nog wel een poosje doorgaan. Bij het busje aangekomen was de kinderschare meer dan verdubbeld. De pikhouwelen gingen weer achterin de auto. Gedurende de gehele terugreis werden wij op de onverharde wegen uitgewuifd door alle kinderen die zich verzameld hadden langs de kant van de weg.
Dit was een uitstekende umudugudu, want je had de indruk dat je echt wel wat had gedaan. Maar er blijven ook vragen. Wie is er eigenaar van de te planten bomen, en wie gaat profiteren van de opbrengst? Is de grond wel genoeg voorbereid voor deze bomen? Zouden de stuiken niet eerst met wortel en al moeten worden verwijderd? Gaan de struiken de bomen niet overwoekeren? Hoe hou je de koeien weg van de bomen, wie gaat daarvoor zorgen? Maar misschien is hier allang over nagedacht en het is het voor iedereen duidelijk, en heeft men het alleen even vergeten om het aan mij te vertellen. In ieder geval hebben wij als mzungo’s de plaatselijke plattelandsbevolking een onvergetelijke ochtend bezorgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten