De wedstrijd zou pas om negen uur ’s avonds beginnen. Ik had
dus nog een hele dag de tijd om iets anders te doen. Voor het eerst had ik geen
afspraken met iemand. Een mooie dag om eindelijk eens de toerist uit te gaan
hangen in Londen.
Nicole werkt in het centrum van Londen, in het gebouw van de
Houses of Parliament. Het was een gewone maandag en voor haar was het een
gewone werkdag. s’ Ochtends ben ik gelijk met haar naar station Strawberry Hill
te gaan om gezamenlijk via trein en metro, na een rit van ongeveer een uur, in
het metrostation Westminister uit te stappen. Dit ritje moet zij dus elke dag
maken om op haar werk te komen. Dan woon je wel in Londen, maar toch duurt het
nog een uur om aan te komen bij je werk.
Buiten bij het station van Westminister hebben we afscheid
genomen. Zij ging naar haar werk en ik heb eerst maar even een koffie gedronken
in een hippe koffietent. Het was een prachtige dag en dat leek mij dus een
goede gelegenheid om voor een bedrag van £ 8 een boottochtje over de Thames te
maken. Samen met een heleboel andere toeristen vertrokken we bij Westminister.
Het zonnetje scheen en het was heerlijk aangenaam op het dek. Wij
voeren langzaam voorbij aan de verschillende toeristische attracties, intussen
vermaakte de kapitein van het schip met allerlei wetenswaardigheden, opgeleukt
met soms aardige, soms wat flauwe grappen. De grap over Prince Charles
onthouden. Deze had de Tate Modern benoemd als lelijkste gebouw van Engeland.
Daarbij had de kapitein toegevoegd, dat dit dan ook wel zou kloppen, omdat de
prins een expert is op het gebied van ‘ugly looking things’.
Gedurende de reis van een uur gingen we voorbij aan allerlei
gebouwen, zoals de London Eye, Somerset
House, St. Paul’s (in de verte), Tate Modern, Custom House, de Tower of
London of anderen zonder naam of toenaam.
Tevens gingen we onder diverse bruggen door. Te beginnen met
Hungerford Bridge, achtereenvolgens Waterloo
Bridge, Blackfriars Bridge, Sourthwark Bridge, London Bridge en tenslotte
natuurlijk de befaamde Tower Bridge, voor de gelegenheid gedecoreerd met de
symbolen van de Parlympics.
Na een uur kwamen we aan bij het eindpunt Greenwich. De boot
bleek echter nog verder te gaan. Deze ging nog door tot de Thames Barrier om
daar weer om te keren en zodoende wederom na een uur aan te leggen bij wederom
Greenwich. Het weer was prachtig, ik had geen grootse plannen, dus heb ik dit
extraatje voor £ 2 er bij genomen.
Onderweg was er niet zo heel veel te zien, de tocht bleef
echter zeer aangenaam. De Thames Barrier is een enorme constructie om een
overstroming te voorkomen bij stormvloed of hoogtij. Hij deed me denken aan de
balgstuw van Ramspol, in de buurt van Kampen.
In Greenwich was ik nog nooit geweest. Een mooie reden om het
geografische centrum van de wereld eens te gaan bezoeken, namelijk de
nulmeridiaan van Greenwich in de Royal Observatory. Je kunt dan met je ene voet
op coördinaten met een oosterbreedte bevinden en met je andere op die met een
westerbreedte. Dat doet dan ook iedereen.
Ik was ruim op tijd voor het zitvolleybal van Rwanda. Als
voorgerecht had ik nog wat tafeltennis op het menu staan, maar om negen uur was
dan daadwerkelijk het hoofdgerecht: de laatste wedstrijd van Rwanda in de
voorronde. De zaal was nog niet voor de helft gevuld, daardoor kreeg ik wederom
vraagtekens omtrent het feit dat het zo moeilijk was om een kaartje voor de
diverse wedstrijden te kopen.
De Nederlandse coach Pieter Karreman en een speler waren er
niet bij. Ik begon te denken aan allerlei doemscenario’s. Waren de eerste
koppen gerold na drie nederlagen? Gelukkig bleek het mee te vallen. De coach
was wegens familieomstandigheden naar Nederland vertrokken en de betrokken speler
was ziek.
Bosnië was een hele sterke tegenstander en dat bleek al
gelijk in de eerste set. Dat team was duidelijk beter dan Rwanda. Toch was dit
tot nu toe de beste wedstrijd van Rwanda. De rally’s waren veel langer, met als
uiteindelijk resultaat dat de punten toch weer naar de Bosniërs gingen. De
eerste set eindigde in 25-7.
De tweede set kon Rwanda de tegenstander best lang redelijk bijbenen. Rwanda begon zelfs met een 1-0 voorsprong. Getuige de tussenstanden 11-8, 14-9 en 18-11 kon Rwanda best nog wel redelijk in de buurt blijven voordat de set eindigde in 25-12.
De derde set was van het zelfde laken een pak. Rwanda werd echt de publiekslieveling omdat ze als underdog zo moedig partij gaven tegen een veel betere tegenstander. De eindstand was 25-8.
Halverwege de tweede set kwam er op het persgedeelte opeens iemand in een pak van Rwanda een camera opstellen. Het ging allemaal op zijn dooie gemak en nadat deze was geïnstalleerd ging hij weer weg. Gezien zijn afwezigheid leek het leek mij niet dat er opnames werden gemaakt. Na afloop van de wedstrijd pakte hij alles weer in. Ik vroeg me af wat de ratio was van deze handeling. Waarom pas beginnen als de wedstrijd al ver is gevorderd? Zijn er wel echt opnames gemaakt? Door wie en voor wie? Was dat weer een van de bekende Rwandese praktijken van een matige uitvoering van een op papier wel goed plan? Vragen waarop ik geen antwoord gekregen.
Het was tien uur en de voorrondes waren voorbij voor Rwanda.
Alle wedstrijden waren met 3-0 verloren gegaan. Dat is spijtig om te moeten
constateren, maar het is helaas niet anders. Op papier waren ze ook het minste
team in de poule en dat is het ook niet verbazingwekkend dat alle wedstrijden
verloren zijn gegaan. Ik had gehoopt op misschien een setwinst, maar dat zat er
helaas niet in. Wel kon in de vier wedstrijden een stijgende lijn ontdekken. In
de eerste wedstrijden leek het of ze onder de indruk waren van de
omstandigheden, waardoor ze duidelijk onder hun niveau hebben gespeeld. In de
latere wedstrijden boden ze in ieder geval competitie aan de tegenstanders. Zo’n
eerste deelname aan een toernooi moet ook gezien worden als een leerproces.
Clema, de vriendin van Simon, was er ook weer bij. Zij is
zeer goedlachs en aangenaam gezelschap. Conversatie met haar is echter
moeilijk. Zij kent geen woord Engels en heel klein beetje Frans. Via Simon, die
inmiddels wat Kinyarwanda kent, kunnen we wat communiceren. Zij is voor het
eerst buiten Rwanda en heeft haar ogen uitgekeken. Een voorbeeld van
cultuurschok voor haar was de roltrap. Daar kon ze echt niet mee overweg en ze
gewoonweg bang om er op te gaan staan. Als er een trap was, maakten we daar dan
ook zo veel mogelijk gebruik van.
Het werd The Goldengrove in Stratford. Deze kroeg heeft tenminste
een uitstraling van een beetje authentieke kroeg. Het is onderdeel van de
Wetherspoon keten. Bij deze keten zijn inmiddels meer dan 800 kroegen in Groot Brittannië
aangesloten. De filosofie van deze keten is onder andere om tegen betaalbare
prijzen een ‘comfortable, attractive and welcoming enviroment’ af leveren.
Dat is zeker gelukt, want de sfeer was aangenaam en de
prijzen waren veel lager dan wat ik eerder had gezien on Londen. Deze keer had
ik zes drankjes voor ruim £ 14. Verder bevond ik mij in aangenaam gezelschap om
de laatste avond in Londen af te sluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten