maandag 21 februari 2011

Murambi (en wat de Fransen hebben uitgespookt)

Gisteren zijn we onder andere naar het genocide monument geweest van Murambi. We hadden gehoord dat dit een van de meest indrukwekkende monumenten van het land is, en dat geloven wij graag.

In de eerste plaats al door het verhaal. Het monument is gevestigd in het gebouw van een technische school, die in 1994 nog niet was voltooid en vervolgens ook nooit als zondanig is gebruikt. Op 6 april 1994 barstte de genocide in alle hevigheid los en net als bij voorgaande pogroms zochten veel mensen bescherming bij de kerken. Zolang men in de kerken zat, was men relatief veilig. Op de een of andere manier heeft men de Tutsi’s doen geloven dat de technische school ook een veilige schuilplaats was. En heeft men de leiding van de kerken weten te overtuigen om alle mensen die schuilden in de omliggende kerken te verplaatsen naar de technische school. Toen dat gebeurd was, heeft men de toevoer afgesloten, ook van water en voedsel, en toen men de uitputting nabij was, is er op 22 april op gruwelijke wijze toegeslagen door het Rwandese leger, de Hutu milities Interahamwe en een gedeelte van de plaatselijke bevolking. Men gebuikte geweren, messen, hakmessen en machetes. Het aantal mensen dat aanwezig was op het terrein wordt geschat op ongeveer 55.000 en er zijn er niet veel die het hebben overleefd.


 
Dit verhaal is al schokkend, maar wat er volgt is nog schokkender. Een groot gedeelte van de slachtoffers is begraven in massagraven rond het terrein. In de jaren na de genocide heeft men deze ontdekt, en een ervan was zo diep dat de lichamen nog heel goed geconserveerd zijn gebleven. Deze lichamen zijn met kalk overgoten om ze goed geconserveerd te houden. Deze 848 lichamen worden in 24 klaslokalen tentoongesteld. Het is afschuwelijk gezicht, de wit uigeslagen lijken van de kalk, je ziet soms waar het hakmes heeft toegeslagen, en de houding van de mensen laat zien dat ze onder erbarmelijke wijze zijn overleden. Je ziet volwassen en kinderen en de lucht die er hangt is een combinatie van lijkenlucht en kalk. Een beeld dat ik niet snel zal vergeten.

Tijdens de rondleiding is er speciale aandacht voor de rol van de Fransen. En die komen er niet te best af. Ik zou me niet gemakkelijk voelen als ik afkomstig zou zijn geweest uit Frankrijk. In de eerste plaats hebben ze tot 1994 het Rwandese leger altijd ondersteund, maar ze hebben ook meegeholpen aan het trainen van de Interahamwe, de Hutu milities. Nadat de genocide begonnen was heeft Frankrijk het bij de Verenigde Naties voor elkaar gekregen om een zogenaamd bemiddelende rol te spelen tussen het oude - zich terugtrekkende - Rwandese leger en de troepen van Paul Kagame, die al flink waren opgerukt richting de hoofdstad. Het kreeg de naam ‘Operation Turquoise’ en de Franse soldaten kwamen in het zuidwesten van het land terecht. Onder deze dekmantel heeft men ervoor gezorgd dat veel mensen van het oude Rwandese regime veilig naar het buitenland konden vluchten. Een Franse eenheid is in juni 1994 neergestreken op deze technische school, waar men heeft meegeholpen om het terrein schoon te maken van de restanten van de genocide die daar heeft plaatsgevonden. En men heeft geholpen om de massagraven toe te dekken, met als resultaat een volleybalveld boven een massagraf.

Vlak buiten de school staan ook huizen, waar ook nu nog gewoon mensen wonen. De gids legt uit dat deze mensen tot op heden zwijgen over wat er heeft plaatsgevonden. Mogelijk dat er mensen bij zijn die hebben meegedaan, maar in ieder geval kan het niet anders zijn dan dat ze weten wat er hier is gebeurd. En het ziet er zo prachtig uit, de prachtige groene heuvels met de landbouwgrond en de kleine huizen. Wat heeft zich hier afgespeeld, en wat ziet het landschap er dan opeens anders uit.

Voor Marte's beleving van dit geheel verwijs ik naar haar website: http://marteopreis.waarbenjij.nu/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten