In de stad Kibuye heeft men in 1994 tijdens de genocide aardig huisgehouden. Tot 1994 as deze stad vrij afgesloten van de rest van Rwanda. Er waren geen fatsoenlijke wegen die Kibuye verbonden met Kigali of andere grote steden. De oorzaak hiervan is dat de machthebbers niet uit deze regio kwamen, en daardoor geen belang hadden om deze regio te ontwikkelen. Bovendien woonden in deze stad relatief meer Tutsi’s dan in de rest van Rwanda. Kibuye heeft ook de kwalijke reputatie dat het de stad is waar relatief de meeste Tutsi’s (90 %) de genocide niet hebben overleefd.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de eerste aanklacht bij het ICTR (International Criminal Tribunal for Rwanda) betrekking had op Kibuye. De oorspronkelijke aanklacht (ICTR-95-1) is ingediend op 25 november 1995. De verdachten waren onder ander de préfet van Kibuye genaamd Clement Kayishema en de bourgmestres van drie communes Ignace Bagilishema, Charles Sikubwabo en Aloys Ndimbati. Allen waren ze op het moment van de aanklacht voortvluchtig.
De aanklacht gaat over verschillende gebeurtenissen. Eén ervan heeft betrekking op de slachting in de katholieke kerk van St. Jean en bijbehorende gebouwen. Tijdens onze vakantie hebben we er een bezoek aan gebracht. De kerk is gelegen met uitzicht op Lake Kivu en heeft zo op het oog van de buitenkant eenvoudige gebrandschilderde ramen. Tegen het vallen van de avond komt de zon door deze ramen naar binnen vallen en dan zorgen deze ramen voor een sprookjesachtige, haast magische sfeer. Buiten zit een koor te zingen. Door de ramen zijn de bomen en struiken geel, rood en paars gekleurd. Het lijkt wel een serene plek.
Dit mooie tafereel staat in schrille tegenstelling tot wat er in die duistere dagen van april 1994 is geschied. Hier volgen de bewoordingen zoals die zijn geuit in de allereerste aanklacht uit 1995, betrekking hebben op wat er gebeurd is in de kerk.
35. By about 17 April 1994, thousands of men, women and children from various locations has sought refuge in the Catholic Church and Home St. Jean Complex (the Complex) located in Kibuye town. These men, women and children were unarmed and were predominantly Tutsis. They were in the Complex seeking protection from attacks on Tutsis which had occurred throughout the Prefecture of Kibuye.
36. Some of the people who sought refuge in the Complex did so because Ignace Bagilishema ordered them to go there, while others did so because Clement Kayishema ordered them to go there. When Clement Kayishema and Ignace Bagilishema ordered people to the Complex, both of them knew or had reason to know that an attack on the Complex was going to occur.
37. After people gathered in the Complex, the Complex was surrounded by persons under Clement Kayishema's control, including members of the Gendarmerie Nationale. These persons prevented the men women and children within the Complex from leaving the Complex at a time when Clement Kayishema knew or had reason to know that an attack on the Complex was going to occur.
38. On about 17 April 1994, Clement Kayishema ordered members of the Gendarmerie Nationale, communal police of Gaieties Commune, Interahamwe and armed civilians to attack the Complex, and personally participated in the attack. The attackers used guns, grenades, machetes, spears, cudgels and other weapons to kill the people in the Complex.
39. The attack resulted in thousands of deaths and numerous injuries to the people within the Complex (Attachment A contains a list of some of the individuals killed in the attack). During the two weeks following the attack, members of the Gendarmerie Nationale, Interahamwe and armed civilians searched for and killed injured survivors of the attack.
36. Some of the people who sought refuge in the Complex did so because Ignace Bagilishema ordered them to go there, while others did so because Clement Kayishema ordered them to go there. When Clement Kayishema and Ignace Bagilishema ordered people to the Complex, both of them knew or had reason to know that an attack on the Complex was going to occur.
37. After people gathered in the Complex, the Complex was surrounded by persons under Clement Kayishema's control, including members of the Gendarmerie Nationale. These persons prevented the men women and children within the Complex from leaving the Complex at a time when Clement Kayishema knew or had reason to know that an attack on the Complex was going to occur.
38. On about 17 April 1994, Clement Kayishema ordered members of the Gendarmerie Nationale, communal police of Gaieties Commune, Interahamwe and armed civilians to attack the Complex, and personally participated in the attack. The attackers used guns, grenades, machetes, spears, cudgels and other weapons to kill the people in the Complex.
39. The attack resulted in thousands of deaths and numerous injuries to the people within the Complex (Attachment A contains a list of some of the individuals killed in the attack). During the two weeks following the attack, members of the Gendarmerie Nationale, Interahamwe and armed civilians searched for and killed injured survivors of the attack.
De getailleerde weergave van de gebeurtenissen geeft in gruwelijke inkijk in waartoe mensen in staat zijn. Buiten de kerk is een monument gemaakt ter herinnering aan wat is geschied. Wij kunnen het alleen van de buitenkant bekijken. Maar de duidelijk zichtbaar tentoongestelde schedels zeggen genoeg.
Clement Kayishema is via Zaïre naar Zambia gevlucht. Daar is hij opgepakt en in 1996 overgebracht naar het tribunaal. Op 21 mei 1999 is hij tot levenslang veroordeeld. Hij dient zijn straf uit in Mali.
Ignace Bagilishema is naar Zuid-Afrika gevlucht. In dat land is hij gearresteerd en van daaruit in 1999 naar Arusha gebracht. Op 7 juni 2001 is hij vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijs. Hij schijnt inmiddels woonachtig te zijn in Frankrijk.
Charles Sikubwabo en Aloys Ndimbati zijn nog steeds voortvluchtig. Waarschijnlijk bevinden ze zich ergens in Congo. Zij worden nog steeds gezocht.
Hoe verschillend zijn deze vier verdachten terechtgekomen. Twee zijn er nog steeds op de vlucht, misschien wel op hun hoede voor een mogelijke arrestatie. Eén zit de rest van zijn leven te slijten in een cel in Mali en één zit op dit moment misschien wel te genieten van glas rode wijn op een terras ergens in Frankrijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten