woensdag 21 september 2011

Hoe zit je achterop een motor?

In Kigali verplaats ik mij regelmatig met de moto-taxi. Dat is een taxi in de vorm van een motor met chauffeur en één passagier. Als de bus ergens niet in de buurt komt, of het is later dan negen uur ’s avonds dan is er bijna geen andere mogelijkheid. Maar hoe hoor je erop te zitten? Ik zie een groot verschil tussen Rwandezen en mzungu’s.


Het begint al met het opstappen. Rwandezen zie ik maar zelden onderhandelen met hun chauffeur. Waarschijnlijk geeft de passagier de bestemming aan en dan is het voor beiden duidelijk welke prijs daarbij hoort. Vervolgens stapt de passagier achter op de motor. De chauffeur vertrekt en geeft ondertussen de helm aan de passagier, die het al rijdend op zijn of haar hoofd zet.

Bij mzungu’s is er eerst een onderhandeling over de prijs horende bij de bestemming. Meestal wordt er wat hoger ingezet door de chauffeur, dan zet ik iets lager in dan mijn beoogde prijs en komen we meestal wel hierop uit. Na een aantal maanden heb wel een beetje in mijn hoofd welke prijs ongeveer bij welke bestemming hoort. Al betaal ik waarschijnlijk toch iets meer dan gemiddelde Rwandees. Van mijn huis naar het centrum komt ongeveer neer op 1.000 Frw. Is de afstand wat korter, dan is de prijs natuurlijk minder. ’s Avonds laat worden de prijzen ook wat hoger, enerzijds omdat de spoeling van moto-taxi’s wat dunner wordt, anderzijds omdat je dan echt wel naar huis wilt.

Dan komt het opstappen. Eerst wordt de helm overhandigd, die al staande bij de motor wordt opgedaan. Daarna wordt rustig opgestapt, altijd beginnend aan de linkerkant, zodat het rechterbeen over het passagiersgedeelte van de motor heen wordt bewogen. Op deze wijze is er minder kans dat je bezeert aan de uitlaatpijp. En dan kan er worden vertrokken.


Maar hoe gaat het tijdens de rit? Een Rwandees zit heel losjes achterop de motor. De handen meestal op de knieën. Soms worden er andere dingen gedaan, bijvoorbeeld bellen met de mobiele telefoon. Onder geen beding houdt men zich op één of andere manier vast aan de chauffeur. Het ziet er meestal heel ontspannen uit.


En de mzungu? De mzungu houdt zich meestal met twee handen krampachtig vast aan de stang die zich achterop de motor bevindt. Ik heb met mijn rechterhand altijd de stang achter mij vast en met de linkerhand klem ik om de zitting van de brommer net voor mij. Een mzungu op de motor ziet er altijs iets minder natuurlijk uit dan een Rwandees.

De meeste moto-taxi’s zijn motors, maar soms zijn het brommers. Daar moet je wel mee oppassen, want als je heuvel op wilt, dan hebben ze soms niet genoeg kracht om dat met mijn gewicht voor elkaar te krijgen. Dat is geen fraai gezicht, en niet leuk voor chauffeur en passagier. De chauffeurs zijn zonder uitzondering allemaal jonge jongens of mannen. Tot nu toe heb ik nog maar één keer een chauffeuse gezien.

Wat wel heel goed is aan dit land is dat alle moto-taxi’s een tweede helm bij zich hebben voor de passagier. Dat schijnt in omliggende landen lang niet altijd het geval te zijn. Er zal vast een enorme boete op staan, of anderzijds een schorsing van het collectief. De helm is soms wel eens een beetje te groot, kwade tongen beweren dat het eigenlijk gevaarlijker is om een te grote helm op te hebben dan om er geen op te hebben.

Sinds 1 september 2011 is er een wet van kracht geworden dat alle moto-taxi’s een haarnetje moeten verzorgen aan de passagier. Dit om te voorkomen dat allerlei ongedierte van de ene haardos naar de andere gaat overspringen. Sommigen zeggen dat dit een goede zaak is, anderen zijn niet zo blij omdat het gaat zorgen voor hogere kosten. In ieder geval is er nog werk aan de winkel voor het afdwingen van deze wet, want tot nu toe heb ik nog maar één keer het genoegen mogen hebben om te rijden met zo’n mooi haarnetje, nieuw uit de verpakking. Na afloop moest ik het wel weer inleveren bij mijn chauffeur. Wat zou hij daar nu verder mee gaan doen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten