maandag 25 april 2011

Paas Tennistoernooi

Het afgelopen weekend was er een met een sportief tintje. Op zaterdag een flinke wandeling en op zondag een tennistoernooi.

Met mijn nieuwe huisgenoten Lynne en Daryll en met een andere nieuweling Ken hebben we besloten om de wandeling naar Mount Kigali te gaan maken. Eerst met het busje naar het eindpunt in Nyamirambo en volgens de Bradt gids moet je hier de weg gewoon vervolgen, en dan wordt het eerst een ‘cobbled road’ en dan een ‘dirt road’ en dan maar gewoon doorlopen, dan kom je vanzelf bij Mount Kigali. Met zijn 1.850 meter is het de hoogste berg in de buurt van Kigali.


De aanwijzingen kloppen wonderwel, eerst lopen we nog tussen de huizen maar al gauw zijn deze verdwenen, en dan lopen we door een bos. Na een dik uur bereiken wij het eindpunt: een militaire basis. Een goede reden om rechtsomkeert te maken. Onderweg hebben we gezelschap gekregen van vier jonge mannen van zo rond de twintig jaar. Twee kunnen goed Engels en zijn dus goed spraakzaam. De andere twee lopen alleen maar mee en zeggen bijna niets. De mannen lopen eerst het hele stuk mee naar boven en daarna ook weer het hele stuk naar beneden. Ze waren eigenlijk best wel prettig gezelschap, zo op papier klinkt het best opdringerig, maar dat was het absoluut niet.


Halverwege de wandeling kregen we ook gezelschap van vijf kinderen, die hout aan het sprokkelen waren. Op een gegeven moment legden ze het gesprokkelde hout, nodig voor het vuur om te koken, aan de kant en liepen vervolgens ook met ons mee tot het eindpunt. En weer terug. Al met al liep er best wel een groot gezelschap op Mount Kigali.



Op de terugweg liepen we langs een andere weg naar beneden, en kwamen zo ook door een ander gedeelte van de stad. Stuk voor stuk armoedige huizen en zeker niet het beste gedeelte van de stad. Veel mensen op straat, en ze laten niet veel emotie zien. In een ander land zou je zo’n situatie wel als bedreigend kunnen ervaren, ernstig kijkende, donkere mensen in een achterbuurt. Maar je weet, dit is Rwanda, dus het is veilig. Ik groet zo veel mogelijk mensen met een standaardgroet als “Mwiriwe” (goedemiddag) of “Amakuru?” (hoe gaat het?) dan fleuren de gezichten op en met een glimlach wordt mijn groet beantwoord.


Op zondag heb ik meegedaan aan het traditionele Paas Tennistoernooi met aansluitende barbecue, dat georganiseerd is door de Nederlandse ambassade. Het is wel eens leuk om weer eens een hele dag Nederlands te praten. Mensen van verschillend pluimage zijn er, natuurlijk een aantal van de ambassade, redelijk wat van de Banque Populaire (Rabobank dus) en verder wat eenlingen werkzaam voor verschillende NGO’s of andere instellingen. Ook nog lekker getennist met twee nederlagen en een overwinning. Een plaats in de finale zat er dus helaas niet in. Maar dit is wel de eerste keer dat ik een wedstrijd heb gespeeld met echte ballenjongens. In het begin heb je nog de neiging om de ballen zelf nog te gaan oprapen, maar na verloop van tijd laat je ook de ballen vlakbij gewoon liggen, en je richt je met een knikje naar de ballenjongen dat je bereid bent om de ballen in ontvangst te nemen voor de volgende opslag. Best wel een lekker gevoel. En er was ook een echte scheidsrechter, die de stand bijhield. Dan hoorde je de magische woorden: “Trente quinze”. Op een gegeven moment was er een gaatje in de planning en toen hebben met vier man besloten om tussendoor nog even een informeel potje te spelen. Zodoende heb ik samen met de Nederlandse ambassadeur, Frans Makken, een dubbel gespeeld tegen twee andere heren.



’s Avonds was er een barbecue in het huis van de secretaresse van de ambassadeur. Zij woont in een kast van een huis met een prachtige tuin en ook een zwembad. Zij woont daar zeker niet slecht. Er was voldoende bier en wijn, er waren salades in overvloed en de barbecue werd uitstekend bediend door de twee stagiaires bij de ambassade. Er zijn zo’n zestig mensen aanwezig. Met verschillende mensen een praatje gemaakt, ook met de ambassadeur. In eerste instantie lijkt hij helemaal niet zo’n typische ambassadeur, en dat waardeer ik juist positief. Je kunt gemakkelijk een praatje met hem maken, hij komt heel toegankelijk over en is zeer vriendelijk in de omgang.

Tijdens het tennistoernooi had ik al kennis gemaakt met Jan, hij is nog niet zo lang in Rwanda, en het is zijn bedoeling om in het zuidoosten van het land een boerderij op te zetten voor de productie van maïs, dat dan weer als grondstof gaat dienen voor de productie van bier door Brarilwa (Heineken dus). Hij wist niet waar de barbecue was, toen zei ik dat het wel wist, maar dat ik geen auto had en dus graag wilde meerijden. Zo geschiedde en toen bleek dat hij nog geen hotel had in de stad was de volgende deal ook al snel gemaakt. In ons huis is nog een kamer vrij, en ik heb Jan uitgenodigd om daar te slapen en zo heeft hij ons gezamenlijk van de barbecue naar huis gereden.


1 opmerking:

  1. Hé hé hé, jij wordt in onze afwezigheid toch niet een heuse expat??? Ballenjongens??? Bbq met bier en wijn in kast van huis in Kiyovu???? Niet doen hoor, anders komen we niet meer terug naar ons eenvoudige stulpje in Kimironko, waah!!

    BeantwoordenVerwijderen